De beeldhouwer Josiah Onodome Onemu (Nigeria, 1945) volgde kunstopleidingen in Nigeria en Europa. Voor zijn werken put hij uit diverse bronnen. Dankzij zijn opleiding in Nigeria, Oostenrijk en Nederland hebben in zijn referentiekader zowel de westerse kunstgeschiedenis als zijn Afrikaanse achtergrond een plaats. <BR> Religieuze coëxistentie is één van de belangrijkste thema's van Onemu. Zijn visie op de eenheid-in-verscheidenheid van de diverse religies verbeelde Onemu met dit werk. De polyester uitvoering, zoals geschonken aan het Afrika Museum, had ooit in brons of keramiek moeten worden uitgevoerd en als fontein worden gerealiseerd.<BR> Vier meer dan manshoge, gebogen hoornvormen moeten dan (water spuitend) draaien om een verticale (eveneens spuitende) hoorn in hun centrum. De hoorn in het centrum heeft aan de onderzijde een band met geometrische, decoratieve patronen (zoals die op kalebassen en andere Afrikaanse gebruiksvoorwerpen worden ingekerfd), de vier hoorns hebben niet-gedecoreerde banden. Het is een beeld dat in zijn eenvoud een bijzonder sterke zeggingskracht heeft: vele ideeën teruggebracht tot een basisprincipe. Dat is ook waar het Onemu, die zich heeft losgemaakt van elke specifieke religieuze canon, om gaat: de gemeenschappelijke kern van alle religies.<BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> Beschrijving<BR> Installatie bestaande uit een vijftal uit polyester vervaardigde vormen. In het midden bevindt zich een conische vorm die wordt omgeven door een viertal gebogen hoornvormen.