De namen van de zevenslapers

Deze prent is opmerkelijk vanwege een vermenging van soennitische en sjiitische elementen. Centraal element in deze kalligrafische compositie is een spiegel met een zeshoekige ster. In de buitenste vlakken zijn de namen van de metgezellen van de grot (Arabisch: ashab al-kahf) ofwel de zevenslapers van Efeze uit hoofdstuk 18 van de Koran geschreven. De namen van de metgezellen Mernush, Debernush, Sazenush, Kefeshtetyush en Qitmir, hun hond, zijn in het bruin geschreven. Yemlikha, Mekselina en Meslina zijn in het rood gekalligrafeerd en vormen de lijnen van de zeshoek. In het midden van de zeshoek staat de geloofsbelijdenis in vierkant Kufi-schrift, “Er is geen God behalve God en Mohammed is de Profeet van God.” In de zes driehoeken staan de namen van de vier rechtgeleide kaliefen, aangevuld met Hassan en Hussein, die vereerd worden door sjiieten.<BR> <BR> De greep van de spiegel is beschreven met de namen van de twaalf sjiitische imams, terwijl aan weerszijden daarvan de namen van de vier imams van de vier soennitische rechtsscholen worden genoemd: Hanafi, Maliki, Shafi’i en Hanbali. Op de buitenrand van de spiegel wordt de “gezegende boom van de profeet” beschreven, dat wil zeggen de stamboom van de profeet Mohammed, tegen de klok in beginnend met Adam en profeten zoals Nuh en Ibrahim, eindigend met Mohammeds vader Abdallah en de profeet zelf.<BR> <BR> Onderaan de prent wordt de maker genoemd, de “meester Seyyidov, zoon van Ulî Mohammad Djan Khalil Allah” [Ulî zou de naam van een plaats kunnen zijn], en vermeld dat de prent is gedrukt op de pers van de Universiteit in Kazan in 1901. Als prent zou het daarom een educatieve functie hebben kunnen vervuld. Een andere functie wordt genoemd door Paret (2012), die schrijft dat de heiligheid van de namen van de zevenslapers in het relatief nabije Turkistan (Kazachstan) werd geassocieerd met geluk en dat daarom zulke prenten opgehangen werden in winkels en huizen als bescherming tegen het kwaad. Linksonder wordt een heel ander aspect van deze afbeelding getoond, namelijk de regulering van religieuze diversiteit door de staat. In het Russisch wordt vermeld dat de censuur van de overheid in St. Petersburg deze publicatie heeft goedgekeurd.<BR> <BR> Voorts staan er teksten in vier meerkleurige waaiers in de hoeken van de afbeelding. Rechtsboven staat: “En Wij zenden van de Koran [gedeelten] neer die genezing en barmhartigheid zijn voor de gelovigen. De onrechtplegers lijden alleen maar meer verlies.” (Koran 17: 82). Linksboven wordt God geprezen, “Heilig is God, en lof zij God, en er is geen godheid dan God, en God is groot, en er is geen kracht of macht buiten God om, de Almachtige, de Verhevene.” In de waaier linksonder staat: “Hij is van Soelaimaan en hij luidt: In de naam van God, de erbarmer, de barmhartige. Wees niet hovaardig tegenover mij en komt tot mij als [mensen] die zich [aan God] hebben overgegeven” (Koran 27: 30-31). De twee verzen worden aangevuld met “De almachtige God heeft de waarheid gesproken.” Rechtsonder staat de spreuk “Ik zoek toevlucht bij God tegen Satan de verworpene” gevolgd door de basmala en “En jij bent hoogstaand van karakter” (Koran 68: 4).<BR> <BR> Pooyan Tamimi Arab, 2016.

De namen van de zevenslapers

Deze prent is opmerkelijk vanwege een vermenging van soennitische en sjiitische elementen. Centraal element in deze kalligrafische compositie is een spiegel met een zeshoekige ster. In de buitenste vlakken zijn de namen van de metgezellen van de grot (Arabisch: ashab al-kahf) ofwel de zevenslapers van Efeze uit hoofdstuk 18 van de Koran geschreven. De namen van de metgezellen Mernush, Debernush, Sazenush, Kefeshtetyush en Qitmir, hun hond, zijn in het bruin geschreven. Yemlikha, Mekselina en Meslina zijn in het rood gekalligrafeerd en vormen de lijnen van de zeshoek. In het midden van de zeshoek staat de geloofsbelijdenis in vierkant Kufi-schrift, “Er is geen God behalve God en Mohammed is de Profeet van God.” In de zes driehoeken staan de namen van de vier rechtgeleide kaliefen, aangevuld met Hassan en Hussein, die vereerd worden door sjiieten.<BR> <BR> De greep van de spiegel is beschreven met de namen van de twaalf sjiitische imams, terwijl aan weerszijden daarvan de namen van de vier imams van de vier soennitische rechtsscholen worden genoemd: Hanafi, Maliki, Shafi’i en Hanbali. Op de buitenrand van de spiegel wordt de “gezegende boom van de profeet” beschreven, dat wil zeggen de stamboom van de profeet Mohammed, tegen de klok in beginnend met Adam en profeten zoals Nuh en Ibrahim, eindigend met Mohammeds vader Abdallah en de profeet zelf.<BR> <BR> Onderaan de prent wordt de maker genoemd, de “meester Seyyidov, zoon van Ulî Mohammad Djan Khalil Allah” [Ulî zou de naam van een plaats kunnen zijn], en vermeld dat de prent is gedrukt op de pers van de Universiteit in Kazan in 1901. Als prent zou het daarom een educatieve functie hebben kunnen vervuld. Een andere functie wordt genoemd door Paret (2012), die schrijft dat de heiligheid van de namen van de zevenslapers in het relatief nabije Turkistan (Kazachstan) werd geassocieerd met geluk en dat daarom zulke prenten opgehangen werden in winkels en huizen als bescherming tegen het kwaad. Linksonder wordt een heel ander aspect van deze afbeelding getoond, namelijk de regulering van religieuze diversiteit door de staat. In het Russisch wordt vermeld dat de censuur van de overheid in St. Petersburg deze publicatie heeft goedgekeurd.<BR> <BR> Voorts staan er teksten in vier meerkleurige waaiers in de hoeken van de afbeelding. Rechtsboven staat: “En Wij zenden van de Koran [gedeelten] neer die genezing en barmhartigheid zijn voor de gelovigen. De onrechtplegers lijden alleen maar meer verlies.” (Koran 17: 82). Linksboven wordt God geprezen, “Heilig is God, en lof zij God, en er is geen godheid dan God, en God is groot, en er is geen kracht of macht buiten God om, de Almachtige, de Verhevene.” In de waaier linksonder staat: “Hij is van Soelaimaan en hij luidt: In de naam van God, de erbarmer, de barmhartige. Wees niet hovaardig tegenover mij en komt tot mij als [mensen] die zich [aan God] hebben overgegeven” (Koran 27: 30-31). De twee verzen worden aangevuld met “De almachtige God heeft de waarheid gesproken.” Rechtsonder staat de spreuk “Ik zoek toevlucht bij God tegen Satan de verworpene” gevolgd door de basmala en “En jij bent hoogstaand van karakter” (Koran 68: 4).<BR> <BR> Pooyan Tamimi Arab, 2016.