Magneet

Op deze zwarte magneet zijn de contouren getekend van de bovenzijde van de klokkentoren in Mekka. Deze wordt bekroond met een maansikkel (Arabisch: hilal). Boven de wijzerplaat staat geschreven: God is groot (Arabisch: Allahu akbar). <BR> Op de zijkant van de magneet staat zowel in het Engels als Arabisch vermeld: King Abdullah Center for Crescent Observation and Astronomy (Arabisch: Markaz al-Malik Abd Allah li-rasad al-ahilla wa ‘ulum al-falak). Deze magneet is gemaakt in opdracht van het King Abdallah Center for Crescent Observation and Astronomy dat is gehuisvest in het commerciële complex dat bekroond wordt door de Mekka klokkentoren. Dergelijke magneten dienen mede om de klokkentoren en het moderniseringsproces van Mekka te promoten. Ze worden verkocht als souvenir en maken deel uit van een nieuwe generatie aandenkens aan de hadj en omrah (de kleine bedevaart) waarin niet alleen de religieuze iconische gebouwen van de islam centraal staan maar ook een dergelijk commercieel complex.<BR> <BR> De klokkentoren bekroont een van de torens van het Abradj al-Bait complex dat tussen 2006 en 2011 aan de voet van de Grote Moskee van Mekka is gebouwd. De naam betekent letterlijk ‘De torens van het Huis’, waarbij het huis refereert naar het Huis van God, de Ka’ba. Met zijn 607 meter is de Mekka klokkentoren de hoogste klokkentoren ter wereld. Ter vergelijk: hij is 35 maal groter dan de Big Ben in Londen. Het complex bestaat uit zeven hotels, met onder meer winkelcentra, restaurants, sportclubs, gebedsruimtes en garages, en is eigendom van de Saoedische staat. Het maakt deel uit van een moderniseringsproject (het King Abdulaziz waqf project) dat ernaar streeft de bedevaartstad Mekka te optimaliseren voor de toestroom van pelgrims. Voor de bouw van dit complex werd het historische 18de eeuwse Osmaanse al-Adjyad Fort gesloopt, wat tot buitenlandse protesten en woede leidde. Onder pelgrims is de mening over het complex en de modernisering van Mekka verdeeld: van bewondering voor de hoogwaardige technische uitvoering en het bezoekersgemak tot grote kritiek op de commercialisering van Mekka en het gebrek aan respect voor en de afbraak van historische monumenten in de stad Mekka. Ook wordt de verhouding tussen de Ka’ba en de commerciële hoogbouw in de directe omgeving van de Grote Moskee die volgens tegenstanders zoek is bekritiseerd. <BR> <BR> Het aanschaffen van souvenirs als onderdeel van pelgrimage en Mekka als belangrijk handelscentrum gaan beide ver terug in de geschiedenis. Ook al voor de komst van de islam vonden er in en rondom Mekka festivals en bedevaarten plaats waar ook goederen werden verhandeld. Na de komst van de islam werden de bedevaarten gecontinueerd, en was handel tijdens de hadj en de omrah, de kleine bedevaart, toegestaan. Men mocht zijn koopwaar verkopen na het ritueel op de Berg Arafat op dag twee van de pelgrimsrites. Dan kochten pelgrims praktische spullen in voor de terugreis en (luxe)producten als aandenken aan de bedevaart en als geschenk voor familie en vrienden. (Khan 2013, p. 230) Pelgrims brachten ook producten uit het thuisland mee naar Mekka om daar voor een goede prijs te verkopen en zo hun terugtocht te financieren. Al vroeg in de islamitische geschiedenis had het jaarlijkse aanbod op de bedevaartmarkten dus al een internationaal karakter. Dit werd versterkt doordat (al dan niet tijdelijk gevestigde) handelaren in Mekka en havenstad Djedda stoffen en andere producten importeerden speciaal voor die bedevaartmarkten. De diversiteit in het aanbod en de internationale oriëntatie was daarnaast mede te danken aan de aanwezigheid van buitenlandse kunstenaars en ambachtslieden in Mekka die handgemaakte souvenirs (zoals schilderingen van de Ka’ba door Indiase schilders) maakten, zeker in de negentiende eeuw maar naar grote waarschijnlijkheid al veel vroeger. (Porter 2015, pp. 105-107) Voor pelgrims geldt vaak dat de productieplaats van ondergeschikt belang is: het feit dat de aanschaf in Mekka of Medina plaatsvond en het product dus met de heilige steden in contact is geweest is doorslaggevend. (Mols 2013, p. 76) Hoewel het aanbod in de eerste twee decennia van de 21ste eeuw is uitgebreid met bijvoorbeeld uiteenlopende elektronische apparaten en digitale gadgets, hebben sommige souvenirs zoals bidkleden, bidsnoeren, gouden sieraden en Zemzemwater flesjes niets aan populariteit ingeboet, al is hun verschijningsvorm wel aan verandering onderhevig doordat ook modern design zijn intrede doet in het assortiment van pelgrimsartikelen. Wat gebleven is het internationale aanbod van aandenkens, met de kanttekening dat de lokaal geproduceerde souvenirs ook vaak door buitenlandse vaklui worden geproduceerd. <BR> <BR>

Magneet

Op deze zwarte magneet zijn de contouren getekend van de bovenzijde van de klokkentoren in Mekka. Deze wordt bekroond met een maansikkel (Arabisch: hilal). Boven de wijzerplaat staat geschreven: God is groot (Arabisch: Allahu akbar). <BR> Op de zijkant van de magneet staat zowel in het Engels als Arabisch vermeld: King Abdullah Center for Crescent Observation and Astronomy (Arabisch: Markaz al-Malik Abd Allah li-rasad al-ahilla wa ‘ulum al-falak). Deze magneet is gemaakt in opdracht van het King Abdallah Center for Crescent Observation and Astronomy dat is gehuisvest in het commerciële complex dat bekroond wordt door de Mekka klokkentoren. Dergelijke magneten dienen mede om de klokkentoren en het moderniseringsproces van Mekka te promoten. Ze worden verkocht als souvenir en maken deel uit van een nieuwe generatie aandenkens aan de hadj en omrah (de kleine bedevaart) waarin niet alleen de religieuze iconische gebouwen van de islam centraal staan maar ook een dergelijk commercieel complex.<BR> <BR> De klokkentoren bekroont een van de torens van het Abradj al-Bait complex dat tussen 2006 en 2011 aan de voet van de Grote Moskee van Mekka is gebouwd. De naam betekent letterlijk ‘De torens van het Huis’, waarbij het huis refereert naar het Huis van God, de Ka’ba. Met zijn 607 meter is de Mekka klokkentoren de hoogste klokkentoren ter wereld. Ter vergelijk: hij is 35 maal groter dan de Big Ben in Londen. Het complex bestaat uit zeven hotels, met onder meer winkelcentra, restaurants, sportclubs, gebedsruimtes en garages, en is eigendom van de Saoedische staat. Het maakt deel uit van een moderniseringsproject (het King Abdulaziz waqf project) dat ernaar streeft de bedevaartstad Mekka te optimaliseren voor de toestroom van pelgrims. Voor de bouw van dit complex werd het historische 18de eeuwse Osmaanse al-Adjyad Fort gesloopt, wat tot buitenlandse protesten en woede leidde. Onder pelgrims is de mening over het complex en de modernisering van Mekka verdeeld: van bewondering voor de hoogwaardige technische uitvoering en het bezoekersgemak tot grote kritiek op de commercialisering van Mekka en het gebrek aan respect voor en de afbraak van historische monumenten in de stad Mekka. Ook wordt de verhouding tussen de Ka’ba en de commerciële hoogbouw in de directe omgeving van de Grote Moskee die volgens tegenstanders zoek is bekritiseerd. <BR> <BR> Het aanschaffen van souvenirs als onderdeel van pelgrimage en Mekka als belangrijk handelscentrum gaan beide ver terug in de geschiedenis. Ook al voor de komst van de islam vonden er in en rondom Mekka festivals en bedevaarten plaats waar ook goederen werden verhandeld. Na de komst van de islam werden de bedevaarten gecontinueerd, en was handel tijdens de hadj en de omrah, de kleine bedevaart, toegestaan. Men mocht zijn koopwaar verkopen na het ritueel op de Berg Arafat op dag twee van de pelgrimsrites. Dan kochten pelgrims praktische spullen in voor de terugreis en (luxe)producten als aandenken aan de bedevaart en als geschenk voor familie en vrienden. (Khan 2013, p. 230) Pelgrims brachten ook producten uit het thuisland mee naar Mekka om daar voor een goede prijs te verkopen en zo hun terugtocht te financieren. Al vroeg in de islamitische geschiedenis had het jaarlijkse aanbod op de bedevaartmarkten dus al een internationaal karakter. Dit werd versterkt doordat (al dan niet tijdelijk gevestigde) handelaren in Mekka en havenstad Djedda stoffen en andere producten importeerden speciaal voor die bedevaartmarkten. De diversiteit in het aanbod en de internationale oriëntatie was daarnaast mede te danken aan de aanwezigheid van buitenlandse kunstenaars en ambachtslieden in Mekka die handgemaakte souvenirs (zoals schilderingen van de Ka’ba door Indiase schilders) maakten, zeker in de negentiende eeuw maar naar grote waarschijnlijkheid al veel vroeger. (Porter 2015, pp. 105-107) Voor pelgrims geldt vaak dat de productieplaats van ondergeschikt belang is: het feit dat de aanschaf in Mekka of Medina plaatsvond en het product dus met de heilige steden in contact is geweest is doorslaggevend. (Mols 2013, p. 76) Hoewel het aanbod in de eerste twee decennia van de 21ste eeuw is uitgebreid met bijvoorbeeld uiteenlopende elektronische apparaten en digitale gadgets, hebben sommige souvenirs zoals bidkleden, bidsnoeren, gouden sieraden en Zemzemwater flesjes niets aan populariteit ingeboet, al is hun verschijningsvorm wel aan verandering onderhevig doordat ook modern design zijn intrede doet in het assortiment van pelgrimsartikelen. Wat gebleven is het internationale aanbod van aandenkens, met de kanttekening dat de lokaal geproduceerde souvenirs ook vaak door buitenlandse vaklui worden geproduceerd. <BR> <BR>