Communicatie; zeevaart

Met passagiersboot vanuit Jailolo op weg naar de rede van Ternate (rechts), met zicht op de vulkaan van Tidore (links) en het eilandje Maitara (midden). De boot vertrekt dagelijks vlak na zonsopgang, wanneer de zee nog kalm is, naar Ternate. De boot is overdekt en wordt voortgedreven door vier 80 pK buitenboordmotoren aan de achterzijde van de boot. Binnenin zijn twee rijen zitbanken langszij; de handbagage staat in het midden tussen de banken. Hier zitten de vrouwen, kinderen en ouderen. De mannen zitten meestal bovenop het dak, tussen de grote bagage. Aan het einde van de middag vaart hij terug naar de haven van Jailolo, noordwest Halmahera. Een overtocht kost IDR 5.000 p.p. en de overtocht duurt minimaal twee en een half uur.<BR> In 1979 waren de boten nog weinig stabiel en er waren weinig vrouwen die de overtocht waagden. De vrouwen die gingen, waren meestal handelaarsters, die ook boodschappen voor dorpsgenoten deden en/of een dorpswinkeltje dreven. Dit gold ook voor de mannen. Men ging eigenlijk niet overzee als het niet echt nodig was voor handel of familiezaken.

Communicatie; zeevaart

Met passagiersboot vanuit Jailolo op weg naar de rede van Ternate (rechts), met zicht op de vulkaan van Tidore (links) en het eilandje Maitara (midden). De boot vertrekt dagelijks vlak na zonsopgang, wanneer de zee nog kalm is, naar Ternate. De boot is overdekt en wordt voortgedreven door vier 80 pK buitenboordmotoren aan de achterzijde van de boot. Binnenin zijn twee rijen zitbanken langszij; de handbagage staat in het midden tussen de banken. Hier zitten de vrouwen, kinderen en ouderen. De mannen zitten meestal bovenop het dak, tussen de grote bagage. Aan het einde van de middag vaart hij terug naar de haven van Jailolo, noordwest Halmahera. Een overtocht kost IDR 5.000 p.p. en de overtocht duurt minimaal twee en een half uur.<BR> In 1979 waren de boten nog weinig stabiel en er waren weinig vrouwen die de overtocht waagden. De vrouwen die gingen, waren meestal handelaarsters, die ook boodschappen voor dorpsgenoten deden en/of een dorpswinkeltje dreven. Dit gold ook voor de mannen. Men ging eigenlijk niet overzee als het niet echt nodig was voor handel of familiezaken.