Tekeningen van krijgsgevangene Generaal majoor H.J.D. de Fremery

De omslag van het album is gemaakt van stevig karton. De binnen- en buitenkant zijn met papier beplakt. De rugzijde plus de hoeken zijn aan de buitenkant verstevigd met blauw katoen met een opdruk van bloemen. Op de voorkant zijn in gotisch schrift de letters "D. de F." in een ovaal kader met de voorstelling van prikkeldraad. De inhoud bestaat uit 41 bladzijden, waarvan 39 met tekeningen. Op de meeste bladzijden zijn op de achtergrond Japanse of Chinese karakters gedrukt. De bladzijden zijn alle met een reepje gaas en papier aan elkaar bevestigd. De tekeningen zijn gemaakt gedurende zijn internering in het krijgsgevangenkamp te Cheng Chia Tun ten Noorden van Mukden in Manchurije van 14 oktober 1944 tot en met 20 mei 1945 en daarna te Mukden van 22 mei tot en met 30 augustus 1945. De tekeningen geven een beeld van het leven eerst als vluchteling en al snel als krijgsgevangene tussen 1942 en 1945. Het merendeel van de tekeningen betreft het leven van de krijgsgevangenen in de kampen en de transporten tussen de kampen in Zuidoost Azië. Het betreft: Singapore (Changi), Formosa (Heito, Karenko, Tamasata-Tamado, Shirakawa), Mukden (Cheng Chia Tun-Hoten), Filippijnen (Luzon-Tarlac).

Tekeningen van krijgsgevangene Generaal majoor H.J.D. de Fremery

De omslag van het album is gemaakt van stevig karton. De binnen- en buitenkant zijn met papier beplakt. De rugzijde plus de hoeken zijn aan de buitenkant verstevigd met blauw katoen met een opdruk van bloemen. Op de voorkant zijn in gotisch schrift de letters "D. de F." in een ovaal kader met de voorstelling van prikkeldraad. De inhoud bestaat uit 41 bladzijden, waarvan 39 met tekeningen. Op de meeste bladzijden zijn op de achtergrond Japanse of Chinese karakters gedrukt. De bladzijden zijn alle met een reepje gaas en papier aan elkaar bevestigd. De tekeningen zijn gemaakt gedurende zijn internering in het krijgsgevangenkamp te Cheng Chia Tun ten Noorden van Mukden in Manchurije van 14 oktober 1944 tot en met 20 mei 1945 en daarna te Mukden van 22 mei tot en met 30 augustus 1945. De tekeningen geven een beeld van het leven eerst als vluchteling en al snel als krijgsgevangene tussen 1942 en 1945. Het merendeel van de tekeningen betreft het leven van de krijgsgevangenen in de kampen en de transporten tussen de kampen in Zuidoost Azië. Het betreft: Singapore (Changi), Formosa (Heito, Karenko, Tamasata-Tamado, Shirakawa), Mukden (Cheng Chia Tun-Hoten), Filippijnen (Luzon-Tarlac).