Japans verlakt schild met monogram JG (?)

Deze schilden bestonden uit een houten constructie die aan beide zijden met in heet water soepel gemaakt leer werd bespannen, eerst de achterkant, daarna, uiteraard iets overvallend, van de voorkant. Het leer is doorgaans dat van de waterbuffel, soms ook – zo schijnt het – van de neushoorn. <BR> <BR> Veel van deze schilden zijn in te delen bij de groep die afgewerkt werd in thitsi lak, kenmerkend voor werk uit Burma en Thailand. Een minderheid is afgewerkt in laccol of urushi lak, hetgeen duidt op vervaardiging in Zuid China, Ryūkyū, of Japan.<BR> <BR> De eerste zending schilden vanuit Bengalen, de Coromandel Kust, en Surat – via Batavia – naar Deshima, Nagasaki, dateert van 1647. Zo is waarschijnlijk Opperhoofd Frederik Coijett, Opperhoofd van Deshima in 1648 en 1653, een van de eersten die zijn familiewapen op een schild laat lakken. <BR> Dit schild lijkt voorzien van een monogram, waarschijnlijk te lezen als JG voor Jacob Gruijs, Opperhoofd van Deshima in 1665. Het is aan de bovenrand voorzien van twee met zilver afgewerkte gaten waardoorheen een koordje is gehaald om het eenvoudig op te kunnen hangen – al deze schilden waren immers eerder voor de pracht en praal dan voor enig practisch gebruik. <BR>

Japans verlakt schild met monogram JG (?)

Deze schilden bestonden uit een houten constructie die aan beide zijden met in heet water soepel gemaakt leer werd bespannen, eerst de achterkant, daarna, uiteraard iets overvallend, van de voorkant. Het leer is doorgaans dat van de waterbuffel, soms ook – zo schijnt het – van de neushoorn. <BR> <BR> Veel van deze schilden zijn in te delen bij de groep die afgewerkt werd in thitsi lak, kenmerkend voor werk uit Burma en Thailand. Een minderheid is afgewerkt in laccol of urushi lak, hetgeen duidt op vervaardiging in Zuid China, Ryūkyū, of Japan.<BR> <BR> De eerste zending schilden vanuit Bengalen, de Coromandel Kust, en Surat – via Batavia – naar Deshima, Nagasaki, dateert van 1647. Zo is waarschijnlijk Opperhoofd Frederik Coijett, Opperhoofd van Deshima in 1648 en 1653, een van de eersten die zijn familiewapen op een schild laat lakken. <BR> Dit schild lijkt voorzien van een monogram, waarschijnlijk te lezen als JG voor Jacob Gruijs, Opperhoofd van Deshima in 1665. Het is aan de bovenrand voorzien van twee met zilver afgewerkte gaten waardoorheen een koordje is gehaald om het eenvoudig op te kunnen hangen – al deze schilden waren immers eerder voor de pracht en praal dan voor enig practisch gebruik. <BR>