Wayang kulit pop, voorstellende Petruk in vrouwenkleding

Deze wayang kulit pop stelt het personage Petruk voor in vrouwenkleding. Dit is uitzonderlijk en de pop is waarschijnlijk gebruikt in het verhaal Semar Jantur (zie kaart Beltman). Petruk is een van de vier panakawan, de clownachtige bedienden van de 'goede' helden, de vijf Pandawa prinsen uit de Mahabharata. Hij is de tweede zoon van Semar en volgt op zijn oudere broer Gareng. Zijn jongste broer heet Bagong (of soms Cepot). in zijn jeugd heet hij Bambang Panyukilan. Hij is lang en dun en heeft een opvallend lange neus, die soms met een fallus wordt vergeleken. Hij is een vrolijk en spottend iemand, die graag mensen voor de gek houdt en soms oneerbiedig is. Hij is steeds op zoek naar avontuur en kennis. Hij is populair bij het publiek door zijn optimisme, zijn geplaag, grappemakerij en vechtlust. Hij neemt het op tegen reuzen en demonen. Mogelijk is zijn grappemakerij de reden dat hij in dit geval een rok draagt. Zijn gezicht, handen en de bel om de nek, zijn in de vorm van de traditionele Petruk poppen, maar het haar is bij deze pop in een wrong, hij draagt een borstkleed en een heupdoek met het kawung motief. Andere namen voor Petruk zijn Dawala, Kantongbolong, Suragendele, Tongtongsat, Durtawarna, Belgeduwelbel of Runggungjiwang.<BR> <BR> Tijdens de voorstellingen gebruiken de panakawan, niet het Javaans van de vorstelijke figuren, maar spreken een alledaags Javaans en tegenwoordig soms Indonesisch. Ze geven vaak heel grappig sociaal-kritisch commentaar op de hoofdpersonages, op alledaagse en/of hedendaagse gebeurtenissen of op de politiek. De panakawan zijn een Javaanse toevoeging aan de van oorsprong Indiase Mahabharata verhalen.

Wayang kulit pop, voorstellende Petruk in vrouwenkleding

Deze wayang kulit pop stelt het personage Petruk voor in vrouwenkleding. Dit is uitzonderlijk en de pop is waarschijnlijk gebruikt in het verhaal Semar Jantur (zie kaart Beltman). Petruk is een van de vier panakawan, de clownachtige bedienden van de 'goede' helden, de vijf Pandawa prinsen uit de Mahabharata. Hij is de tweede zoon van Semar en volgt op zijn oudere broer Gareng. Zijn jongste broer heet Bagong (of soms Cepot). in zijn jeugd heet hij Bambang Panyukilan. Hij is lang en dun en heeft een opvallend lange neus, die soms met een fallus wordt vergeleken. Hij is een vrolijk en spottend iemand, die graag mensen voor de gek houdt en soms oneerbiedig is. Hij is steeds op zoek naar avontuur en kennis. Hij is populair bij het publiek door zijn optimisme, zijn geplaag, grappemakerij en vechtlust. Hij neemt het op tegen reuzen en demonen. Mogelijk is zijn grappemakerij de reden dat hij in dit geval een rok draagt. Zijn gezicht, handen en de bel om de nek, zijn in de vorm van de traditionele Petruk poppen, maar het haar is bij deze pop in een wrong, hij draagt een borstkleed en een heupdoek met het kawung motief. Andere namen voor Petruk zijn Dawala, Kantongbolong, Suragendele, Tongtongsat, Durtawarna, Belgeduwelbel of Runggungjiwang.<BR> <BR> Tijdens de voorstellingen gebruiken de panakawan, niet het Javaans van de vorstelijke figuren, maar spreken een alledaags Javaans en tegenwoordig soms Indonesisch. Ze geven vaak heel grappig sociaal-kritisch commentaar op de hoofdpersonages, op alledaagse en/of hedendaagse gebeurtenissen of op de politiek. De panakawan zijn een Javaanse toevoeging aan de van oorsprong Indiase Mahabharata verhalen.