Ring van carneool (kornalijn), gezet in zilver. Het carneool is voorzien van ingegraveerde inscripties in kalligrafisch schrift met de namen van God (Allah) en de ahl al-bayt, de familieleden van de profeet Mohammed die de sjiieten in ere houden, te weten Mohammed, Ali, Fatima, Hassan en Hussein. Deze Bektashi ring - de rode ring van Salmān - staat volgens de profetische geneeskunde (al-ṭibb al-nabawi) voor bescherming. De zilveren rand van de ring - het materiaal is afkomstig uit de omgeving van een zilverberg in Macedonië – telt twaalf inkepingen die de twaalf sjiietische imams symboliseren.<BR> <BR> Een van de centrale doctrines van de Bektashi soefi-orde was dat imam Ali, de grondlegger van de sjiitische tak van de islam, als een goddelijke manifestatie op aarde wordt gezien. Dit werd onder andere duidelijk gemaakt in het verhaal van de mi'raj, de nachtelijke hemelreis van de profeet Mohammed. Bektashi's en alevieten kennen een eigen vertelling van de profeets miraculeuze reis, bijvoorbeeld in verschillende varianten in hymnes (De Jong 1989: 8). Tijdens zijn nachtelijke hemelreis op het fabeldier Buraq ontmoet de profeet een leeuw, waarop de profeet een ring in zijn mond gooide om het beest af te leiden. Later, wanneer de profeet God wil ontmoeten, vraagt hij de sluier tussen hen te verwijderen. Dit verzoek werd gehonoreerd en de profeet stond plotseling tegenover imam Ali. Later nam Ali de ring uit zijn mond en gaf deze terug aan Mohammed, het bewijs dat Ali de leeuw was die hij in de hemelen tegen was gekomen. De ring herinnert zo aan een van de centrale concepten van de Bektashi-leer, namelijk de drie-eenheid van God, Mohammed en Ali (Birge 1937, de Jong 1989).<BR> <BR> Pooyan Tamimi Arab, 2016.