Dit is een baby rammelaar, in het Lokono ibilienong maraka genaamd. Het voorwerp is gemaakt door Kilijan ‘Lokobija’ Sabajo, de dokoko (grootvader) van Albert Sabajo, ergens voor 1960. Het is gemaakt van tiriti (warimbo riet), de verschillen in kleur ontstaan door het ene deel van het riet wel te schrapen (kharasun), resulterend in lichtbruine kleur, en het andere deel niet (ma-kharasun) welke daardoor een donkerdere kleur behoudt. Een babyrammelaar mag niet teveel gekleurd zijn die zijn voorbehouden aan de volwassenen. In de rammelaar zitten volgens Sabajo geërodeerde kleine, haast kolibrie-eierachtige grindsteentjes, verzameld aan de bovenloop van de kreek die khaleko worden genoemd. Vlechtpatronen kunnen te maken hebben met seizoenen, maar onder anderen ook van welk dorp het vlechtwerk afkomstig is. Cassipora wordt bijvoorbeeld gekenmerkt door een zigzagmotief kharemehdang (letterlijk: ‘donker maken’) genaamd.