Onder de kokospalmen worden ’s morgens vroeg de koeien vastgezet aan een boom of struik om te grazen, en tegen zonsondergang weer opgehaald om te overnachten op het erf achter het huis. In de jaren ‘70 werd van overheidswege het project “Sapi Bali” uitgezet. Iemand kon een koe verzorgen en moest het eerste kalf teruggeven. De latere kalveren werden eigendom van de boer. In Sahu deden velen in Awer en andere dorpen mee. Ossen worden voor de grobak gespannen, de koeien worden allereerst gezien als investering in een kudde en als “bank op vier poten”: zij worden verkocht wanneer acuut geld nodig in geval van huwelijk, ziekte en overlijden. De dieren worden niet geslacht voor het vlees, ook niet bij ceremonies en rituelen.<BR>