'Cascade and Hummingbirds – After Martin Johnson Heade'

Het werk Cascade and Hummingbirds – After Martin Johnson Heade (Waterval en kolibries, naar Martin Johnson Heade) van de Haïtiaanse kunstenaar Edouard Duval Carrié (1954) is geïnspireerd door de paradijselijke, tropische landschappen die de Amerikaan Martin Johnson Heade in de negentiende eeuw schilderde. <BR> Maar Duval Carrié geeft er een ongemakkelijke wending aan. In plaats van voor de dag kiest hij voor de nacht. Er hangt dreiging in de lucht, de sfeer is broeierig en vervreemdend. Er verschijnt een Vien Vien, de creoolse naam voor een geestwezen waarover men in Haïti vertelt dat die bij rivieren en beekjes wordt waargenomen. Deze lokkende (“Vien Vien!” = “Kom, Kom!”) figuur uit de ‘andere wereld’ is een Taino of Arawak indiaan, een van de oorspronkelijke bewoners van het eiland die door de Spanjaarden te werk werden gesteld. Ze stierven in groten getale aan geïmporteerde ziekten en uitputting. De idylle die Johnson Heade en anderen schilderden was een schijnvertoning. <BR> <BR> Duval Carrié, die meestal geestwezens uit het vodou pantheon ten tonele voert, toont hier de verdrongen kant van het koloniale verhaal. Het ongebruikelijke materiaal, glitter glue op aluminium, is misleidend. Het versterkt met zijn Disney-achtige glanseffect de schone schijn. Dit is bepaald geen onschuldig landschap.

'Cascade and Hummingbirds – After Martin Johnson Heade'

Het werk Cascade and Hummingbirds – After Martin Johnson Heade (Waterval en kolibries, naar Martin Johnson Heade) van de Haïtiaanse kunstenaar Edouard Duval Carrié (1954) is geïnspireerd door de paradijselijke, tropische landschappen die de Amerikaan Martin Johnson Heade in de negentiende eeuw schilderde. <BR> Maar Duval Carrié geeft er een ongemakkelijke wending aan. In plaats van voor de dag kiest hij voor de nacht. Er hangt dreiging in de lucht, de sfeer is broeierig en vervreemdend. Er verschijnt een Vien Vien, de creoolse naam voor een geestwezen waarover men in Haïti vertelt dat die bij rivieren en beekjes wordt waargenomen. Deze lokkende (“Vien Vien!” = “Kom, Kom!”) figuur uit de ‘andere wereld’ is een Taino of Arawak indiaan, een van de oorspronkelijke bewoners van het eiland die door de Spanjaarden te werk werden gesteld. Ze stierven in groten getale aan geïmporteerde ziekten en uitputting. De idylle die Johnson Heade en anderen schilderden was een schijnvertoning. <BR> <BR> Duval Carrié, die meestal geestwezens uit het vodou pantheon ten tonele voert, toont hier de verdrongen kant van het koloniale verhaal. Het ongebruikelijke materiaal, glitter glue op aluminium, is misleidend. Het versterkt met zijn Disney-achtige glanseffect de schone schijn. Dit is bepaald geen onschuldig landschap.