Angisa

Angisa van donkerrode achtergrond met wit en zwart bedrukt. In het middenveld grote bladmotieven. De naam van het patroon luidt volgens de schenker: " Joe tori joe dé tapoe na ini apaki krabasi, ma di foe mi dati joe de poti en na ini sorfoe brakri de tja waka": "Praatjes over jezelf doe je in een sluitkalebas (kalebas met deksel), maar praatjes over mij, die draag je rond op een zilveren dienblad". Onder nummer 3215-114b vindt men de aankondiging van deze doek.<BR> <BR> Een aigsa vormt onderdeel van het Surinaams-Creoolse vrouwenkostuum kotomisi. De koto is een in Suriname ontstane klederdracht die werd bedacht door slavenhouders en hun vrouwen om hun slavinnen 'zedig' te kleden. De dracht bestaat uit een koto (rok), jaki (jak) en angisa (hoofddoek). Aan de dracht kon men aflezen tot welke godsdienst de slavenhouder behoorde. Hoewel vroeger dagelijkse kleding, veranderde de koto later in gelegenheidskleding. De koto en vooral de angisa spraken en spreken een geheime taal (Henar-Hewitt, 1987:35).<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Machinaal geweven katoen en machinaal bedrukt. Twee zijden zijn zelfkanten; de andere twee zijn machinaal omgezoomd. De doek is gesteven en harmonicavormig gevouwen.

Angisa

Angisa van donkerrode achtergrond met wit en zwart bedrukt. In het middenveld grote bladmotieven. De naam van het patroon luidt volgens de schenker: " Joe tori joe dé tapoe na ini apaki krabasi, ma di foe mi dati joe de poti en na ini sorfoe brakri de tja waka": "Praatjes over jezelf doe je in een sluitkalebas (kalebas met deksel), maar praatjes over mij, die draag je rond op een zilveren dienblad". Onder nummer 3215-114b vindt men de aankondiging van deze doek.<BR> <BR> Een aigsa vormt onderdeel van het Surinaams-Creoolse vrouwenkostuum kotomisi. De koto is een in Suriname ontstane klederdracht die werd bedacht door slavenhouders en hun vrouwen om hun slavinnen 'zedig' te kleden. De dracht bestaat uit een koto (rok), jaki (jak) en angisa (hoofddoek). Aan de dracht kon men aflezen tot welke godsdienst de slavenhouder behoorde. Hoewel vroeger dagelijkse kleding, veranderde de koto later in gelegenheidskleding. De koto en vooral de angisa spraken en spreken een geheime taal (Henar-Hewitt, 1987:35).<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Machinaal geweven katoen en machinaal bedrukt. Twee zijden zijn zelfkanten; de andere twee zijn machinaal omgezoomd. De doek is gesteven en harmonicavormig gevouwen.