Vrouwen tonen de verschillende adat doeken van Sahu. Van links naar rechts een indigo geweven kain van grove katoen met lovertjes in de kepala (‘ba’a borci), een industriële kain Mandar, een dunne met zijdedraad geweven geel-rode doek (‘ba’a grem), twee geel-rode katoenen ikat doeken (‘ba’a suje). Anna Dalom (links) draagt een traditioneel indigo hesje met geometrische lijnen van lovertjes, Dintje (Aketola) heeft een zelf genaaid baadje aan, en de drie vrouwen uit Awer (rechts) dragen een zwart fluwelen (wuludru) jak. Zij dragen twee op de borst geknoopte rood-gele tuala suje over de schouders of een vervangende gele doek ter gelegenheid van het legu of ciawa ritueel. Dintje heeft een tweede kain Mandar over de linker schouder, zoals gebruikelijk is bij de ‘ba’a boba.<BR> Rechts van de vrouwen zijn twee rood-witte adat vlaggen (dayalo) zichtbaar.<BR> <BR>