Sticker met tekst: `al-Qibla'

Met dergelijke stickers wordt de gebedsrichting naar de Ka’ba in Mekka aangegeven. Omgeven door de rood-witte pijl boven is de Ka’ba afgebeeld, in de rode tekstband eronder staat de Arabische tekst ‘de richting van de gebedsrichting’ (Arabischj: Ittidjah al-qibla). Daaronder is het woord qeblah (gebedsrichting) in Latijnse letters geschreven. Dergelijke stickers vindt men vaak op de muur die naar Mekka wijst van bijvoorbeeld hotelkamers in de islamitische wereld. <BR> Moslims dienen hun vijf dagelijkse gebeden te richten tot de Ka’ba, ook wel het huis van God (Arabisch: Bait Allah) genoemd, meer precies naar het punt tussen de afhangende watergoot op het dak van de Ka’ba (Arabisch: Mizab) en de westelijke hoek van de Ka’ba. Van oudsher was het gebruikelijk binnen de Semitische volkeren om in een oostelijke richting te bidden. Voor de joden was en is Jeruzalem de gebedsrichting. In de eerste twee jaren van de islam (in 622 en 623 n. Chr.) hielden moslims ook Jeruzalem aan als gebedsrichting. In het tweede jaar van de islam besloot Mohammed de Ka’ba in Mekka als gebedsrichting aan te nemen waarmee werd benadrukt dat men de monotheïstische leer van Abraham volgde. In Soera 2, verzen 136-152 wordt de verandering van de gebedsrichting besproken. <BR> Voor bidden thuis en in andere lokaties dan moskeeen dient de juiste gebedsrichting te worden gevonden. In moskeeën wordt de richting van de Ka’ba aangegeven door de gebedsmuur en de gebedsnis (Arabisch: mihrab). De gebedsnis van veel vroege moskeeën was vaal echter niet accuraat (Wensinck 1986, p. 83). Voor middeleeuwse onderzoekers was het oplossen van het accuraat berekenen van de juiste gebedsrichting een belangrijke kwestie. (King 1986, p. 83) <BR> Het aanschaffen van souvenirs als onderdeel van pelgrimage en Mekka als belangrijk handelscentrum gaan beide ver terug in de geschiedenis. Ook al voor de komst van de islam vonden er in en rondom Mekka festivals en bedevaarten plaats waar ook goederen werden verhandeld. Na de komst van de islam werden de bedevaarten gecontinueerd, en was handel tijdens de hadj en de omrah, de kleine bedevaart, toegestaan. Men mocht zijn koopwaar verkopen na het ritueel op de Berg Arafat op dag twee van de pelgrimsrites. Dan kochten pelgrims praktische spullen in voor de terugreis en (luxe)producten als aandenken aan de bedevaart en als geschenk voor familie en vrienden. (Khan 2013, p. 230) Pelgrims brachten ook producten uit het thuisland mee naar Mekka om daar voor een goede prijs te verkopen en zo hun terugtocht te financieren. Al vroeg in de islamitische geschiedenis had het jaarlijkse aanbod op de bedevaartmarkten dus al een internationaal karakter. Dit werd versterkt doordat (al dan niet tijdelijk gevestigde) handelaren in Mekka en havenstad Djedda stoffen en andere producten importeerden speciaal voor die bedevaartmarkten. De diversiteit in het aanbod en de internationale oriëntatie was daarnaast mede te danken aan de aanwezigheid van buitenlandse kunstenaars en ambachtslieden in Mekka die handgemaakte souvenirs (zoals schilderingen van de Ka’ba door Indiase schilders) maakten, zeker in de negentiende eeuw maar naar grote waarschijnlijkheid al veel vroeger. (Porter 2015, pp. 105-107) Voor pelgrims geldt vaak dat de productieplaats van ondergeschikt belang is: het feit dat de aanschaf in Mekka of Medina plaatsvond en het product dus met de heilige steden in contact is geweest is doorslaggevend. (Mols 2013, p. 76) Hoewel het aanbod in de eerste twee decennia van de 21ste eeuw is uitgebreid met bijvoorbeeld uiteenlopende elektronische apparaten, digitale gadgets en spelletjes, hebben sommige souvenirs zoals bidkleden, bidsnoeren, gouden sieraden en Zemzemwater flesjes niets aan populariteit ingeboet, al is hun verschijningsvorm wel aan verandering onderhevig doordat ook modern design zijn intrede doet in het assortiment van pelgrimsartikelen. In het geval van bidkleden is bijvoorbeeld het tot zakformaat opvouwbare kunststoffen bidkleed nieuw en populair. Gebleven is het internationale aanbod van aandenkens, met de kanttekening dat de lokaal geproduceerde souvenirs ook vaak door buitenlandse vaklui worden geproduceerd. <BR>

Sticker met tekst: `al-Qibla'

Met dergelijke stickers wordt de gebedsrichting naar de Ka’ba in Mekka aangegeven. Omgeven door de rood-witte pijl boven is de Ka’ba afgebeeld, in de rode tekstband eronder staat de Arabische tekst ‘de richting van de gebedsrichting’ (Arabischj: Ittidjah al-qibla). Daaronder is het woord qeblah (gebedsrichting) in Latijnse letters geschreven. Dergelijke stickers vindt men vaak op de muur die naar Mekka wijst van bijvoorbeeld hotelkamers in de islamitische wereld. <BR> Moslims dienen hun vijf dagelijkse gebeden te richten tot de Ka’ba, ook wel het huis van God (Arabisch: Bait Allah) genoemd, meer precies naar het punt tussen de afhangende watergoot op het dak van de Ka’ba (Arabisch: Mizab) en de westelijke hoek van de Ka’ba. Van oudsher was het gebruikelijk binnen de Semitische volkeren om in een oostelijke richting te bidden. Voor de joden was en is Jeruzalem de gebedsrichting. In de eerste twee jaren van de islam (in 622 en 623 n. Chr.) hielden moslims ook Jeruzalem aan als gebedsrichting. In het tweede jaar van de islam besloot Mohammed de Ka’ba in Mekka als gebedsrichting aan te nemen waarmee werd benadrukt dat men de monotheïstische leer van Abraham volgde. In Soera 2, verzen 136-152 wordt de verandering van de gebedsrichting besproken. <BR> Voor bidden thuis en in andere lokaties dan moskeeen dient de juiste gebedsrichting te worden gevonden. In moskeeën wordt de richting van de Ka’ba aangegeven door de gebedsmuur en de gebedsnis (Arabisch: mihrab). De gebedsnis van veel vroege moskeeën was vaal echter niet accuraat (Wensinck 1986, p. 83). Voor middeleeuwse onderzoekers was het oplossen van het accuraat berekenen van de juiste gebedsrichting een belangrijke kwestie. (King 1986, p. 83) <BR> Het aanschaffen van souvenirs als onderdeel van pelgrimage en Mekka als belangrijk handelscentrum gaan beide ver terug in de geschiedenis. Ook al voor de komst van de islam vonden er in en rondom Mekka festivals en bedevaarten plaats waar ook goederen werden verhandeld. Na de komst van de islam werden de bedevaarten gecontinueerd, en was handel tijdens de hadj en de omrah, de kleine bedevaart, toegestaan. Men mocht zijn koopwaar verkopen na het ritueel op de Berg Arafat op dag twee van de pelgrimsrites. Dan kochten pelgrims praktische spullen in voor de terugreis en (luxe)producten als aandenken aan de bedevaart en als geschenk voor familie en vrienden. (Khan 2013, p. 230) Pelgrims brachten ook producten uit het thuisland mee naar Mekka om daar voor een goede prijs te verkopen en zo hun terugtocht te financieren. Al vroeg in de islamitische geschiedenis had het jaarlijkse aanbod op de bedevaartmarkten dus al een internationaal karakter. Dit werd versterkt doordat (al dan niet tijdelijk gevestigde) handelaren in Mekka en havenstad Djedda stoffen en andere producten importeerden speciaal voor die bedevaartmarkten. De diversiteit in het aanbod en de internationale oriëntatie was daarnaast mede te danken aan de aanwezigheid van buitenlandse kunstenaars en ambachtslieden in Mekka die handgemaakte souvenirs (zoals schilderingen van de Ka’ba door Indiase schilders) maakten, zeker in de negentiende eeuw maar naar grote waarschijnlijkheid al veel vroeger. (Porter 2015, pp. 105-107) Voor pelgrims geldt vaak dat de productieplaats van ondergeschikt belang is: het feit dat de aanschaf in Mekka of Medina plaatsvond en het product dus met de heilige steden in contact is geweest is doorslaggevend. (Mols 2013, p. 76) Hoewel het aanbod in de eerste twee decennia van de 21ste eeuw is uitgebreid met bijvoorbeeld uiteenlopende elektronische apparaten, digitale gadgets en spelletjes, hebben sommige souvenirs zoals bidkleden, bidsnoeren, gouden sieraden en Zemzemwater flesjes niets aan populariteit ingeboet, al is hun verschijningsvorm wel aan verandering onderhevig doordat ook modern design zijn intrede doet in het assortiment van pelgrimsartikelen. In het geval van bidkleden is bijvoorbeeld het tot zakformaat opvouwbare kunststoffen bidkleed nieuw en populair. Gebleven is het internationale aanbod van aandenkens, met de kanttekening dat de lokaal geproduceerde souvenirs ook vaak door buitenlandse vaklui worden geproduceerd. <BR>