Teslim tasi

Hanger in twaalfpuntige vorm, vervaardigd van marmer (of alabaster?) uit de plaats Haci Bektash. De hanger wordt aan een koord om de nek gedragen door volgelingen van de soefi-orde van de Bektashi's. De hanger is onderdeel van het kostuum van Bektashi derwisjen en wordt door de Bektashi sheikh (baba) aan een volgeling uitgereikt na beëindiging van de initiatie tot de orde. Ook droegen baba’s, oudere Bektashi sheikhs, de hanger over van baba op baba. Zowel de getrouwde als ongetrouwde derwisjen droegen de hanger. De Turkse naam van de hanger (teslim tasi) laat zich vertalen als 'steen der overgave'. De hanger behoort met een zeshoekige kraal en een twaalfvoudig gewonden koord bevestigd te worden. Soms werden er ook twee kleine olijfvormige of kubusvormige, ondoorzichtige stenen aan het koord geregen (zie bijvoorbeeld inv. nr. 7031-44).<BR> <BR> De hangers werden gemaakt van verschillende soorten stenen en mineralen: kristal, carneool, jaspis, jade en alabaster (zowel wit als crèmekleur met roodbruine vlekken). Deze laatste steen heet de Haci Bektash steen en wordt gewonnen in de omgeving van de tekke en mausoleum van Haci Bektash in Centraal Anatolië. Een Bektashi overlevering vertelt dat tijdens het leven van Haci Bektash een vijand hem probeerde te vergiftigen. Hij kwam dit te weten en spuugde al het eten en drinken uit wat hij tot zich had genomen. Een spetter bloed mengde zich hiermee wat resulteerde in het kleuren van de steen (Birge 1937: 233).<BR> <BR> De vorm van de hanger is altijd rond of ovaal en heeft acht of, zoals in dit geval, twaalf hoeken. De betekenis van de twaalf punten kan op meerdere manieren geïnterpreteerd worden. De belangrijkste betekenis is dat de punten de de twaalf sjiitische imams symboliseren. Wanneer Bektashi’s in conversatie raakten met christenen, echter, verwezen ze naar de twaalf apostelen (Birge 1937: 232). Een andere interpretatiemogelijkheid was dat de twaalf hoeken symbool stonden voor de twaalf volkeren van Israël, dus de stamvaders van het joodse volk (Birge 1937: 217). Het feit dat een element als twaalf hoeken alle drie deze betekenissen kon hebben, toont de verbondenheid en overlap van het Bektashisme met andere religies. Daarnaast maakten de symbolen met dubbele betekenissen het makkelijker om zowel moslims als christenen van het Bektashisme te overtuigen (Birge 1937: 210). <BR> <BR> Zoals andere Bektashi voorwerpen verwijst de hanger naar het Bektashi gedachtengoed. Bektashi’s droegen de hanger als symbool van de samensmelting van menselijke individualiteit met “de eeuwige waarheid” ook wel de eenheid van God, Mohammed en Ali (De Jong 1989: 10, 12). Voorts bestaan er legendes die het dragen van de steen verbinden met Mozes en Abu Bakr. In een overlevering wordt beschreven dat Abu Bakr een keer ongepast tot de profeet Mohammed sprak en vanwege zijn schaamtevolle herinnering hieraan een kleine steen om zijn nek hing. Elke keer als hij daarna met de Profeet sprak, nam hij de steen in zijn mond om hem aan zijn fouten te herinneren (Fremgen 1999: 207).<BR> <BR> Luca Bruls, 2016

Teslim tasi

Hanger in twaalfpuntige vorm, vervaardigd van marmer (of alabaster?) uit de plaats Haci Bektash. De hanger wordt aan een koord om de nek gedragen door volgelingen van de soefi-orde van de Bektashi's. De hanger is onderdeel van het kostuum van Bektashi derwisjen en wordt door de Bektashi sheikh (baba) aan een volgeling uitgereikt na beëindiging van de initiatie tot de orde. Ook droegen baba’s, oudere Bektashi sheikhs, de hanger over van baba op baba. Zowel de getrouwde als ongetrouwde derwisjen droegen de hanger. De Turkse naam van de hanger (teslim tasi) laat zich vertalen als 'steen der overgave'. De hanger behoort met een zeshoekige kraal en een twaalfvoudig gewonden koord bevestigd te worden. Soms werden er ook twee kleine olijfvormige of kubusvormige, ondoorzichtige stenen aan het koord geregen (zie bijvoorbeeld inv. nr. 7031-44).<BR> <BR> De hangers werden gemaakt van verschillende soorten stenen en mineralen: kristal, carneool, jaspis, jade en alabaster (zowel wit als crèmekleur met roodbruine vlekken). Deze laatste steen heet de Haci Bektash steen en wordt gewonnen in de omgeving van de tekke en mausoleum van Haci Bektash in Centraal Anatolië. Een Bektashi overlevering vertelt dat tijdens het leven van Haci Bektash een vijand hem probeerde te vergiftigen. Hij kwam dit te weten en spuugde al het eten en drinken uit wat hij tot zich had genomen. Een spetter bloed mengde zich hiermee wat resulteerde in het kleuren van de steen (Birge 1937: 233).<BR> <BR> De vorm van de hanger is altijd rond of ovaal en heeft acht of, zoals in dit geval, twaalf hoeken. De betekenis van de twaalf punten kan op meerdere manieren geïnterpreteerd worden. De belangrijkste betekenis is dat de punten de de twaalf sjiitische imams symboliseren. Wanneer Bektashi’s in conversatie raakten met christenen, echter, verwezen ze naar de twaalf apostelen (Birge 1937: 232). Een andere interpretatiemogelijkheid was dat de twaalf hoeken symbool stonden voor de twaalf volkeren van Israël, dus de stamvaders van het joodse volk (Birge 1937: 217). Het feit dat een element als twaalf hoeken alle drie deze betekenissen kon hebben, toont de verbondenheid en overlap van het Bektashisme met andere religies. Daarnaast maakten de symbolen met dubbele betekenissen het makkelijker om zowel moslims als christenen van het Bektashisme te overtuigen (Birge 1937: 210). <BR> <BR> Zoals andere Bektashi voorwerpen verwijst de hanger naar het Bektashi gedachtengoed. Bektashi’s droegen de hanger als symbool van de samensmelting van menselijke individualiteit met “de eeuwige waarheid” ook wel de eenheid van God, Mohammed en Ali (De Jong 1989: 10, 12). Voorts bestaan er legendes die het dragen van de steen verbinden met Mozes en Abu Bakr. In een overlevering wordt beschreven dat Abu Bakr een keer ongepast tot de profeet Mohammed sprak en vanwege zijn schaamtevolle herinnering hieraan een kleine steen om zijn nek hing. Elke keer als hij daarna met de Profeet sprak, nam hij de steen in zijn mond om hem aan zijn fouten te herinneren (Fremgen 1999: 207).<BR> <BR> Luca Bruls, 2016