Fotoboek van Mekka en Medina

Dit 96 pagina’s tellende fotoboek met de titel Islamitisch Album. Een verzameling foto’s van de twee Nobele Steden (Arabisch: Album Islami. Suwar munawwi’ah min al-Haramain al-Sharifain) bevat foto’s van de twee Heilige Steden Mekka en Medina, en bevat onderschriften in zes talen: Arabisch, Urdu, Perzisch, Engels, Indonesisch en Turks. Het is een verplichting voor gelovige moslims om ten minste een keer in het leven op vastgestelde dagen in de laatste maand van het islamitische kalenderjaar op hadj naar Mekka te gaan, als men ten minste gezond is en over voldoende financiële middelen. De omrah, die ook de kleine bedevaart wordt genoemd, is een vrijwillige bedevaart die men op elk gewenst tijdstip in het jaar kan doen en die alleen rituelen in Mekka bevat. Veel pelgrims combineren de hadj of omrah naar Mekka met een bezoek aan Medina, waar zich de Moskee en het Mausoleum van de Profeet Mohammed bevindt. <BR> <BR> Het boek begint met een getekende impressie van historisch Mekka. De erop volgende pagina’s tonen de bouwactiviteiten voor de uitbreiding van de Grote Moskee van Mekka onder Koning Abdullah ibn Abd al-Aziz. De volgende twee pagina’s bevatten een spread van de klokkentoren die het Abradj al-Bait complex bekroont, dat bestaat uit zeven wolkenkrabbers die onder meer hotels, restaurants, winkelcentra en gebedsruimtes huisvesten en dat gebouwd is als Religieuze Stichting door Koning Abd al-Aziz. aan de voet van de Grote Moskee in Mekka. <BR> <BR> Daarna volgen foto’s van de Ka’ba met biddende pelgrims, en andere sfeerfoto’s van de Grote Moskee. Op p. 29 worden de nieuwe watertanks getoond voor de uitgifte van Zemzemwater, met een impressie ernaast van zes ongeglazuurde aardewerken kannen die volgens het bijschrift dienden voor het uitdelen van Zemzemwater. De zes getekende voorwerpen, zonder bronvermelding, zijn afkomstig uit Christiaan Snouck Hurgronje’s Bilder-Atlas zu Mekka, Haag 1888, plaat 37. (In tegenstelling tot wat het bijschrift vermeldt, werd in werkelijkheid alleen de langwerpige liggende kan gebruikt voor Zemzem-water, terwijl het overige vaatwerk werd gebruikt voor koffie, gewoon water en als kruik voor de rituele wassing in Mekka rond 1884.) Vervolgens zijn enkele van de hadj rituelen vastgelegd, echter niet in de juiste volgorde: eerst wordt hier het sa’i-ritueel (het lopen tussen de heuveltjes Marwa en Safa) verbeeld, daarna het stenigen van de pilaren (dat in werkelijkheid plaatsvindt op dag drie), gevolgd door het staan en bidden bij de berg Arafat, dat in werkelijkheid plaatsvindt op dag twee van de hadj. Het tweede deel van het boek besteedt aandacht aan de Moskee van de Profeet in Medina en verschillende bergen en moskeeën die in de vroege geschiedenis van de islam een belangrijke rol hebben gespeeld. <BR> <BR> Met zijn vele kleurenfoto’s kan dit boek enerzijds dienen als naslagwerk en een visuele herinnering aan de bedevaart en de steden Mekka en Medina. Anderzijds kan het dienen als geschenk en leidraad voor een aspirant pelgrim om zich thuis op de hadj voor te bereiden. Dit fotoboek is in 2011 uitgegeven door Uitgeverij Darussalam in Riyaad.<BR> <BR> Het aanschaffen van souvenirs als onderdeel van pelgrimage en Mekka als belangrijk handelscentrum gaan beide ver terug in de geschiedenis. Ook al voor de komst van de islam vonden er in en rondom Mekka festivals en bedevaarten plaats waar ook goederen werden verhandeld. Na de komst van de islam werden de bedevaarten gecontinueerd, en was handel tijdens de hadj en de omrah, de kleine bedevaart, toegestaan. Men mocht zijn koopwaar verkopen na het ritueel op de Berg Arafat op dag twee van de pelgrimsrites. Dan kochten pelgrims praktische spullen in voor de terugreis en (luxe)producten als aandenken aan de bedevaart en als geschenk voor familie en vrienden. (Khan 2013, p. 230) Pelgrims brachten ook producten uit het thuisland mee naar Mekka om daar voor een goede prijs te verkopen en zo hun terugtocht te financieren. Al vroeg in de islamitische geschiedenis had het jaarlijkse aanbod op de bedevaartmarkten dus al een internationaal karakter. Dit werd versterkt doordat (al dan niet tijdelijk gevestigde) handelaren in Mekka en havenstad Djedda stoffen en andere producten importeerden speciaal voor die bedevaartmarkten. De diversiteit in het aanbod en de internationale oriëntatie was daarnaast mede te danken aan de aanwezigheid van buitenlandse kunstenaars en ambachtslieden in Mekka die handgemaakte souvenirs (zoals schilderingen van de Ka’ba door Indiase schilders) maakten, zeker in de negentiende eeuw maar naar grote waarschijnlijkheid al veel vroeger. (Porter 2015, pp. 105-107) Voor pelgrims geldt vaak dat de productieplaats van ondergeschikt belang is: het feit dat de aanschaf in Mekka of Medina plaatsvond en het product dus met de heilige steden in contact is geweest is doorslaggevend. (Mols 2013, p. 76) Hoewel het aanbod in de eerste twee decennia van de 21ste eeuw is uitgebreid met bijvoorbeeld uiteenlopende elektronische apparaten en digitale gadgets, hebben sommige souvenirs zoals bidkleden, bidsnoeren, gouden sieraden en Zemzemwater flesjes niets aan populariteit ingeboet, al is hun verschijningsvorm wel aan verandering onderhevig doordat ook modern design zijn intrede doet in het assortiment van pelgrimsartikelen. Wat gebleven is het internationale aanbod van aandenkens, met de kanttekening dat de lokaal geproduceerde souvenirs ook vaak door buitenlandse vaklui worden geproduceerd. <BR> <BR>

Fotoboek van Mekka en Medina

Dit 96 pagina’s tellende fotoboek met de titel Islamitisch Album. Een verzameling foto’s van de twee Nobele Steden (Arabisch: Album Islami. Suwar munawwi’ah min al-Haramain al-Sharifain) bevat foto’s van de twee Heilige Steden Mekka en Medina, en bevat onderschriften in zes talen: Arabisch, Urdu, Perzisch, Engels, Indonesisch en Turks. Het is een verplichting voor gelovige moslims om ten minste een keer in het leven op vastgestelde dagen in de laatste maand van het islamitische kalenderjaar op hadj naar Mekka te gaan, als men ten minste gezond is en over voldoende financiële middelen. De omrah, die ook de kleine bedevaart wordt genoemd, is een vrijwillige bedevaart die men op elk gewenst tijdstip in het jaar kan doen en die alleen rituelen in Mekka bevat. Veel pelgrims combineren de hadj of omrah naar Mekka met een bezoek aan Medina, waar zich de Moskee en het Mausoleum van de Profeet Mohammed bevindt. <BR> <BR> Het boek begint met een getekende impressie van historisch Mekka. De erop volgende pagina’s tonen de bouwactiviteiten voor de uitbreiding van de Grote Moskee van Mekka onder Koning Abdullah ibn Abd al-Aziz. De volgende twee pagina’s bevatten een spread van de klokkentoren die het Abradj al-Bait complex bekroont, dat bestaat uit zeven wolkenkrabbers die onder meer hotels, restaurants, winkelcentra en gebedsruimtes huisvesten en dat gebouwd is als Religieuze Stichting door Koning Abd al-Aziz. aan de voet van de Grote Moskee in Mekka. <BR> <BR> Daarna volgen foto’s van de Ka’ba met biddende pelgrims, en andere sfeerfoto’s van de Grote Moskee. Op p. 29 worden de nieuwe watertanks getoond voor de uitgifte van Zemzemwater, met een impressie ernaast van zes ongeglazuurde aardewerken kannen die volgens het bijschrift dienden voor het uitdelen van Zemzemwater. De zes getekende voorwerpen, zonder bronvermelding, zijn afkomstig uit Christiaan Snouck Hurgronje’s Bilder-Atlas zu Mekka, Haag 1888, plaat 37. (In tegenstelling tot wat het bijschrift vermeldt, werd in werkelijkheid alleen de langwerpige liggende kan gebruikt voor Zemzem-water, terwijl het overige vaatwerk werd gebruikt voor koffie, gewoon water en als kruik voor de rituele wassing in Mekka rond 1884.) Vervolgens zijn enkele van de hadj rituelen vastgelegd, echter niet in de juiste volgorde: eerst wordt hier het sa’i-ritueel (het lopen tussen de heuveltjes Marwa en Safa) verbeeld, daarna het stenigen van de pilaren (dat in werkelijkheid plaatsvindt op dag drie), gevolgd door het staan en bidden bij de berg Arafat, dat in werkelijkheid plaatsvindt op dag twee van de hadj. Het tweede deel van het boek besteedt aandacht aan de Moskee van de Profeet in Medina en verschillende bergen en moskeeën die in de vroege geschiedenis van de islam een belangrijke rol hebben gespeeld. <BR> <BR> Met zijn vele kleurenfoto’s kan dit boek enerzijds dienen als naslagwerk en een visuele herinnering aan de bedevaart en de steden Mekka en Medina. Anderzijds kan het dienen als geschenk en leidraad voor een aspirant pelgrim om zich thuis op de hadj voor te bereiden. Dit fotoboek is in 2011 uitgegeven door Uitgeverij Darussalam in Riyaad.<BR> <BR> Het aanschaffen van souvenirs als onderdeel van pelgrimage en Mekka als belangrijk handelscentrum gaan beide ver terug in de geschiedenis. Ook al voor de komst van de islam vonden er in en rondom Mekka festivals en bedevaarten plaats waar ook goederen werden verhandeld. Na de komst van de islam werden de bedevaarten gecontinueerd, en was handel tijdens de hadj en de omrah, de kleine bedevaart, toegestaan. Men mocht zijn koopwaar verkopen na het ritueel op de Berg Arafat op dag twee van de pelgrimsrites. Dan kochten pelgrims praktische spullen in voor de terugreis en (luxe)producten als aandenken aan de bedevaart en als geschenk voor familie en vrienden. (Khan 2013, p. 230) Pelgrims brachten ook producten uit het thuisland mee naar Mekka om daar voor een goede prijs te verkopen en zo hun terugtocht te financieren. Al vroeg in de islamitische geschiedenis had het jaarlijkse aanbod op de bedevaartmarkten dus al een internationaal karakter. Dit werd versterkt doordat (al dan niet tijdelijk gevestigde) handelaren in Mekka en havenstad Djedda stoffen en andere producten importeerden speciaal voor die bedevaartmarkten. De diversiteit in het aanbod en de internationale oriëntatie was daarnaast mede te danken aan de aanwezigheid van buitenlandse kunstenaars en ambachtslieden in Mekka die handgemaakte souvenirs (zoals schilderingen van de Ka’ba door Indiase schilders) maakten, zeker in de negentiende eeuw maar naar grote waarschijnlijkheid al veel vroeger. (Porter 2015, pp. 105-107) Voor pelgrims geldt vaak dat de productieplaats van ondergeschikt belang is: het feit dat de aanschaf in Mekka of Medina plaatsvond en het product dus met de heilige steden in contact is geweest is doorslaggevend. (Mols 2013, p. 76) Hoewel het aanbod in de eerste twee decennia van de 21ste eeuw is uitgebreid met bijvoorbeeld uiteenlopende elektronische apparaten en digitale gadgets, hebben sommige souvenirs zoals bidkleden, bidsnoeren, gouden sieraden en Zemzemwater flesjes niets aan populariteit ingeboet, al is hun verschijningsvorm wel aan verandering onderhevig doordat ook modern design zijn intrede doet in het assortiment van pelgrimsartikelen. Wat gebleven is het internationale aanbod van aandenkens, met de kanttekening dat de lokaal geproduceerde souvenirs ook vaak door buitenlandse vaklui worden geproduceerd. <BR> <BR>