Prent met amuletsoera

Groot in het midden van deze prent zijn twee Koranverzen over het boze oog geschreven (68: 51-52). Daaromheen in de omlijsting staat de basmala, de formule 'in de naam van God, de barmhartige, de erbarmer' (bismillah ar-rahman ar-rahiem). Deze tekst wordt gevolgd door het Troonvers uit de Koran. De heilige woorden functioneerden als visuele en aurale – de verzen waren en zijn nog steeds onlosmakelijk verbonden met het reciteren uit de Koran – tekens die bescherming boden tegen het gevaar van het boze oog. De prent is twee keer gesigneerd door Mohammad Saneʿi Khansari en helemaal onderaan wordt vermeld dat het te koop was in de bazaar van Tehran. <BR> <BR> Zowel het Troonvers (Koran 2: 255 inclusief 256-257) als het vers over het boze oog (68: 51-52) wijzen naast de grootsheid van God op het belang en redelijkheid van geloven én op God als de “beschermer van hen die geloven: Hij brengt hen uit de duisternis naar het licht” (2: 257). God beschermt de gelovigen tegen de “ongelovigen” – “Zij zijn het die in het vuur thuishoren: zij zullen daarin altijd blijven” (2: 257) – en tegen het boze oog van mensen die de Profeet beschuldigden van waanzin, “Zij die ongelovig zijn laten jou [de Profeet Mohammed] met hun blikken bijna uitglijden, wanneer zij de vermaning horen en zij zeggen: ‘Hij is bezeten.’ Toch is het niets anders dan een vermaning voor de wereldbewoners” (68: 51-52). In deze soera, die hier functioneert als amuletsoera, wordt de Profeet aangemoedigd te volharden tegen boze blikken, want God zal hem beschermen, terwijl de onredelijkheid van de ongelovigen die de Profeet van waanzin beschuldigen wordt benadrukt in vers 52. De betekenis van deze prent als religieus object moet echter in de eerste plaats gezocht worden in de context van het alledaagse leven waarin aan deze verzen een beschermende werking werd toegedicht. Zulke enkelzijdige prenten werden vooral in huizen en winkels opgehangen aan de muur.<BR> <BR> De sociaalhistorische context van deze prent is die van de bazaar van Tehran in het tweede kwart van de 20e eeuw ten tijde van de Pahlavidynastie (zie Keshavarzian 2009 voor een uitgebreide analyse van de relatie tussen bazaar, staat en religie tijdens de Pahlavidynastie en daarna). In dit geval wordt er vermeld dat de prent in Tehran is gemaakt en werd verkocht in de bazaar in het deel van de tinmakers (تهران ، بازار حلبی سازان کتاب فروشی مظلوم شیرازی). In dat deel van de bazaar bevonden zich in deze periode uitgevers en boekverkopers (Keshavarzian 2009: 45), waaronder de boekhandel (van) Mazlum Shirazi waar deze prent te koop was. Voor de kosten van de prent (30 Shahi) wordt het opmerkelijke woord “gift” (هدیه) gebruikt, wat de religieuze meerwaarde aangeeft van het kopen van de prent (zie Flaskerud 2010, hoofdstuk 8, over het beeld als religieuze gift in sjiitisch Iran).<BR> <BR> Om de sociale functie van deze prent beter te begrijpen is het ook noodzakelijk om stil te staan bij de lithografische techniek, die in Iran is gebruikt om religieuze voorstellingen op papier te drukken. Lithografische illustratie was een kunstvorm die in Iran ongeveer een eeuw is toegepast, vanaf de introductie van de techniek in Iran in 1833 tot de jaren vijftig van de twintigste eeuw, toen de laatste lithografiewerkplaats zijn deuren sloot (Marzolph 2001, 2009, 2011, 2012). Deze techniek raakte populair vanwege de relatief lage productiekosten, zodat de productie en verkoop van boeken en prenten op grote schaal mogelijk werd. Aan de andere kant was lithografie populair vanwege culturele en artistieke redenen. In tegenstelling tot moderne mechanische typografie konden dankzij de lithografie complexe vormen en iconografie behouden en gepopulariseerd worden. Geïllustreerde boeken gedrukt met de lithografietechniek in Iran bouwden zo voort op een verfijnde en eeuwenoude kalligrafische traditie. In de Qajar periode raakten op deze manier sjiitische thema’s, die eerder alleen beschikbaar waren voor de elite, visueel populair (cf. Ekhtiar 2015: 146 en Flaskerud 2010: 28-29). Dit continueerde in de twintigste eeuw. De lithografie nam zo een interessante plaats in tussen de hoge kunstvormen, zoals Perzische miniatuurkunst, en populaire vormen, zoals achterglasschilderingen en koffiehuisschilderingen. Naast het drukken van klassieke literatuur en romantische en populaire verhalen werd de lithografie gebruikt om religieuze boeken te maken. Ook werden enkelzijdige prenten gedrukt zoals deze, waarvan sommige op de bazaar of in en nabij sjiitische gebedshuizen werden verkocht. Van deze enkelzijdige prenten zijn slechts enkele uit de negentiende eeuw bewaard gebleven, vanwege het dagelijkse gebruik en het kwetsbare materiaal. De enkelzijdige prenten van Mohammad Saneʿi (7031-32a t/m 32u) uit de twintigste eeuw volgen deze eerdere voorbeelden van sjiitische iconografie.<BR> <BR> Pooyan Tamimi Arab, 2016.

Prent met amuletsoera

Groot in het midden van deze prent zijn twee Koranverzen over het boze oog geschreven (68: 51-52). Daaromheen in de omlijsting staat de basmala, de formule 'in de naam van God, de barmhartige, de erbarmer' (bismillah ar-rahman ar-rahiem). Deze tekst wordt gevolgd door het Troonvers uit de Koran. De heilige woorden functioneerden als visuele en aurale – de verzen waren en zijn nog steeds onlosmakelijk verbonden met het reciteren uit de Koran – tekens die bescherming boden tegen het gevaar van het boze oog. De prent is twee keer gesigneerd door Mohammad Saneʿi Khansari en helemaal onderaan wordt vermeld dat het te koop was in de bazaar van Tehran. <BR> <BR> Zowel het Troonvers (Koran 2: 255 inclusief 256-257) als het vers over het boze oog (68: 51-52) wijzen naast de grootsheid van God op het belang en redelijkheid van geloven én op God als de “beschermer van hen die geloven: Hij brengt hen uit de duisternis naar het licht” (2: 257). God beschermt de gelovigen tegen de “ongelovigen” – “Zij zijn het die in het vuur thuishoren: zij zullen daarin altijd blijven” (2: 257) – en tegen het boze oog van mensen die de Profeet beschuldigden van waanzin, “Zij die ongelovig zijn laten jou [de Profeet Mohammed] met hun blikken bijna uitglijden, wanneer zij de vermaning horen en zij zeggen: ‘Hij is bezeten.’ Toch is het niets anders dan een vermaning voor de wereldbewoners” (68: 51-52). In deze soera, die hier functioneert als amuletsoera, wordt de Profeet aangemoedigd te volharden tegen boze blikken, want God zal hem beschermen, terwijl de onredelijkheid van de ongelovigen die de Profeet van waanzin beschuldigen wordt benadrukt in vers 52. De betekenis van deze prent als religieus object moet echter in de eerste plaats gezocht worden in de context van het alledaagse leven waarin aan deze verzen een beschermende werking werd toegedicht. Zulke enkelzijdige prenten werden vooral in huizen en winkels opgehangen aan de muur.<BR> <BR> De sociaalhistorische context van deze prent is die van de bazaar van Tehran in het tweede kwart van de 20e eeuw ten tijde van de Pahlavidynastie (zie Keshavarzian 2009 voor een uitgebreide analyse van de relatie tussen bazaar, staat en religie tijdens de Pahlavidynastie en daarna). In dit geval wordt er vermeld dat de prent in Tehran is gemaakt en werd verkocht in de bazaar in het deel van de tinmakers (تهران ، بازار حلبی سازان کتاب فروشی مظلوم شیرازی). In dat deel van de bazaar bevonden zich in deze periode uitgevers en boekverkopers (Keshavarzian 2009: 45), waaronder de boekhandel (van) Mazlum Shirazi waar deze prent te koop was. Voor de kosten van de prent (30 Shahi) wordt het opmerkelijke woord “gift” (هدیه) gebruikt, wat de religieuze meerwaarde aangeeft van het kopen van de prent (zie Flaskerud 2010, hoofdstuk 8, over het beeld als religieuze gift in sjiitisch Iran).<BR> <BR> Om de sociale functie van deze prent beter te begrijpen is het ook noodzakelijk om stil te staan bij de lithografische techniek, die in Iran is gebruikt om religieuze voorstellingen op papier te drukken. Lithografische illustratie was een kunstvorm die in Iran ongeveer een eeuw is toegepast, vanaf de introductie van de techniek in Iran in 1833 tot de jaren vijftig van de twintigste eeuw, toen de laatste lithografiewerkplaats zijn deuren sloot (Marzolph 2001, 2009, 2011, 2012). Deze techniek raakte populair vanwege de relatief lage productiekosten, zodat de productie en verkoop van boeken en prenten op grote schaal mogelijk werd. Aan de andere kant was lithografie populair vanwege culturele en artistieke redenen. In tegenstelling tot moderne mechanische typografie konden dankzij de lithografie complexe vormen en iconografie behouden en gepopulariseerd worden. Geïllustreerde boeken gedrukt met de lithografietechniek in Iran bouwden zo voort op een verfijnde en eeuwenoude kalligrafische traditie. In de Qajar periode raakten op deze manier sjiitische thema’s, die eerder alleen beschikbaar waren voor de elite, visueel populair (cf. Ekhtiar 2015: 146 en Flaskerud 2010: 28-29). Dit continueerde in de twintigste eeuw. De lithografie nam zo een interessante plaats in tussen de hoge kunstvormen, zoals Perzische miniatuurkunst, en populaire vormen, zoals achterglasschilderingen en koffiehuisschilderingen. Naast het drukken van klassieke literatuur en romantische en populaire verhalen werd de lithografie gebruikt om religieuze boeken te maken. Ook werden enkelzijdige prenten gedrukt zoals deze, waarvan sommige op de bazaar of in en nabij sjiitische gebedshuizen werden verkocht. Van deze enkelzijdige prenten zijn slechts enkele uit de negentiende eeuw bewaard gebleven, vanwege het dagelijkse gebruik en het kwetsbare materiaal. De enkelzijdige prenten van Mohammad Saneʿi (7031-32a t/m 32u) uit de twintigste eeuw volgen deze eerdere voorbeelden van sjiitische iconografie.<BR> <BR> Pooyan Tamimi Arab, 2016.