Het beeld behoort mogelijk tot de categorie van de déblé. Dit zijn beelden, zowel mannelijk als vrouwelijk, die vooral een rol spelen bij het begrafenisritueel van geïnitieerden in de Poro. De geïnitieerden trekken in optocht rond, houden de beelden bij de armen en stampen met de zware voetstukken op de grond. Dit dient als kastijding van de onreine aarde (om deze vruchtbaar te maken) en als een oproep aan de zielen van de gestorven voorouders om aan de rituelen deel te nemen. De optocht wordt begeleid door de muziek van trommels, ratelaars en houten horens. De avond na het overlijden trekt de optocht met de beelden uit het heilige bos naar het sterfhuis, waar de eerste ceremoniën plaatsvinden. Daarna zijn de beelden ook bij de begrafenis en de afsluitenden riten van de volgende nacht aanwezig, op verzoek van de nabestaanden (en tegen betaling van een traditionele vergoeding) zullen ze ook bij het latere dodenfeest aanwezig zijn.<BR> De naam 'déblé' behoort tot het geheime vocabulaire van het Poro-genootschap. Daarbuiten worden de beelden wel 'Katyéléo' genoemd naar de grote godin Ka Tyéléo, die over de initiatieceremoniën heerst, of ook wel 'kpondo-sion' dat wil zeggen 'mens van het heilige bos'.