Draagmand voor vrouwen

Dit is een miniatuur of oefenversie van een keke of vrouwen draagmand, gemaakt door Kilijan ‘Lokobija’ Sabajo voor 1960. Deze mand is gemaakt van een semi-epifiet of klimplant die sarhebanaro of mibi wordt genoemd in het Lokono, ‘kamani’ in het Sranantongo. Uit het vlechtpatroon wordt duidelijk dat deze mand toebehoord aan een oudere vrouw vanwege de vierkante ogen die ontstaan in het vlechtwerk, manden met rondere ogen zijn namelijk voor jonge vrouwen. De gebruikte vlechttechniek is de vier-richtings-methode, bij de Kari’na pamakarï genoemd, en de randafwerking wordt bij hen de ‘draaikolk’ genoemd.

Draagmand voor vrouwen

Dit is een miniatuur of oefenversie van een keke of vrouwen draagmand, gemaakt door Kilijan ‘Lokobija’ Sabajo voor 1960. Deze mand is gemaakt van een semi-epifiet of klimplant die sarhebanaro of mibi wordt genoemd in het Lokono, ‘kamani’ in het Sranantongo. Uit het vlechtpatroon wordt duidelijk dat deze mand toebehoord aan een oudere vrouw vanwege de vierkante ogen die ontstaan in het vlechtwerk, manden met rondere ogen zijn namelijk voor jonge vrouwen. De gebruikte vlechttechniek is de vier-richtings-methode, bij de Kari’na pamakarï genoemd, en de randafwerking wordt bij hen de ‘draaikolk’ genoemd.