Het mausoleum van Ahmad al-Rifa’i

Gouache met het mausoleum van Ahmad ar-Rifa'î (1118-1182), stichter van de Rifa'î soefibroederschap. Deze islamitische mystieke orde ontstond in het zuiden van Irak en verspreidde zich naar Anatolië vanaf de dertiende eeuw. Het mausoleum bevond zich bij Tal Afar in Noord-Irak en werd in 2014 vernietigd door de organisatie “Islamitische Staat (in Irak en de Levant)”. De afbeelding is geen letterlijke representatie van het echte mausoleum, maar een symbolische weergave. De afbeelding functioneerde naar alle waarschijnlijkheid ook als amulet tegen gevaarlijke dieren, zoals schorpioenen en slangen (Tanman 2001).<BR> <BR> Het werk is gesigneerd door de maker Ömer Rüşdi en gedateerd 1341 A.H. (1922-1923 A.D.). Er zijn meerdere gouaches met deze voorstelling van Ömer Rüşdi bekend. Van Ömer Ruşd is bekend dat hij zelf tot de Naqshbandi orde behoorde, maar ook schilderingen maakte voor andere ordes waaronder de Rifa’i soefi-orde en de Qadiriyya orde (zie inv. nr. 7031-27).<BR> <BR> De objecten op de afbeelding moeten geïnterpreteerd worden als attributen, die op symbolische wijze herinneren aan Ahmad ar-Rifa'î en de Rifa'î soefibroederschap zoals die werd voorgesteld in het Ottomaanse Rijk van de negentiende en begin twintigste eeuw. Het inmiddels vernietigde mausoleum en grafmonument van ar-Rifa'î leek niet op deze afbeelding, omdat het mausoleum in Irak moeilijk te bereiken was en de kunstenaar er nooit geweest was. Waarschijnlijk baseerde de kunstenaar zich op al bestaande Ottomaanse afbeeldingen. Afbeeldingen van het mausoleum van ar-Rifa'î werden gemaakt in verschillende delen van het Ottomaanse Rijk, waaronder Anatolië, Macedonië en Tunesië, en ook in de hoofdstad Istanbul. <BR> <BR> Centraal in de compositie is een baldakijn gesteund door vier witte zuilen en met een grijze koepel. Het mausoleum bevat een houten sarcofaag (sanduka) met een het hoofddeksel van een soefisjeik (tac-ı şerif ofwel “nobele kroon”). Deze compositie van een sarcofaag onder een baldakijn, geïnspireerd door christelijke voorbeelden, verleent een heilige status aan ar-Rifa'î, die door zijn volgelingen werd geëerd als spirituele opvolger en bloedverwant van de profeet Mohammed. De sarcofaag is naar Ottomaanse traditie een rechthoekige kist met een driehoekige punt aan de bovenzijde en neemt in hoogte toe aan de bovenkant. Het lichaam van de overledene ligt niet in de sarcofaag die leeg is en bovenop het eigenlijke graf wordt geplaatst. Zulke grafmonumenten konden versierd worden met aan de overledene gerelateerde objecten, zoals hier de Rifa'î tac-ı şerif en een tulband gelobd met acht of twaalf zijdes. Het getal twaalf stond symbool voor de twaalf sjiitische imams (Tanman 2001: 12; cf. Frembgen 1999: 29). De zwarte kleur van de tulband symboliseerde ar-Rifa'î's esoterische kennis van God. Dergelijke sarcofagen werden ook, zoals op deze gouache schematisch is aangegeven, versierd met doeken die eerder gebruikt waren voor de Ka'aba of de moskee van de profeet Mohammed (zie TM-4321-7) of met doeken die met goud- of zilverdraad waren geborduurd.<BR> <BR> Op die manier was de sarcofaag een antropomorf grafmonument dat attributen gebruikte om een persoon te herdenken. Leden van een soefibroederschap beschouwden een dergelijk monument als spiritueel symbool van de persoon die daaronder was begraven. De olielamp die boven de kist hangt symboliseert goddelijk licht. De twee vaandels aan het hoofd van de kist symboliseren het idee dat Ahmad ar-Rifa'î de hoogste rang in de hiërarchie van heiligen had behaald. Op de rode vaandel staat 'O heilige Bezitter van Twee Vaandels' ('Yâ Hazret Pir Abu al-'alamayn), een van de titels van ar-Rifa'i, en op de zwarte vaandel staat 'Sayyid Ahmad ar-Rifa'î'. Aan de linkerkant van de sarcofaag staan twee wapens die in deze tekening sterk vervaagd zijn, te weten een lange bijl en een strijdknots. De bijl is een bekend soefisymbool; de knots (topuzu) werd specifieker geassocieerd met de Rifa'î broederschap. <BR> <BR> Aan beide zijden van het mausoleum is een leeuw afgebeeld; een ervan rust zijn poot op een globe waaruit een boom ontspruit. De leeuw en mogelijk ook globe representeren de spirituele kracht van Ahmad ar-Rifa'î. Over Rifa'î werd ook gezegd dat hij macht had over leeuwen en zelfs op een leeuw heeft gereden. Voor het mausoleum zijn een schorpioen en een slang afgebeeld, twee voorbeelden van giftige dieren waarvan geloofd werd dat ze aan de soefiheilige gezworen hadden zijn volgelingen niet te deren. De spirituele kracht van ar-Rifa'î werd in het Ottomaanse Rijk, ook door mensen die niet lid waren van de broederschap, gebruikt om te beschermen tegen schorpioenen en slangen door afbeeldingen zoals deze op te hangen in huizen.<BR> <BR> Voorts zijn om het mausoleum heen ronde medaillons geplaatst met de namen van God, de profeet Mohammed; de vier eerste kaliefen: Abu Bakr, 'Umar, Úthman, Ali; Hassan en Hussein. Tussen de medaillons staan dichtregels – in het Arabisch en Turks– die de innige band tussen de profeet Mohammed en Ahmad ar-Rifa'î expliciet bevestigen. Volgens een legende van de Rifa'î soefibroederschap reisde hun stichter naar Medina om het graf van de profeet Mohammed te bezoeken. Daar gebeurde een wonder. De profeet stak zijn hand vanuit het graf naar de mysticus. Het gedicht gaat over deze gebeurtenis:<BR> <BR> Rechtsmidden: <BR> Oldu ol gavs-ı muazzam mazhar-ı bezm-i kabûl<BR> Destini sundu ana kabr-i şerifinde Resûl<BR> De grootste dienaar werd uitgenodigd tot een eerbare ontmoeting<BR> Vanuit zijn nobel graf stak de profeet naar hem uit, zijn hand<BR> Linksmidden: <BR> Yed be yed irâs-ı feyz etdi Muhammed Ahmede<BR> Oldu bir ferde lâyık böyle âlî bir vüsûl <BR> Ahmed werd door Mohammed verlicht, van hand tot hand <BR> Dankzij zijn waardigheid vond deze verheven vereniging plaats<BR> Rechtsonder: <BR> Var mı bir gayrı bunu inkâre<BR> Şemse lazım mı gelir emmâre<BR> Is er iemand die het ontkent? <BR> Is het nodig de zon te bevelen [te schijnen]? <BR> <BR> Pooyan Tamimi Arab, 2016.

Het mausoleum van Ahmad al-Rifa’i

Gouache met het mausoleum van Ahmad ar-Rifa'î (1118-1182), stichter van de Rifa'î soefibroederschap. Deze islamitische mystieke orde ontstond in het zuiden van Irak en verspreidde zich naar Anatolië vanaf de dertiende eeuw. Het mausoleum bevond zich bij Tal Afar in Noord-Irak en werd in 2014 vernietigd door de organisatie “Islamitische Staat (in Irak en de Levant)”. De afbeelding is geen letterlijke representatie van het echte mausoleum, maar een symbolische weergave. De afbeelding functioneerde naar alle waarschijnlijkheid ook als amulet tegen gevaarlijke dieren, zoals schorpioenen en slangen (Tanman 2001).<BR> <BR> Het werk is gesigneerd door de maker Ömer Rüşdi en gedateerd 1341 A.H. (1922-1923 A.D.). Er zijn meerdere gouaches met deze voorstelling van Ömer Rüşdi bekend. Van Ömer Ruşd is bekend dat hij zelf tot de Naqshbandi orde behoorde, maar ook schilderingen maakte voor andere ordes waaronder de Rifa’i soefi-orde en de Qadiriyya orde (zie inv. nr. 7031-27).<BR> <BR> De objecten op de afbeelding moeten geïnterpreteerd worden als attributen, die op symbolische wijze herinneren aan Ahmad ar-Rifa'î en de Rifa'î soefibroederschap zoals die werd voorgesteld in het Ottomaanse Rijk van de negentiende en begin twintigste eeuw. Het inmiddels vernietigde mausoleum en grafmonument van ar-Rifa'î leek niet op deze afbeelding, omdat het mausoleum in Irak moeilijk te bereiken was en de kunstenaar er nooit geweest was. Waarschijnlijk baseerde de kunstenaar zich op al bestaande Ottomaanse afbeeldingen. Afbeeldingen van het mausoleum van ar-Rifa'î werden gemaakt in verschillende delen van het Ottomaanse Rijk, waaronder Anatolië, Macedonië en Tunesië, en ook in de hoofdstad Istanbul. <BR> <BR> Centraal in de compositie is een baldakijn gesteund door vier witte zuilen en met een grijze koepel. Het mausoleum bevat een houten sarcofaag (sanduka) met een het hoofddeksel van een soefisjeik (tac-ı şerif ofwel “nobele kroon”). Deze compositie van een sarcofaag onder een baldakijn, geïnspireerd door christelijke voorbeelden, verleent een heilige status aan ar-Rifa'î, die door zijn volgelingen werd geëerd als spirituele opvolger en bloedverwant van de profeet Mohammed. De sarcofaag is naar Ottomaanse traditie een rechthoekige kist met een driehoekige punt aan de bovenzijde en neemt in hoogte toe aan de bovenkant. Het lichaam van de overledene ligt niet in de sarcofaag die leeg is en bovenop het eigenlijke graf wordt geplaatst. Zulke grafmonumenten konden versierd worden met aan de overledene gerelateerde objecten, zoals hier de Rifa'î tac-ı şerif en een tulband gelobd met acht of twaalf zijdes. Het getal twaalf stond symbool voor de twaalf sjiitische imams (Tanman 2001: 12; cf. Frembgen 1999: 29). De zwarte kleur van de tulband symboliseerde ar-Rifa'î's esoterische kennis van God. Dergelijke sarcofagen werden ook, zoals op deze gouache schematisch is aangegeven, versierd met doeken die eerder gebruikt waren voor de Ka'aba of de moskee van de profeet Mohammed (zie TM-4321-7) of met doeken die met goud- of zilverdraad waren geborduurd.<BR> <BR> Op die manier was de sarcofaag een antropomorf grafmonument dat attributen gebruikte om een persoon te herdenken. Leden van een soefibroederschap beschouwden een dergelijk monument als spiritueel symbool van de persoon die daaronder was begraven. De olielamp die boven de kist hangt symboliseert goddelijk licht. De twee vaandels aan het hoofd van de kist symboliseren het idee dat Ahmad ar-Rifa'î de hoogste rang in de hiërarchie van heiligen had behaald. Op de rode vaandel staat 'O heilige Bezitter van Twee Vaandels' ('Yâ Hazret Pir Abu al-'alamayn), een van de titels van ar-Rifa'i, en op de zwarte vaandel staat 'Sayyid Ahmad ar-Rifa'î'. Aan de linkerkant van de sarcofaag staan twee wapens die in deze tekening sterk vervaagd zijn, te weten een lange bijl en een strijdknots. De bijl is een bekend soefisymbool; de knots (topuzu) werd specifieker geassocieerd met de Rifa'î broederschap. <BR> <BR> Aan beide zijden van het mausoleum is een leeuw afgebeeld; een ervan rust zijn poot op een globe waaruit een boom ontspruit. De leeuw en mogelijk ook globe representeren de spirituele kracht van Ahmad ar-Rifa'î. Over Rifa'î werd ook gezegd dat hij macht had over leeuwen en zelfs op een leeuw heeft gereden. Voor het mausoleum zijn een schorpioen en een slang afgebeeld, twee voorbeelden van giftige dieren waarvan geloofd werd dat ze aan de soefiheilige gezworen hadden zijn volgelingen niet te deren. De spirituele kracht van ar-Rifa'î werd in het Ottomaanse Rijk, ook door mensen die niet lid waren van de broederschap, gebruikt om te beschermen tegen schorpioenen en slangen door afbeeldingen zoals deze op te hangen in huizen.<BR> <BR> Voorts zijn om het mausoleum heen ronde medaillons geplaatst met de namen van God, de profeet Mohammed; de vier eerste kaliefen: Abu Bakr, 'Umar, Úthman, Ali; Hassan en Hussein. Tussen de medaillons staan dichtregels – in het Arabisch en Turks– die de innige band tussen de profeet Mohammed en Ahmad ar-Rifa'î expliciet bevestigen. Volgens een legende van de Rifa'î soefibroederschap reisde hun stichter naar Medina om het graf van de profeet Mohammed te bezoeken. Daar gebeurde een wonder. De profeet stak zijn hand vanuit het graf naar de mysticus. Het gedicht gaat over deze gebeurtenis:<BR> <BR> Rechtsmidden: <BR> Oldu ol gavs-ı muazzam mazhar-ı bezm-i kabûl<BR> Destini sundu ana kabr-i şerifinde Resûl<BR> De grootste dienaar werd uitgenodigd tot een eerbare ontmoeting<BR> Vanuit zijn nobel graf stak de profeet naar hem uit, zijn hand<BR> Linksmidden: <BR> Yed be yed irâs-ı feyz etdi Muhammed Ahmede<BR> Oldu bir ferde lâyık böyle âlî bir vüsûl <BR> Ahmed werd door Mohammed verlicht, van hand tot hand <BR> Dankzij zijn waardigheid vond deze verheven vereniging plaats<BR> Rechtsonder: <BR> Var mı bir gayrı bunu inkâre<BR> Şemse lazım mı gelir emmâre<BR> Is er iemand die het ontkent? <BR> Is het nodig de zon te bevelen [te schijnen]? <BR> <BR> Pooyan Tamimi Arab, 2016.