Langhalsluit met zes snaren

Deze tar is een getokkelde luit die afstamt van de Rabab familie.<BR> Het instrument heeft een membraan als klankbord. De klank van de tar is helder en houdt lang aan. <BR> De tar wordt in stedelijke vermaaksmuziek gebruikt en wordt vooral geassocieerd met klassieke Perzische muziek. Binnen dit genre is de tar nog steeds een populair instrument. De tar wordt met name aangetroffen in Iran en de Kaukasus. Er zijn dan ook twee typen: de Iraanse (de oudste) en de Kaukasische tar.<BR> De Kaukasische tar is in Armenië en Azerbaijan een populair instrument. <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Deze tar is een snaarinstrument dat uit twee delen bestaat: het klanklichaam en de hals. Het klanklichaam (30 cm lang) bestaat uit twee ongelijkmatig gevormde halve bollen van verschillende grootte, die van boven open zijn en overlangs in de lengte aan elkaar zijn bevestigd, waarbij de grootste bol( 76 cm omtrek) het ondereind van het instrument markeert. De kleinste bol heeft een omtrek van 58 cm. Over de open zijden van de halve bollen is lamshuid gespannen. <BR> De hals (76 x 4,5 cm) is in verhouding tot het klanklichaam zeer lang en heeft een doorsnede van een halve cirkel waarvan de bovenzijde, waarover de snaren lopen, het platte gedeelte vormt. Deze bovenzijde bestaat uit twee evenwijdig lopende ivoren banden die van elkaar gescheiden zijn door een zwarte strook hout. De drie stroken , (1,5 cm) zijn even breed. De hals verbreedt zich waar hij aan de klankkast bevestigd is. Op de hals zijn 23 toonrichels aangebracht die de verschillende grepen voor de bespeler van het instrument aangeven.<BR> De stemschroeven zijn aangebracht in een houten doosje dat rechthoekig van vorm is en van binnen hol. De stemschroeven zijn loodrecht op het doosje geplaatst, evenwijdig aan de hals. De zes stemschroeven zijn in groepen van drie aan weerszijden van het schroefblad geplaatst. Het schroefblad (11x11 cm) is versierd met een inkerving in de vorm van een hoefijzer.<BR> De zes snaren lopen over een plaatje van rood gekleurde hars dat tussen de hals en het schroefblad is geplaatst. Vervolgens lopen ze over de hals en de klankkast waar ze samen komen in een snaarhouder. Op de klankkast is een kam aangebracht. Bij dit instrument zijn de eerste, derde en vierde snaar van koper, de tweede, vijfde en zesde snaren zijn van ijzer en dunner dan de koperen snaren.<BR> Het plectrum (3,5 cm) bestaat uit een stukje aluminium in de vorm van een nagel, het gedeelte dat in de hand wordt gehouden, is van was.<BR> De materialen zijn:<BR> hout (klankkast)<BR> lamsvel van een ongeboren lam (bedekking van de klankkast)<BR> notenhout (hals)<BR> hars (snaargeleider)<BR> ivoor (bovenzijde hals)<BR> koper (snaren)<BR> ijzer (snaren en stemschroeven)<BR> darm (toonrichels)<BR> been (kam)<BR> aluminium en was (plectrum)<BR> <BR> De tar is een getokkelde luit en kent twee typen: de Iraanse en Kaukasische tar. <BR> Er wordt een membraan (vel) als klanktafel gebruikt; dit vel wordt op de klankkast gespannen als over een trommel en daaroverheen worden de snaren gespannen. <BR> De Iraanse tar, de oudste van de twee, heeft een diepe afgeronde klankkast die wordt gesneden uit een blok hout van een moerbeiboom en is gevormd als een acht. De kant waar het vel is gespannen is gevormd als 2 harten die met de punten tegen elkaar liggen. De lange hals is voorzien van een fingerboard (fretboard of toets: een latje dat op de hals van een luit wordt bevestigd waarop indien aanwezig frets (metalen stripjes of stripjes gemaakt van darm) worden bevestigd) bedekt met bot. Er zijn 25 verplaatsbare frets, gemaakt van darm. Op het vel van het grootste hart is een hoornen brug gemonteerd waarover de metalen snaren lopen. De snaren worden bespeeld met een plectrum van koper in was.<BR> Met de vingers van de linkerhand wordt de toon verhoogd als de snaar op een fret wordt gedrukt.<BR> De Kaukasische tar is platter en heeft een bredere hals en brug. Er zijn 22 frets. Het membraan is dikker dan bij de Iraanse tar. De snaren worden bespeeld met een plectrum van been, de klank is harder en droger dan die van de Iraanse tar.

Langhalsluit met zes snaren

Deze tar is een getokkelde luit die afstamt van de Rabab familie.<BR> Het instrument heeft een membraan als klankbord. De klank van de tar is helder en houdt lang aan. <BR> De tar wordt in stedelijke vermaaksmuziek gebruikt en wordt vooral geassocieerd met klassieke Perzische muziek. Binnen dit genre is de tar nog steeds een populair instrument. De tar wordt met name aangetroffen in Iran en de Kaukasus. Er zijn dan ook twee typen: de Iraanse (de oudste) en de Kaukasische tar.<BR> De Kaukasische tar is in Armenië en Azerbaijan een populair instrument. <BR> <BR> <BR> <BR> <BR> Vervaardiging<BR> Deze tar is een snaarinstrument dat uit twee delen bestaat: het klanklichaam en de hals. Het klanklichaam (30 cm lang) bestaat uit twee ongelijkmatig gevormde halve bollen van verschillende grootte, die van boven open zijn en overlangs in de lengte aan elkaar zijn bevestigd, waarbij de grootste bol( 76 cm omtrek) het ondereind van het instrument markeert. De kleinste bol heeft een omtrek van 58 cm. Over de open zijden van de halve bollen is lamshuid gespannen. <BR> De hals (76 x 4,5 cm) is in verhouding tot het klanklichaam zeer lang en heeft een doorsnede van een halve cirkel waarvan de bovenzijde, waarover de snaren lopen, het platte gedeelte vormt. Deze bovenzijde bestaat uit twee evenwijdig lopende ivoren banden die van elkaar gescheiden zijn door een zwarte strook hout. De drie stroken , (1,5 cm) zijn even breed. De hals verbreedt zich waar hij aan de klankkast bevestigd is. Op de hals zijn 23 toonrichels aangebracht die de verschillende grepen voor de bespeler van het instrument aangeven.<BR> De stemschroeven zijn aangebracht in een houten doosje dat rechthoekig van vorm is en van binnen hol. De stemschroeven zijn loodrecht op het doosje geplaatst, evenwijdig aan de hals. De zes stemschroeven zijn in groepen van drie aan weerszijden van het schroefblad geplaatst. Het schroefblad (11x11 cm) is versierd met een inkerving in de vorm van een hoefijzer.<BR> De zes snaren lopen over een plaatje van rood gekleurde hars dat tussen de hals en het schroefblad is geplaatst. Vervolgens lopen ze over de hals en de klankkast waar ze samen komen in een snaarhouder. Op de klankkast is een kam aangebracht. Bij dit instrument zijn de eerste, derde en vierde snaar van koper, de tweede, vijfde en zesde snaren zijn van ijzer en dunner dan de koperen snaren.<BR> Het plectrum (3,5 cm) bestaat uit een stukje aluminium in de vorm van een nagel, het gedeelte dat in de hand wordt gehouden, is van was.<BR> De materialen zijn:<BR> hout (klankkast)<BR> lamsvel van een ongeboren lam (bedekking van de klankkast)<BR> notenhout (hals)<BR> hars (snaargeleider)<BR> ivoor (bovenzijde hals)<BR> koper (snaren)<BR> ijzer (snaren en stemschroeven)<BR> darm (toonrichels)<BR> been (kam)<BR> aluminium en was (plectrum)<BR> <BR> De tar is een getokkelde luit en kent twee typen: de Iraanse en Kaukasische tar. <BR> Er wordt een membraan (vel) als klanktafel gebruikt; dit vel wordt op de klankkast gespannen als over een trommel en daaroverheen worden de snaren gespannen. <BR> De Iraanse tar, de oudste van de twee, heeft een diepe afgeronde klankkast die wordt gesneden uit een blok hout van een moerbeiboom en is gevormd als een acht. De kant waar het vel is gespannen is gevormd als 2 harten die met de punten tegen elkaar liggen. De lange hals is voorzien van een fingerboard (fretboard of toets: een latje dat op de hals van een luit wordt bevestigd waarop indien aanwezig frets (metalen stripjes of stripjes gemaakt van darm) worden bevestigd) bedekt met bot. Er zijn 25 verplaatsbare frets, gemaakt van darm. Op het vel van het grootste hart is een hoornen brug gemonteerd waarover de metalen snaren lopen. De snaren worden bespeeld met een plectrum van koper in was.<BR> Met de vingers van de linkerhand wordt de toon verhoogd als de snaar op een fret wordt gedrukt.<BR> De Kaukasische tar is platter en heeft een bredere hals en brug. Er zijn 22 frets. Het membraan is dikker dan bij de Iraanse tar. De snaren worden bespeeld met een plectrum van been, de klank is harder en droger dan die van de Iraanse tar.