Jongenskamp Bangkong

Een kalender voor de maand maart 1945 op kleine blaadjes gelinieerd papier. De kalender is tevens een dagboek, waarbij kleurpotloodtekeningen taferelen uit het dagelijks leven van de maker in het jongenskamp Bangkong weergeven en later voorzien van achtergrondinformatie. Afbeeldingen per datum: 1 Maart. Donderdag. Patjol. Twee jongens sjouwen met een gamel hangend aan een draagstok tussen hen in. Onderaan: "Extra kool". "Ik patjol weer. Er komt met het middageten extra kool mee"; 2 Maart. Vrijdag. Patjol. Een auto waaruit een vrouw stapt. Onderaan: "Dames op 't veld". "Het nieuw doet de ronde dat er dames uit een vrouwenkamp met een auto naar het patjolveld zijn gebracht. Er zouden misschien vrouwen komen patjollen op een afgescheiden deel van het veld"; 3 Maart. Zaterdag. Vrij. Twee jongens dragen een kist met daarop: "Brood". Daaronder: "Kar brood". "Er hoeft niet gepatjold te worden maar het patjolbrood wordt toch afgeleverd in het kamp"; 4 Maart. Zondag. Vrij. Een jongen wordt belaagd door de klauw van een monsterachtig wezen. Onderaan: "Verveling en honger". "Ook vandaag wordt er niet op het veld gewerkt. De tekening is waarschijnlijk geïnspireerd door een boekje met stripverhalen dat rondgaat. Er wordt in uitgedrukt, dat je de hele dag hongerig was en aan niets anders dan aan eten dacht"; 5 Maart. Maandag. Patjol. Een bewaker houdt een stuk brood vast en achter zijn rug iets anders. Onderaan: "1/2 brood geen ketella". "Er wordt weer gepatjold. We krijgen geen ketella bij het middageten en maar een half broodje"; 6 Maart. Dinsdag. Patjol. Een ketel op een vuur met daarboven: "Ketella". Een dampende kom met daaronder: "Pap". Twee stukken brood met daaronder: "Overwerken 1 1/2 brood". "Op het patjolveld krijgen we ditmaal wel ketella bij de gebruikelijke pap. We moeten langer doorwerken maar krijgen daarvoor ook anderhalf broodje"; 7 Maart. Woensdag. Vrij. Een jongen in overhemd en korte broek en een sjerp luidt een bel met de tekst: "Aantreden!" Onderaan: "Hoog bezoek". "We hoeven niet te patjollen want er komt een hoge Japanse militair het kamp inspecteren. Daarvoor moeten we uiteraard aantreden"; 8 Maart. Donderdag. Patjol. Een afbeelding van een hark, een spade, een hak en een houweel onder een hoed. "Vandaag weer patjollen. Kennelijk is er niets ongebruikelijks gebeurd"; 9 Maart. Vrijdag. Patjol. Twee vrouwen lopen over een veld. Onderaan: "Weer dames". "Er wordt weer rondverteld dat er dames uit één van de vrouwenkampen op het patjolveld zijn gezien"; 10 Maart. Zaterdag. Patjol. Een bewaker met stok bij het gedèk en de afbeelding van een klok. Onderaan: "1/2 11 uitrukken". "Om de een of andere reden vertrekken we veel later naar het patjolveld. De heiho op het tekeningetje heeft zijn stok kennelijk uit levend hout gesneden want er zitten nog blaadjes aan"; 11 Maart. Zondag. Vrij. Een brildragende man achter een stapel boeken op een tafel. Aan de tafel hangt een bord met: "Bibliotheek". "We hoeven niet te patjollen. Van de teruggegeven boeken is een bibliotheek ingericht. Niet veel later zullen de boeken weer in beslag worden genomen"; 12 Maart. Maandag. Attest. Een jongen in een pyjamabroek met opgezwollen buik houdt en briefje vast. Onderaan: "Attest overeten". "Ik heb teveel koolwater gedronken en ben daar 's nachts ziek van geworden"; 13 Maart. Dinsdag. Attest. Een jongen in korte broek en overhemd wordt geslagen door een bewaker. Links van hen een geopende kist met daarvoor enkele goederen met de tekst: "Gesmokkeld". "Nog een dag ziek in het kamp achtergebleven. In de aula achter het koor van de kerk slapen een aantal jonge volwassen mannen die niet behoorden tot de leidinggevende groep wat oudere mannen. Bij één van hen wordt bij een huiszoeking iets gevonden dat verboden was. Hij krijgt daarvoor een flink pak slaag van de Jap"; 14 Maart. Woensdag. Patjol. Een jongen in hemd en korte broek loopt over een nat veld in de regen. Onderaan: "Nat thuis". "Op weg van het patjolveld naar het kamp worden we verrast door een buiten gewoon harde regenbui. Veel jongens glijden uit en komen in diepe plassen terecht"; 15 Maart. Donderdag. Patjol. Twee jongens staan met hun hak in de regen op een veld. Onderaan: "Weer regen". "Weer zo'n harde regenbui. Bovendien koelt het bij zo'n bui in enkele minuten sterk af. Alleen gekleed in een kort broekje en gewend aan de hitte, krijg je het dan koud"; 16 Maart. Vrijdag. Patjol. Een jongen in hemd en korte broek houdt iets in zijn hand. Aan zijn arm is een label gebonden met de tekst: "Harde werker". Rechts van hem een hoek van een tafel met een pot waarop staat: "Zuurtjes". Onderaan: "Zuurtjes". "Bij terugkeer van het patjollen, krijgen we zuurtjes uitgedeeld"; 17 Maart. Zaterdag. Een jongen, op de rug gezien afgebeeld, werkt met zijn hak op het veld. "Eigenlijk ben je door ondervoeding doorlopend zo uitgeput dat je het gevoel hebt niet meer te kunnen. De kunst was ook om, als er even niet door je (blanke) hancho op je werd gelet, uit te rusten, leunend op je patjol. Je werd dan uitgescholden voor lijntrekker en je kon een lel krijgen als je niet direct aan de slag ging"; 18 Maart. Zondag. Vrij. Een jongen zit onder een boom en vangt met een hengel een vis. Links van hem staat een emmer met daarop: "Hudspot". Linksonder: "Stins moet vissen". "Op de vrije zondag worden een aantal jongens aangewezen om op het patjolveld aan een net aangelegde grote vijver te werken. Arie Stins (mijn slaapje) was er ook bij. Hun middagmaal moeten ze zelf uit de vijver vissen. Dat schijnt zo goed te zijn gelukt"; 19 Maart. Maandag. Patjol. Een jongen in hemd, korte broek en hoed op staat met de armen omhoog. Zijn zakken zijn leeg. Onderaan: "Geen geld en siggretten?". "Voordat we van het patjolveld terugkeren naar het kamp, worden we gefouilleerd op smokkelwaar"; 20 Maart. Dinsdag. Patjol. Een jongen kijkt met de hoed in de hand naar een tros bananen. Onderaan: "Extra pisang". "Op weg naar de latrine op het patjolveld passeren we een groep pisangbomen. Daarin hingen pisangtrossen te rijpen. We durven er niet aan te komen want de trossen zijn geteld"; 21 Maart. Woensdag. Patjol. Een jongen in korte broek met hoed op balanceert zijn hak op zijn vinger. Een bewaker doet hetzelfde met een speer. "Een patjoldag. Op de tekening is te zien dat de heiho's gewapend zijn met bamboesperen"; 22 Maart. Donderdag. Patjol. Een brood met een kruis erdoor, een wortel met de tekst: "Ketella" en een zak met de tekst: "Asia Meel", een drijvende hoed met: "en regen". "Vandaag krijgen we op het patjolveld, in plaats van een broodje, ketella en pap van tepoeng asia (één of andere meelsoort). Weer een stortbui op weg naar het kamp"; 23 Maart. Vrijdag. Patjol. Drie jongens achter een bak met daaronder: "Rijst, Pap, Katoel" en daaronder: "Lekker eten!". "Een schetsje van het dagelijks "buffet". De uitdeelplaats op het patjolveld: witte rijst, pap en katoel. Katoel is eendenvoer en bestaat uit gemalen zilvervlies van rijst"; 24 Maart. Zaterdag. Patjol. Een bewaker geeft instructies aan een jongen die het land bewerkt met een hak terwijl de kluiten om de oren vliegen. Onderaan: "Hazelip". "Ik ben bij het 'lijntrekken' betrapt door de Jap zelf. Zijn bijnaam is 'hazenlip'. Hij geeft mij een paar meppen en doet voor wat hard werken is. Daarna blijft hij een hele tijd achter mij staan kijken of ik mijn best wel doe. Als hij weg is ben ik zo aan het eind van mijn Latijn dat zelfs de hancho met mij te doen heeft en me met rust laat"; 25 Maart. Zondag. Vrij. Een jongen roert in een grote gamel. Onderaan: "Geen brood maar pap". "Op deze vrije zondag moet ik 's morgens vroeg in de kampkeuken werken. Ik moet in een drum met pap roeren tot die gaar is. Daar bij sta ik met blote voeten op een stenen muurtje tussen twee vuren in terwijl de hete papklonters tegen me opspatten. Dat doet wel even zeer maar achteraf kan ik de gedroogde papkorst van je borst trekken en opeten"; 26 Maart. Maandag. Attest. Een staande jongen wijst met boven zijn arm de tekst: "Inrukken! patjollers". Onder hem een briefje met: "M. Igel 2 dagen B". "De aangetreden patjollers kunnen inrukken. Er wordt niet gepatjold. Ik heb me ziek gemeld en krijg een attest B (lichte werkzaamheden in het kamp) voor vier dagen"; 27 Maart. Dinsdag. Attest. Een jongen houdt een mok omhoog terwijl een ander een gamel leeggiet met de tekst: "Groentewater". "Ik heb vrijstelling van patjollen. Mijn poging om koolwater, dat wordt weggespoeld, te bemachtigen mislukt. Van koolwater krijg je buikloop zegt men. Maar buikloop heb ik toch al"; 28 Maart. Woensdag. Attest. Een staande jongen in korte broek en opgezwollen buik. Voor hem verschillende etenswaren: "Pap, Groentewater, Plenty groente, rijst, pudding, Fladap". Hierdoorheen: "Plenty". "We krijgen meer te eten dan anders. Pap, veel groente met groetewater, rijst en een tapioca(stijfsel)pudding"; 29 Maart. Donderdag. Attest. Een man duwt een jongen voort met de tekst: "Lijken sjouwen". "Dagelijks worden laat in de middag de lijken opgehaald met een zwart geverfde tjikar (ossenwagen). De "officier van piket" (een jongeman) gaat dan in het kamp op jacht naar jongens om lijken te sjouwen. Dat is geen populaire bezigheid want oedeemlijken zijn zwaar en het water druipt uit de lichamen. Men zegt dat dit lijkenvocht giftig is en we zijn er dus als de dood voor. Iedereen zorgt tegen die tijd onzichtbaar te zijn. Die laatste dag van mijn attest B was ik te laat en moest er aan geloven"; 30 Maart. Vrijdag. Patjol. Een jongen zit voor een bak en roept: "Blok 9, 10, 1 en 2 aantreden!!" Onderaan: "Plenty extra". "Ik patjol weer. Die dag is er, na het uitdelen op het patjolveld, eten over en krijgt iedereen nog een portie"; 31 Maart. Zaterdag. Patjol. In het veld zegt een man met een grote bak tegen een jongen die een bakje ophoudt: "Niet dubbel halen!!" Onderaan: "Pap tekort". "Weer een patjoldag. Nu is er bij het uitdelen, eten te kort omdat sommige slimmerikken stiekem nog een keer eten hebben gehaald". Voor de maanden januari, februari en 1 tot en met 4 april zie inventarisnummers: 233443; 233444 en 233446 De mannelijke personen op de afbeeldingen zijn aangeduid als jongens tenzij duidelijk verschil is door lengte en voorkomen.

Jongenskamp Bangkong

Een kalender voor de maand maart 1945 op kleine blaadjes gelinieerd papier. De kalender is tevens een dagboek, waarbij kleurpotloodtekeningen taferelen uit het dagelijks leven van de maker in het jongenskamp Bangkong weergeven en later voorzien van achtergrondinformatie. Afbeeldingen per datum: 1 Maart. Donderdag. Patjol. Twee jongens sjouwen met een gamel hangend aan een draagstok tussen hen in. Onderaan: "Extra kool". "Ik patjol weer. Er komt met het middageten extra kool mee"; 2 Maart. Vrijdag. Patjol. Een auto waaruit een vrouw stapt. Onderaan: "Dames op 't veld". "Het nieuw doet de ronde dat er dames uit een vrouwenkamp met een auto naar het patjolveld zijn gebracht. Er zouden misschien vrouwen komen patjollen op een afgescheiden deel van het veld"; 3 Maart. Zaterdag. Vrij. Twee jongens dragen een kist met daarop: "Brood". Daaronder: "Kar brood". "Er hoeft niet gepatjold te worden maar het patjolbrood wordt toch afgeleverd in het kamp"; 4 Maart. Zondag. Vrij. Een jongen wordt belaagd door de klauw van een monsterachtig wezen. Onderaan: "Verveling en honger". "Ook vandaag wordt er niet op het veld gewerkt. De tekening is waarschijnlijk geïnspireerd door een boekje met stripverhalen dat rondgaat. Er wordt in uitgedrukt, dat je de hele dag hongerig was en aan niets anders dan aan eten dacht"; 5 Maart. Maandag. Patjol. Een bewaker houdt een stuk brood vast en achter zijn rug iets anders. Onderaan: "1/2 brood geen ketella". "Er wordt weer gepatjold. We krijgen geen ketella bij het middageten en maar een half broodje"; 6 Maart. Dinsdag. Patjol. Een ketel op een vuur met daarboven: "Ketella". Een dampende kom met daaronder: "Pap". Twee stukken brood met daaronder: "Overwerken 1 1/2 brood". "Op het patjolveld krijgen we ditmaal wel ketella bij de gebruikelijke pap. We moeten langer doorwerken maar krijgen daarvoor ook anderhalf broodje"; 7 Maart. Woensdag. Vrij. Een jongen in overhemd en korte broek en een sjerp luidt een bel met de tekst: "Aantreden!" Onderaan: "Hoog bezoek". "We hoeven niet te patjollen want er komt een hoge Japanse militair het kamp inspecteren. Daarvoor moeten we uiteraard aantreden"; 8 Maart. Donderdag. Patjol. Een afbeelding van een hark, een spade, een hak en een houweel onder een hoed. "Vandaag weer patjollen. Kennelijk is er niets ongebruikelijks gebeurd"; 9 Maart. Vrijdag. Patjol. Twee vrouwen lopen over een veld. Onderaan: "Weer dames". "Er wordt weer rondverteld dat er dames uit één van de vrouwenkampen op het patjolveld zijn gezien"; 10 Maart. Zaterdag. Patjol. Een bewaker met stok bij het gedèk en de afbeelding van een klok. Onderaan: "1/2 11 uitrukken". "Om de een of andere reden vertrekken we veel later naar het patjolveld. De heiho op het tekeningetje heeft zijn stok kennelijk uit levend hout gesneden want er zitten nog blaadjes aan"; 11 Maart. Zondag. Vrij. Een brildragende man achter een stapel boeken op een tafel. Aan de tafel hangt een bord met: "Bibliotheek". "We hoeven niet te patjollen. Van de teruggegeven boeken is een bibliotheek ingericht. Niet veel later zullen de boeken weer in beslag worden genomen"; 12 Maart. Maandag. Attest. Een jongen in een pyjamabroek met opgezwollen buik houdt en briefje vast. Onderaan: "Attest overeten". "Ik heb teveel koolwater gedronken en ben daar 's nachts ziek van geworden"; 13 Maart. Dinsdag. Attest. Een jongen in korte broek en overhemd wordt geslagen door een bewaker. Links van hen een geopende kist met daarvoor enkele goederen met de tekst: "Gesmokkeld". "Nog een dag ziek in het kamp achtergebleven. In de aula achter het koor van de kerk slapen een aantal jonge volwassen mannen die niet behoorden tot de leidinggevende groep wat oudere mannen. Bij één van hen wordt bij een huiszoeking iets gevonden dat verboden was. Hij krijgt daarvoor een flink pak slaag van de Jap"; 14 Maart. Woensdag. Patjol. Een jongen in hemd en korte broek loopt over een nat veld in de regen. Onderaan: "Nat thuis". "Op weg van het patjolveld naar het kamp worden we verrast door een buiten gewoon harde regenbui. Veel jongens glijden uit en komen in diepe plassen terecht"; 15 Maart. Donderdag. Patjol. Twee jongens staan met hun hak in de regen op een veld. Onderaan: "Weer regen". "Weer zo'n harde regenbui. Bovendien koelt het bij zo'n bui in enkele minuten sterk af. Alleen gekleed in een kort broekje en gewend aan de hitte, krijg je het dan koud"; 16 Maart. Vrijdag. Patjol. Een jongen in hemd en korte broek houdt iets in zijn hand. Aan zijn arm is een label gebonden met de tekst: "Harde werker". Rechts van hem een hoek van een tafel met een pot waarop staat: "Zuurtjes". Onderaan: "Zuurtjes". "Bij terugkeer van het patjollen, krijgen we zuurtjes uitgedeeld"; 17 Maart. Zaterdag. Een jongen, op de rug gezien afgebeeld, werkt met zijn hak op het veld. "Eigenlijk ben je door ondervoeding doorlopend zo uitgeput dat je het gevoel hebt niet meer te kunnen. De kunst was ook om, als er even niet door je (blanke) hancho op je werd gelet, uit te rusten, leunend op je patjol. Je werd dan uitgescholden voor lijntrekker en je kon een lel krijgen als je niet direct aan de slag ging"; 18 Maart. Zondag. Vrij. Een jongen zit onder een boom en vangt met een hengel een vis. Links van hem staat een emmer met daarop: "Hudspot". Linksonder: "Stins moet vissen". "Op de vrije zondag worden een aantal jongens aangewezen om op het patjolveld aan een net aangelegde grote vijver te werken. Arie Stins (mijn slaapje) was er ook bij. Hun middagmaal moeten ze zelf uit de vijver vissen. Dat schijnt zo goed te zijn gelukt"; 19 Maart. Maandag. Patjol. Een jongen in hemd, korte broek en hoed op staat met de armen omhoog. Zijn zakken zijn leeg. Onderaan: "Geen geld en siggretten?". "Voordat we van het patjolveld terugkeren naar het kamp, worden we gefouilleerd op smokkelwaar"; 20 Maart. Dinsdag. Patjol. Een jongen kijkt met de hoed in de hand naar een tros bananen. Onderaan: "Extra pisang". "Op weg naar de latrine op het patjolveld passeren we een groep pisangbomen. Daarin hingen pisangtrossen te rijpen. We durven er niet aan te komen want de trossen zijn geteld"; 21 Maart. Woensdag. Patjol. Een jongen in korte broek met hoed op balanceert zijn hak op zijn vinger. Een bewaker doet hetzelfde met een speer. "Een patjoldag. Op de tekening is te zien dat de heiho's gewapend zijn met bamboesperen"; 22 Maart. Donderdag. Patjol. Een brood met een kruis erdoor, een wortel met de tekst: "Ketella" en een zak met de tekst: "Asia Meel", een drijvende hoed met: "en regen". "Vandaag krijgen we op het patjolveld, in plaats van een broodje, ketella en pap van tepoeng asia (één of andere meelsoort). Weer een stortbui op weg naar het kamp"; 23 Maart. Vrijdag. Patjol. Drie jongens achter een bak met daaronder: "Rijst, Pap, Katoel" en daaronder: "Lekker eten!". "Een schetsje van het dagelijks "buffet". De uitdeelplaats op het patjolveld: witte rijst, pap en katoel. Katoel is eendenvoer en bestaat uit gemalen zilvervlies van rijst"; 24 Maart. Zaterdag. Patjol. Een bewaker geeft instructies aan een jongen die het land bewerkt met een hak terwijl de kluiten om de oren vliegen. Onderaan: "Hazelip". "Ik ben bij het 'lijntrekken' betrapt door de Jap zelf. Zijn bijnaam is 'hazenlip'. Hij geeft mij een paar meppen en doet voor wat hard werken is. Daarna blijft hij een hele tijd achter mij staan kijken of ik mijn best wel doe. Als hij weg is ben ik zo aan het eind van mijn Latijn dat zelfs de hancho met mij te doen heeft en me met rust laat"; 25 Maart. Zondag. Vrij. Een jongen roert in een grote gamel. Onderaan: "Geen brood maar pap". "Op deze vrije zondag moet ik 's morgens vroeg in de kampkeuken werken. Ik moet in een drum met pap roeren tot die gaar is. Daar bij sta ik met blote voeten op een stenen muurtje tussen twee vuren in terwijl de hete papklonters tegen me opspatten. Dat doet wel even zeer maar achteraf kan ik de gedroogde papkorst van je borst trekken en opeten"; 26 Maart. Maandag. Attest. Een staande jongen wijst met boven zijn arm de tekst: "Inrukken! patjollers". Onder hem een briefje met: "M. Igel 2 dagen B". "De aangetreden patjollers kunnen inrukken. Er wordt niet gepatjold. Ik heb me ziek gemeld en krijg een attest B (lichte werkzaamheden in het kamp) voor vier dagen"; 27 Maart. Dinsdag. Attest. Een jongen houdt een mok omhoog terwijl een ander een gamel leeggiet met de tekst: "Groentewater". "Ik heb vrijstelling van patjollen. Mijn poging om koolwater, dat wordt weggespoeld, te bemachtigen mislukt. Van koolwater krijg je buikloop zegt men. Maar buikloop heb ik toch al"; 28 Maart. Woensdag. Attest. Een staande jongen in korte broek en opgezwollen buik. Voor hem verschillende etenswaren: "Pap, Groentewater, Plenty groente, rijst, pudding, Fladap". Hierdoorheen: "Plenty". "We krijgen meer te eten dan anders. Pap, veel groente met groetewater, rijst en een tapioca(stijfsel)pudding"; 29 Maart. Donderdag. Attest. Een man duwt een jongen voort met de tekst: "Lijken sjouwen". "Dagelijks worden laat in de middag de lijken opgehaald met een zwart geverfde tjikar (ossenwagen). De "officier van piket" (een jongeman) gaat dan in het kamp op jacht naar jongens om lijken te sjouwen. Dat is geen populaire bezigheid want oedeemlijken zijn zwaar en het water druipt uit de lichamen. Men zegt dat dit lijkenvocht giftig is en we zijn er dus als de dood voor. Iedereen zorgt tegen die tijd onzichtbaar te zijn. Die laatste dag van mijn attest B was ik te laat en moest er aan geloven"; 30 Maart. Vrijdag. Patjol. Een jongen zit voor een bak en roept: "Blok 9, 10, 1 en 2 aantreden!!" Onderaan: "Plenty extra". "Ik patjol weer. Die dag is er, na het uitdelen op het patjolveld, eten over en krijgt iedereen nog een portie"; 31 Maart. Zaterdag. Patjol. In het veld zegt een man met een grote bak tegen een jongen die een bakje ophoudt: "Niet dubbel halen!!" Onderaan: "Pap tekort". "Weer een patjoldag. Nu is er bij het uitdelen, eten te kort omdat sommige slimmerikken stiekem nog een keer eten hebben gehaald". Voor de maanden januari, februari en 1 tot en met 4 april zie inventarisnummers: 233443; 233444 en 233446 De mannelijke personen op de afbeeldingen zijn aangeduid als jongens tenzij duidelijk verschil is door lengte en voorkomen.