Een vrouw slaat de grote gong (saragi) tijdens "de grote maaltijd" in het ceremoniehuis. Zij is gekleed in een merkwaardige combinatie van doeken van 'ouderen' - zoals de dubbele tuala suje over de borst, de kwastjes en haarkam in het haar, en de indigo kain Mandar - en van 'jongeren'- zoals de indigo selendang (salempa geritoroa) die zij onder de tuala suje draagt.