Jongenskamp Bangkong

Een kalender voor 1 tot en met 4 april 1945 op kleine blaadjes gelinieerd papier. De kalender is tevens een dagboek, waarbij kleurpotloodtekeningen taferelen uit het dagelijks leven van de maker in het jongenskamp Bangkong weergeven en later voorzien van achtergrondinformatie. Afbeeldingen per datum: 1 April. Zondag. Vrij. Een jongen loopt tussen zakken voedsel. Op de zakken staat: "Djagoeng, Bedelé". Hij schopt tegen een zak met daarop: "Asia". Onderaan: "Geen pap meer". "Deze zondag komen er in plaats van zakken stijfselmeel, zakken met kedele (sojabonen) binnen. Sojabonen zijn vleesvervangers en dus veel gezonder"; 2 April. Maandag. Vrij. Een jongen klimt in het donker over het gedèk. Onderaan: "Uitbraak". "Er wordt niet gepatjold. Die nacht zijn er jongens uitgebroken. Midden in de nacht moest het hele kamp aantreden en werd met veel geschreeuw in het licht van zaklantarens net zo lang geteld tot duidelijk was wie ontbrak. Daarop werden de twee jongens die al lang waren gepakt, de appelplaats opgesleurd en afgerost. Ook hun hancho (blokhoofd) en kumicho (kameroudste) kregen er behoorlijk van langs"; 3 April. Dinsdag. Attest. Een jongen zit met een thermometer in de mond op een bank. Daaronder: "Temperatuur opnemen". "Die dag had ik koorts en heb ik niet gepatjold. De ziekenoppasser die langskomt steekt zijn thermometer in je mond, leest de temperatuur af, spoelt de thermometer dan af met een mok water en schrijft je attest uit"; 4 April. Woensdag. Patjol. Een in een veld staande rokende jongen gekleed in korte broek met hoed op en hak naast zich. Onderaan: "Sigaretten". "Het laatste tekeningetje. Ik denk dat het me te veel werd. We hebben gepatjold en krijgen sigaretten uitgedeeld. Die kan ik goed ruilen voor eten". Voor de maanden januari, februari en maart zie inventarisnummers: 233443; 233444 en 233445 De mannelijke personen op de afbeeldingen zijn aangeduid als jongens gezien de leeftijd van de vervaardiger en het soort interneringskamp.

Jongenskamp Bangkong

Een kalender voor 1 tot en met 4 april 1945 op kleine blaadjes gelinieerd papier. De kalender is tevens een dagboek, waarbij kleurpotloodtekeningen taferelen uit het dagelijks leven van de maker in het jongenskamp Bangkong weergeven en later voorzien van achtergrondinformatie. Afbeeldingen per datum: 1 April. Zondag. Vrij. Een jongen loopt tussen zakken voedsel. Op de zakken staat: "Djagoeng, Bedelé". Hij schopt tegen een zak met daarop: "Asia". Onderaan: "Geen pap meer". "Deze zondag komen er in plaats van zakken stijfselmeel, zakken met kedele (sojabonen) binnen. Sojabonen zijn vleesvervangers en dus veel gezonder"; 2 April. Maandag. Vrij. Een jongen klimt in het donker over het gedèk. Onderaan: "Uitbraak". "Er wordt niet gepatjold. Die nacht zijn er jongens uitgebroken. Midden in de nacht moest het hele kamp aantreden en werd met veel geschreeuw in het licht van zaklantarens net zo lang geteld tot duidelijk was wie ontbrak. Daarop werden de twee jongens die al lang waren gepakt, de appelplaats opgesleurd en afgerost. Ook hun hancho (blokhoofd) en kumicho (kameroudste) kregen er behoorlijk van langs"; 3 April. Dinsdag. Attest. Een jongen zit met een thermometer in de mond op een bank. Daaronder: "Temperatuur opnemen". "Die dag had ik koorts en heb ik niet gepatjold. De ziekenoppasser die langskomt steekt zijn thermometer in je mond, leest de temperatuur af, spoelt de thermometer dan af met een mok water en schrijft je attest uit"; 4 April. Woensdag. Patjol. Een in een veld staande rokende jongen gekleed in korte broek met hoed op en hak naast zich. Onderaan: "Sigaretten". "Het laatste tekeningetje. Ik denk dat het me te veel werd. We hebben gepatjold en krijgen sigaretten uitgedeeld. Die kan ik goed ruilen voor eten". Voor de maanden januari, februari en maart zie inventarisnummers: 233443; 233444 en 233445 De mannelijke personen op de afbeeldingen zijn aangeduid als jongens gezien de leeftijd van de vervaardiger en het soort interneringskamp.