De vergiftiging van Imam Reza door de kalief Maʿmun

Op deze steendruk zijn Ali bin Musa al-Reza of Imam Reza (gest. 818 A.D.), de achtste van de Twaalf Imams, en de Abassadische kalief Maʿmun (gest. 833 A.D.) zittend afgebeeld. Maʿmun biedt een tros druiven aan Imam Reza, dat onderaan wordt geduid als de “ontmoeting van de vervloekte Maʿmun, die Zijne Excellentie Reza [dodelijk] vergiftigt.” Bovenaan in het midden wordt Imam Reza aangeroepen in het heden, “O achtste Imam, sta me bij.” Deze prent werd gedrukt en verkocht in Mashhad, de heilige stad in het noord-oosten van Iran waar het mausoleum van Imam Reza zich bevindt. Linksonder is de prent nederig gesigneerd door de kunstenaar, “de pen van de minderwaardige Mohammad Saneʿi.” Kort voor verkoop is de prent ingekleurd om de afbeelding aantrekkelijker te maken.<BR> <BR> De relatie tussen kalief Maʿmun en Imam Reza is complex en tegenstrijdig. De Abbasidische kalief wees Imam Reza aan als zijn opvolger, zodoende poogde hij het kalifaat te verzoenen met sjiitische tegenstanders. Hoewel sjiitische bronnen dit tegenspreken is het waarschijnlijk dat de kalief in zijn poging om de Abbasiden en sjiieten te verzoenen zelfs de destijds politiek belangrijke titel al-Reza, “de voldane,” aan de achtste Imam heeft gegeven (Madelung 2011, Bayhom-Daou in EI3). Verscheidene bronnen omschrijven Imam Reza als politiek matig ambitieus en meer geïnteresseerd in religieuze geleerdheid. Zijn kortdurende status als opvolger van de kalief vervulde vooral een symbolische functie. Ondanks deze opmerkelijke band tussen de kalief en de Imam wordt Maʿmun er ook van verdacht zijn opvolger te hebben vergiftigd, vanwege een machtige Abbasidische oppositie in Baghdad en volgens de sjiitische visie ook vanwege de grote populariteit van de Imam. Tegenstrijdig is dat Maʿmun groot verdriet zou hebben getoond over de dood van Imam Reza en beval hem naast zijn vader―de legendarische kalief Harun al-Rashid― te begraven in een plaats in Khorasan. Deze plaats kreeg vanaf de tiende eeuw A.D. de naam Mashhad, wat betekent “de plaats van martelaarschap,” namelijk van Imam Reza. Vandaag is Mashhad een van de meest bezochte pelgrimslocaties en een van de grootste moskeecomplexen ter wereld.<BR> <BR> Bovenaan de prent wordt in het groot aan God gevraagd Imam Reza te zegenen en gezegd dat God van hem houdt die van de Imam houdt en de vijand is van zijn vijand, eindigend met “moge God de kwelling van hen die een aandeel hadden in zijn bloedvergieten vermenigvuldigen” (اللهم صل على علي بن موسى الرضا إمام المسلمين ، ووال من والاه وعاد من عاداه وضاعف العذاب على من شرك في دمه). In de omlijsting staan voorts Perzische teksten in Nastaliq schrift, met name verzen uit een gedicht dat (verkeerd) is toegeschreven aan de soefidichter Hafez. <BR> <BR> Het gedicht begint bovenaan met “O hart, wees een slaaf van de koning van de wereld,” dat wil zeggen Imam Reza. De dichtregels plaatsen Imam Reza tussen God en de gelovige in, wie in hem gelooft zal altijd beschermd worden door God (ای دل غلام شاه جهان باش و شاه باش / پـیـوسـتـه در حـمـایـت لطـف اله باش). Linksboven wordt gesteld dat vroomheid in het hart en de kennis van God zit en niet in uiterlijkheden, zoals de kleur van iemands kleding. “Kleed je zoals je wil, in het wit of in het zwart,” dat wil zeggen als je maar op zoek bent naar authentieke vroomheid (مرد خـدا شـنـاس که تـقـوی طلب کند / خواهی سپید جامه و خواهی سیاه باش). Rechtsboven noemen de verzen het “graf van de achtste Imam en de Sultan van het Geloof, Reza,” en wordt geadviseerd het graf vanuit het hart te zoenen en naar het mausoleum in Mashhad te gaan (قبر امـام هـشتم و سلطان دیـن رضـا / از جان ببوس و بر در آن بــارگاه باش). Vervolgens wordt Imam Reza vergeleken met een bloem en tegen de gelovige gezegd dat het plukken van deze bloem te hoog gegrepen is voor een lage dienaar. En omdat de gelovige zelf geen verheven bloem kan zijn wordt aangeraden deze tenminste te ondersteunen als plant: “Omdat jij geen bloem kunt zijn, wees dan tenminste een plant” (دستت نمی رسد که بچینی گلی ز شاخ / باری به گلبن ایشان گیاه باش). Het gedicht gaat aan de linkerkant verder en sluit af met een strijdlustige toon, waarin gesteld wordt dat er aan buitenstaanders, dwz. vijanden van het geloof in Imam Reza, geen millimeter zal worden toegekend, zelfs niet als de andere kant duizend maal zoveel aanbiedt. “Zeg [in plaats daarvan: van berg tot berg, wees een leger [dwz. een vijand] tegen de huichelaars” (از خارجی هزار به یک جو نمـی خرند / گو کوه تا بکوه منافق سپاه باش). <BR> <BR> Onderaan in de omlijsting wordt vermeld dat de prent is gedrukt in de werkplaats van Akhavan Ketabchi en werd verkocht in de stad Mashhad bij de ingang van de Goharshad Moskee bij Agha Sheykh Gholam Reza Ketabi. Naast het feit dat zulke afbeeldingen door pelgrims konden worden gekocht als souvenir (zie ook Marzolph 2014 over pelgrimages naar Mashhad), om op bijvoorbeeld thuis of in een winkel op te hangen, kan de sociale functie ook vanuit de lithografische techniek begrepen worden. De lithografie was namelijk een belangrijk medium voor de productie van religieuze voorstellingen op papier. Deze kunstvorm werd ongeveer een eeuw lang toegepast in Iran, vanaf de introductie van de techniek in 1833 tot de jaren vijftig van de twintigste eeuw, toen de laatste lithografiewerkplaats zijn deuren sloot (Marzolph 2001, 2009, 2011, 2012). De techniek raakte populair vanwege de relatief lage productiekosten, zodat de productie en verkoop van boeken en prenten op grote schaal mogelijk werd. Aan de andere kant was lithografie populair vanwege culturele en artistieke redenen. In tegenstelling tot moderne mechanische typografie konden dankzij de lithografie complexe vormen en iconografie behouden en gepopulariseerd worden. Geïllustreerde boeken gedrukt met de lithografietechniek in Iran bouwden zo voort op een verfijnde en eeuwenoude kalligrafische traditie. In de Qajar periode raakten op deze manier sjiitische thema’s, die eerder alleen beschikbaar waren voor de elite, visueel populair (cf. Ekhtiar 2015: 146 en Flaskerud 2010: 28-29). Dit ging door in de twintigste eeuw. De lithografie nam zo een interessante plaats in tussen de hoge kunstvormen zoals Perzische miniatuurkunst en populaire vormen, met name achterglasschilderingen en koffiehuisschilderingen. Naast het drukken van klassieke literatuur en romantische en populaire verhalen werd de lithografie gebruikt om religieuze boeken te maken. Ook werden enkelzijdige prenten gedrukt zoals deze, waarvan sommige op de bazaar of in en nabij sjiitische gebedshuizen werden verkocht. Van deze enkelzijdige prenten zijn slechts enkele uit de negentiende eeuw bewaard gebleven, vanwege het dagelijkse gebruik en het kwetsbare materiaal. De enkelzijdige prenten van Mohammad Saneʿi (7031-32a t/m 32u) uit de twintigste eeuw volgen deze eerdere voorbeelden van sjiitische iconografie.<BR> <BR> Pooyan Tamimi Arab, 2016.

De vergiftiging van Imam Reza door de kalief Maʿmun

Op deze steendruk zijn Ali bin Musa al-Reza of Imam Reza (gest. 818 A.D.), de achtste van de Twaalf Imams, en de Abassadische kalief Maʿmun (gest. 833 A.D.) zittend afgebeeld. Maʿmun biedt een tros druiven aan Imam Reza, dat onderaan wordt geduid als de “ontmoeting van de vervloekte Maʿmun, die Zijne Excellentie Reza [dodelijk] vergiftigt.” Bovenaan in het midden wordt Imam Reza aangeroepen in het heden, “O achtste Imam, sta me bij.” Deze prent werd gedrukt en verkocht in Mashhad, de heilige stad in het noord-oosten van Iran waar het mausoleum van Imam Reza zich bevindt. Linksonder is de prent nederig gesigneerd door de kunstenaar, “de pen van de minderwaardige Mohammad Saneʿi.” Kort voor verkoop is de prent ingekleurd om de afbeelding aantrekkelijker te maken.<BR> <BR> De relatie tussen kalief Maʿmun en Imam Reza is complex en tegenstrijdig. De Abbasidische kalief wees Imam Reza aan als zijn opvolger, zodoende poogde hij het kalifaat te verzoenen met sjiitische tegenstanders. Hoewel sjiitische bronnen dit tegenspreken is het waarschijnlijk dat de kalief in zijn poging om de Abbasiden en sjiieten te verzoenen zelfs de destijds politiek belangrijke titel al-Reza, “de voldane,” aan de achtste Imam heeft gegeven (Madelung 2011, Bayhom-Daou in EI3). Verscheidene bronnen omschrijven Imam Reza als politiek matig ambitieus en meer geïnteresseerd in religieuze geleerdheid. Zijn kortdurende status als opvolger van de kalief vervulde vooral een symbolische functie. Ondanks deze opmerkelijke band tussen de kalief en de Imam wordt Maʿmun er ook van verdacht zijn opvolger te hebben vergiftigd, vanwege een machtige Abbasidische oppositie in Baghdad en volgens de sjiitische visie ook vanwege de grote populariteit van de Imam. Tegenstrijdig is dat Maʿmun groot verdriet zou hebben getoond over de dood van Imam Reza en beval hem naast zijn vader―de legendarische kalief Harun al-Rashid― te begraven in een plaats in Khorasan. Deze plaats kreeg vanaf de tiende eeuw A.D. de naam Mashhad, wat betekent “de plaats van martelaarschap,” namelijk van Imam Reza. Vandaag is Mashhad een van de meest bezochte pelgrimslocaties en een van de grootste moskeecomplexen ter wereld.<BR> <BR> Bovenaan de prent wordt in het groot aan God gevraagd Imam Reza te zegenen en gezegd dat God van hem houdt die van de Imam houdt en de vijand is van zijn vijand, eindigend met “moge God de kwelling van hen die een aandeel hadden in zijn bloedvergieten vermenigvuldigen” (اللهم صل على علي بن موسى الرضا إمام المسلمين ، ووال من والاه وعاد من عاداه وضاعف العذاب على من شرك في دمه). In de omlijsting staan voorts Perzische teksten in Nastaliq schrift, met name verzen uit een gedicht dat (verkeerd) is toegeschreven aan de soefidichter Hafez. <BR> <BR> Het gedicht begint bovenaan met “O hart, wees een slaaf van de koning van de wereld,” dat wil zeggen Imam Reza. De dichtregels plaatsen Imam Reza tussen God en de gelovige in, wie in hem gelooft zal altijd beschermd worden door God (ای دل غلام شاه جهان باش و شاه باش / پـیـوسـتـه در حـمـایـت لطـف اله باش). Linksboven wordt gesteld dat vroomheid in het hart en de kennis van God zit en niet in uiterlijkheden, zoals de kleur van iemands kleding. “Kleed je zoals je wil, in het wit of in het zwart,” dat wil zeggen als je maar op zoek bent naar authentieke vroomheid (مرد خـدا شـنـاس که تـقـوی طلب کند / خواهی سپید جامه و خواهی سیاه باش). Rechtsboven noemen de verzen het “graf van de achtste Imam en de Sultan van het Geloof, Reza,” en wordt geadviseerd het graf vanuit het hart te zoenen en naar het mausoleum in Mashhad te gaan (قبر امـام هـشتم و سلطان دیـن رضـا / از جان ببوس و بر در آن بــارگاه باش). Vervolgens wordt Imam Reza vergeleken met een bloem en tegen de gelovige gezegd dat het plukken van deze bloem te hoog gegrepen is voor een lage dienaar. En omdat de gelovige zelf geen verheven bloem kan zijn wordt aangeraden deze tenminste te ondersteunen als plant: “Omdat jij geen bloem kunt zijn, wees dan tenminste een plant” (دستت نمی رسد که بچینی گلی ز شاخ / باری به گلبن ایشان گیاه باش). Het gedicht gaat aan de linkerkant verder en sluit af met een strijdlustige toon, waarin gesteld wordt dat er aan buitenstaanders, dwz. vijanden van het geloof in Imam Reza, geen millimeter zal worden toegekend, zelfs niet als de andere kant duizend maal zoveel aanbiedt. “Zeg [in plaats daarvan: van berg tot berg, wees een leger [dwz. een vijand] tegen de huichelaars” (از خارجی هزار به یک جو نمـی خرند / گو کوه تا بکوه منافق سپاه باش). <BR> <BR> Onderaan in de omlijsting wordt vermeld dat de prent is gedrukt in de werkplaats van Akhavan Ketabchi en werd verkocht in de stad Mashhad bij de ingang van de Goharshad Moskee bij Agha Sheykh Gholam Reza Ketabi. Naast het feit dat zulke afbeeldingen door pelgrims konden worden gekocht als souvenir (zie ook Marzolph 2014 over pelgrimages naar Mashhad), om op bijvoorbeeld thuis of in een winkel op te hangen, kan de sociale functie ook vanuit de lithografische techniek begrepen worden. De lithografie was namelijk een belangrijk medium voor de productie van religieuze voorstellingen op papier. Deze kunstvorm werd ongeveer een eeuw lang toegepast in Iran, vanaf de introductie van de techniek in 1833 tot de jaren vijftig van de twintigste eeuw, toen de laatste lithografiewerkplaats zijn deuren sloot (Marzolph 2001, 2009, 2011, 2012). De techniek raakte populair vanwege de relatief lage productiekosten, zodat de productie en verkoop van boeken en prenten op grote schaal mogelijk werd. Aan de andere kant was lithografie populair vanwege culturele en artistieke redenen. In tegenstelling tot moderne mechanische typografie konden dankzij de lithografie complexe vormen en iconografie behouden en gepopulariseerd worden. Geïllustreerde boeken gedrukt met de lithografietechniek in Iran bouwden zo voort op een verfijnde en eeuwenoude kalligrafische traditie. In de Qajar periode raakten op deze manier sjiitische thema’s, die eerder alleen beschikbaar waren voor de elite, visueel populair (cf. Ekhtiar 2015: 146 en Flaskerud 2010: 28-29). Dit ging door in de twintigste eeuw. De lithografie nam zo een interessante plaats in tussen de hoge kunstvormen zoals Perzische miniatuurkunst en populaire vormen, met name achterglasschilderingen en koffiehuisschilderingen. Naast het drukken van klassieke literatuur en romantische en populaire verhalen werd de lithografie gebruikt om religieuze boeken te maken. Ook werden enkelzijdige prenten gedrukt zoals deze, waarvan sommige op de bazaar of in en nabij sjiitische gebedshuizen werden verkocht. Van deze enkelzijdige prenten zijn slechts enkele uit de negentiende eeuw bewaard gebleven, vanwege het dagelijkse gebruik en het kwetsbare materiaal. De enkelzijdige prenten van Mohammad Saneʿi (7031-32a t/m 32u) uit de twintigste eeuw volgen deze eerdere voorbeelden van sjiitische iconografie.<BR> <BR> Pooyan Tamimi Arab, 2016.