ei raja

lange kokerdoek bestaande uit 2 boven elkaar genaaide kokers; deze kokers zijn identiek, maar de motieven van de ene koker keren op de andere gespiegeld terug; naad loopt in de breedte (scheringrichting); een tweede naad loopt in de lengte van de doek; dit is de naad waarmee de doek tot koker is genaaid; kleuren; naturel, roestbruin, indigo, geel, zwartblauw, zwart, wit MO: wokelaku ruhelagi.<BR> <BR> zwarte naad<BR> <BR> Beschrijving overgenomen van oude inventaris kaart:<BR> <BR> Lange kokerdoek bestaande uit 2 boven elkaar genaaide kokers; deze kokers zijn identiek, maar de motieven van de ene koker keren op de andere koker gespiegeld terug. De naad loopt in de breedte (-schering-richting).<BR> Een tweede naad loopt in de lengte van de doek. Dit is de naad waarmee de doek tot koker is genaaid.<BR> De kleuren zijn naturel, roestbruin, verschillende tinten indigo en geel. Geïkatte motieven zijn in horizontale, in de scherong-richting lopende banen in naturel op een roestbruin fond uitgespaard. Deze banen worden afgewisseld door licht indigo-donker indigo gevlekte strepen en gele strepen; effen zwartblauwe banen en zwarte banen met witte motieven die zijn ontstaan d.m.v. de techniek van suppletoire flottante schering; een brede zwartblauwe baan; een brede geïkatte baan met grote ruitmotieven (hoofdmotief); smalle geïkatte banen tussen smalle zwartblauwe banen en zwarte banen met witte motieven aangebracht d.m.v. suppletoire flottante schering.<BR> Functie: vrouwendoek<BR> Lit.: zie S 526-35

ei raja

lange kokerdoek bestaande uit 2 boven elkaar genaaide kokers; deze kokers zijn identiek, maar de motieven van de ene koker keren op de andere gespiegeld terug; naad loopt in de breedte (scheringrichting); een tweede naad loopt in de lengte van de doek; dit is de naad waarmee de doek tot koker is genaaid; kleuren; naturel, roestbruin, indigo, geel, zwartblauw, zwart, wit MO: wokelaku ruhelagi.<BR> <BR> zwarte naad<BR> <BR> Beschrijving overgenomen van oude inventaris kaart:<BR> <BR> Lange kokerdoek bestaande uit 2 boven elkaar genaaide kokers; deze kokers zijn identiek, maar de motieven van de ene koker keren op de andere koker gespiegeld terug. De naad loopt in de breedte (-schering-richting).<BR> Een tweede naad loopt in de lengte van de doek. Dit is de naad waarmee de doek tot koker is genaaid.<BR> De kleuren zijn naturel, roestbruin, verschillende tinten indigo en geel. Geïkatte motieven zijn in horizontale, in de scherong-richting lopende banen in naturel op een roestbruin fond uitgespaard. Deze banen worden afgewisseld door licht indigo-donker indigo gevlekte strepen en gele strepen; effen zwartblauwe banen en zwarte banen met witte motieven die zijn ontstaan d.m.v. de techniek van suppletoire flottante schering; een brede zwartblauwe baan; een brede geïkatte baan met grote ruitmotieven (hoofdmotief); smalle geïkatte banen tussen smalle zwartblauwe banen en zwarte banen met witte motieven aangebracht d.m.v. suppletoire flottante schering.<BR> Functie: vrouwendoek<BR> Lit.: zie S 526-35