Schaal

De zilveren schaal heeft een effen smalle rand en hierbinnen een gedreven rand van bloemen en ranken. In het middengedeelte van de schaal is een geschulpte rand van lotusbladeren rond een effen bodem. De gelobde kom (7099-2) is in de vorm van een lotusbloem en wellicht een uniqum. Ze zijn beide technisch van hoge kwaliteit en ook zeldzaam. Of deze voorwerpen oorspronkelijk vervaardigd zijn om bij elkaar te horen of te gebruiken is niet bekend. De kom past zeer goed op de schaal en het is visueel een fraai passend geheel. Het drijfwerk van de platte schaal is typerend voor het vroege Yogya zilver; in dit geval zijn het kleine lotusknippen en bloemen. Het lijkt op het werk dat gemaakt is tijdens de jaren 1929 – 1931, toen mevrouw Agnes Van Gesseler Verschuir-Pownall, de vrouw van de toenmalige gouverneur van Yogyakarta, het zilver liet maken aan de hand van tekeningen van heiligdommen en tempels. Dit zilver is in onze collectie aanwezig, evenals het Yogya zilver uit de periode daarna, dat vooral volle of half open lotusbloemen laat zien.In de collectie bevindt zich foto TM-60054153 met zilveren voorwerpen uit het album van Mevrouw A. Van Gesseler Verschuir-Pownall. Hierop is een bijna identieke schaal te zien. Deze schaal en bak vertonen ook Chinese invloeden, waardoor de culturele cross-over nog groter is.<BR> <BR> Het is in ieder geval als geschenk samen gegeven en als zodanig ook samen gebruikt in de familie van de schenker. In Nederland gebruikte de moeder de voorwerpen als drijfschaal om rhodondendron bloemen of hortensia's in te leggen. <BR> <BR> 'Yogya zilver' is een kenmerkende nijverheid van de laat koloniale periode. In de jaren dertig werden enorme hoeveelheden schalen, dozen, bakken, bestekken en dergelijke gemaakt. Deze zijn voornamelijke vervaardigd voor de Europeanen in Indonesië en mevrouw Van Gesseler Verschuur heeft hierbij een rol gespeeld. Na 1933 veranderden de motieven van de lotusbloemen op het zilverwerk en werden soms ook wajangpoppen of pauwfiguren als motief gebruikt. Na de Indonesische onafhankelijkheid hebben zilversmeden nog een aantal jaren doorgewerkt, maar met het verdwijnen van de Europese afzetmarkt werd er veel minder Yogya zilver gemaakt. Na de opkomst van het toerisme in de jaren zeventig herleefde het ambacht weer. <BR>

Schaal

De zilveren schaal heeft een effen smalle rand en hierbinnen een gedreven rand van bloemen en ranken. In het middengedeelte van de schaal is een geschulpte rand van lotusbladeren rond een effen bodem. De gelobde kom (7099-2) is in de vorm van een lotusbloem en wellicht een uniqum. Ze zijn beide technisch van hoge kwaliteit en ook zeldzaam. Of deze voorwerpen oorspronkelijk vervaardigd zijn om bij elkaar te horen of te gebruiken is niet bekend. De kom past zeer goed op de schaal en het is visueel een fraai passend geheel. Het drijfwerk van de platte schaal is typerend voor het vroege Yogya zilver; in dit geval zijn het kleine lotusknippen en bloemen. Het lijkt op het werk dat gemaakt is tijdens de jaren 1929 – 1931, toen mevrouw Agnes Van Gesseler Verschuir-Pownall, de vrouw van de toenmalige gouverneur van Yogyakarta, het zilver liet maken aan de hand van tekeningen van heiligdommen en tempels. Dit zilver is in onze collectie aanwezig, evenals het Yogya zilver uit de periode daarna, dat vooral volle of half open lotusbloemen laat zien.In de collectie bevindt zich foto TM-60054153 met zilveren voorwerpen uit het album van Mevrouw A. Van Gesseler Verschuir-Pownall. Hierop is een bijna identieke schaal te zien. Deze schaal en bak vertonen ook Chinese invloeden, waardoor de culturele cross-over nog groter is.<BR> <BR> Het is in ieder geval als geschenk samen gegeven en als zodanig ook samen gebruikt in de familie van de schenker. In Nederland gebruikte de moeder de voorwerpen als drijfschaal om rhodondendron bloemen of hortensia's in te leggen. <BR> <BR> 'Yogya zilver' is een kenmerkende nijverheid van de laat koloniale periode. In de jaren dertig werden enorme hoeveelheden schalen, dozen, bakken, bestekken en dergelijke gemaakt. Deze zijn voornamelijke vervaardigd voor de Europeanen in Indonesië en mevrouw Van Gesseler Verschuur heeft hierbij een rol gespeeld. Na 1933 veranderden de motieven van de lotusbloemen op het zilverwerk en werden soms ook wajangpoppen of pauwfiguren als motief gebruikt. Na de Indonesische onafhankelijkheid hebben zilversmeden nog een aantal jaren doorgewerkt, maar met het verdwijnen van de Europese afzetmarkt werd er veel minder Yogya zilver gemaakt. Na de opkomst van het toerisme in de jaren zeventig herleefde het ambacht weer. <BR>