Het halssieraad bestaat uit een met witte en roze glaskralen bezet koord waaraan vijf bijna vierkante kralenwerken hangen. De vijf kralenwerken zijn gemaakt volgens de zgn. 'Baustein-technik' (Lemaire, 1960: 216 en Chater, 1931: 60) Deze kralenwerken hebben eenzelfde patroon van witte, zwarte en groene kralen en zijn aan de onderzijde afgewerkt met rode kralen. Bij de sluiting zijn aan weerszijden twee korte opengewerkte kralenwerken aangebracht in dezelfde kleurstelling. Deze twee zijgedeelten zijn vervaardigd via de 'open netverbinding' (Lemaire, 1960: 217, fig. 16, p. 230). De sluiting zelf wordt gevormd door twee kralensnoeren, eindigend in een lus die waarschijnlijk over een knoopje (ontbreekt) aan de andere zijde geslagen diende te worden. <BR> <BR> Het halssieraad werd gedragen door Zulu-meisjes die door middel van de verschillende kleuren hun geliefde bepaalde boodschappen konden overbrengen. Voorzichtigheid is geboden bij het 'vertalen' van de boodschappen omdat er geen eenduidige betekenis van de kleuren bestaat, zo zijn er naast culturele ook regionale variaties en kan de betekenis ook per familie varieëren. <BR> De kleurstelling van dit sieraad zou echter het volgende kunnen betekenen: "Ik heb je lief" (wit), "maar er zijn moeilijkheden" (zwart) "omdat je geen vee hebt voor de bruidsprijs" (roze) en "daarom voel ik me slap en ziek" (groen). "Ik heb rode ogen van het turen maar je komt niet" (rood) en "ik wou dat ik een duif was, dan kwam ik kruimels pikken bij je deur" (blauw).