Charola de madera laqueada

De opstaande rand van het houten bord is niet overal even hoog; dit is echter niet veroorzaakt door kromtrekken omdat nergens de lak is gebarsten. De achterzijde van het bord is egaal paars gelakt. Op het fond van zwarte lak is het bord beschilderd met veelkleurige, florale motieven, vruchtjes en serpentines. <BR> <BR> Het bord kan in huis aan de muur gehangen worden ter decoratie of als fruitschaal gebruikt worden. <BR> Veel lakwerk wordt tegenwoordig voor de toeristen gemaakt.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> De laktechniek dateert al van vóór de komst der Spanjaarden. Men vermoedt dat deze techniek is ingevoerd door de Chinezen. Deze veronderstelling berust mede op het feit dat centra van laktechniek aan de Stille Oceaan liggen (Michoacan).<BR> Het gebruik van lak gaat in Mexico, zo getuigen archaeologische vondsten, terug tot de pre-Columbiaanse tijd, toen de kalabassen - in het Nahuatl "xicalli" genaamd, waarvan de Spaanse verbastering "jicara" komt - rijkelijk beschilderd werden. In de koloniale tijd begon men met het beschilderen in laktechniek van grote houten borden, de z.g. "bateas". <BR> Sedert de 19e eeuw is de techniek veranderd: chemische verfstoffen hebben de organische vervangen.<BR> Er zijn verschillende manieren om lak te verkrijgen. De lak, "maque" geheten in Mexico, kan o.m. opgebouwd worden uit "aje", identiek aan het "nij" in Guatemala (een dierlijk vet verkregen van een schildluis vermengd met de verpulverde luizenschildjes (vergelijk 2754-7). Ook kan de olie-achtige substantie uit zaden geperst worden. Hiervoor gebruikte men vroeger de "chia"-zaden, een salviasoort, maar tegenwoordig ook veel "linaza" (lijnzaad) geintroduceerd vanuit Europa. In Patzcuaro en Uruapan in de deelstaat Michoacan, waar de lakbewerkers gemestizeerde Tarasken zijn, gebruikt men ook wel de zaden van een stekelige papaversoort (argemore), "chicalote"-xate in het Taraskisch. <BR> In alle lakcentra gebruikt men minerale kleurstoffen, de z.g. aardlagen die op de olie-achtige laag worden gestrooid. Bij de penseelschildering wordt al vaak tubeverf gebruikt. <BR> <BR> Er zijn drie verschillende decoratiemethodes:<BR> 1) verscheidene laklagen, minstens twee van verschillende kleur, worden over elkaar gelegd. De decoratie wordt er nu op getekend en de op één na laatste laklaag om de tekening weggebrabd zodat de decoratie er in reliëf opligt. Deze methode, "recortada" or "rayada" genaamd, wordt vooral in Olinala toegepast.<BR> <BR> 2) De motieven worden in de laklaag uitgesneden, waarop deze ingekleurd worden, de z.g. cloisonné-schildering. Men gebruikt de muis van de handpalm of een vinger om de verf ter plaatse aan te brengen. Deze techniek "embutida" of "incrustada" genoemd is van pre-Spaanse oorsprong en wordt heden ten dage vooral in Uruapan toegepast. <BR> <BR> 3) Op de laatste laklaag wordt met een penseel de decoratie opgeschilderd. Deze techniek "aplicada" genoemd vinden wij in Chiapa de Corzo, Olinala en ook in Patzcuaro. Typisch voor deze laatste plaats is het schilderen van veel motieven in goudverf.<BR> <BR> In Zuid-America is eigenlijk alleen de Colombiaanse stad Pasto (Nariño) te noemen als lakoord. Hier wordt al sedert pre-Columbiaanse tijden het rubberachitge sap van de bladknoppen van de "mopmopa"-boom (Eleagia Utilis Wed.) gebruikt (lit.I:p.17)

Charola de madera laqueada

De opstaande rand van het houten bord is niet overal even hoog; dit is echter niet veroorzaakt door kromtrekken omdat nergens de lak is gebarsten. De achterzijde van het bord is egaal paars gelakt. Op het fond van zwarte lak is het bord beschilderd met veelkleurige, florale motieven, vruchtjes en serpentines. <BR> <BR> Het bord kan in huis aan de muur gehangen worden ter decoratie of als fruitschaal gebruikt worden. <BR> Veel lakwerk wordt tegenwoordig voor de toeristen gemaakt.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> De laktechniek dateert al van vóór de komst der Spanjaarden. Men vermoedt dat deze techniek is ingevoerd door de Chinezen. Deze veronderstelling berust mede op het feit dat centra van laktechniek aan de Stille Oceaan liggen (Michoacan).<BR> Het gebruik van lak gaat in Mexico, zo getuigen archaeologische vondsten, terug tot de pre-Columbiaanse tijd, toen de kalabassen - in het Nahuatl "xicalli" genaamd, waarvan de Spaanse verbastering "jicara" komt - rijkelijk beschilderd werden. In de koloniale tijd begon men met het beschilderen in laktechniek van grote houten borden, de z.g. "bateas". <BR> Sedert de 19e eeuw is de techniek veranderd: chemische verfstoffen hebben de organische vervangen.<BR> Er zijn verschillende manieren om lak te verkrijgen. De lak, "maque" geheten in Mexico, kan o.m. opgebouwd worden uit "aje", identiek aan het "nij" in Guatemala (een dierlijk vet verkregen van een schildluis vermengd met de verpulverde luizenschildjes (vergelijk 2754-7). Ook kan de olie-achtige substantie uit zaden geperst worden. Hiervoor gebruikte men vroeger de "chia"-zaden, een salviasoort, maar tegenwoordig ook veel "linaza" (lijnzaad) geintroduceerd vanuit Europa. In Patzcuaro en Uruapan in de deelstaat Michoacan, waar de lakbewerkers gemestizeerde Tarasken zijn, gebruikt men ook wel de zaden van een stekelige papaversoort (argemore), "chicalote"-xate in het Taraskisch. <BR> In alle lakcentra gebruikt men minerale kleurstoffen, de z.g. aardlagen die op de olie-achtige laag worden gestrooid. Bij de penseelschildering wordt al vaak tubeverf gebruikt. <BR> <BR> Er zijn drie verschillende decoratiemethodes:<BR> 1) verscheidene laklagen, minstens twee van verschillende kleur, worden over elkaar gelegd. De decoratie wordt er nu op getekend en de op één na laatste laklaag om de tekening weggebrabd zodat de decoratie er in reliëf opligt. Deze methode, "recortada" or "rayada" genaamd, wordt vooral in Olinala toegepast.<BR> <BR> 2) De motieven worden in de laklaag uitgesneden, waarop deze ingekleurd worden, de z.g. cloisonné-schildering. Men gebruikt de muis van de handpalm of een vinger om de verf ter plaatse aan te brengen. Deze techniek "embutida" of "incrustada" genoemd is van pre-Spaanse oorsprong en wordt heden ten dage vooral in Uruapan toegepast. <BR> <BR> 3) Op de laatste laklaag wordt met een penseel de decoratie opgeschilderd. Deze techniek "aplicada" genoemd vinden wij in Chiapa de Corzo, Olinala en ook in Patzcuaro. Typisch voor deze laatste plaats is het schilderen van veel motieven in goudverf.<BR> <BR> In Zuid-America is eigenlijk alleen de Colombiaanse stad Pasto (Nariño) te noemen als lakoord. Hier wordt al sedert pre-Columbiaanse tijden het rubberachitge sap van de bladknoppen van de "mopmopa"-boom (Eleagia Utilis Wed.) gebruikt (lit.I:p.17)