Schoonmaakploeg Kramat

Een grijswitte dik geweven katoenen zak zonder hengsel of sluiting. Op de zak zijn verschillende applicaties aangebracht met o.a. op één kant de volgende voorstellingen: schoonmaakmiddelen waaronder een emmer met daarop: "Bonkar"; een kopje met daaronder: "200 cc"; een wasteil met aan weerskanten een borstel(?) en een zeepklopper. Op de andere kant: een boekje met etiket: "Kasboek Koempoelan"; een pot met lepel en daaronder: “O, wat ben ik slecht bedeeld!; een fiets met op de bagagedrager een mand; een tros met drie bananen en een tomaat. Deze versierde zak kreeg Liesbeth Wiegel-Waszink van haar kampgenoten in het vrouwenkamp Kramat te Batavia. In het interneringskamp moesten de vrouwen voor zichzelf en voor hun kinderen opkomen. Sommige vrouwen brachten het niet op om vrijwillig voor de noodzakelijke hygiëne te zorgen. Kortom er moest iemand zijn die de organisatie van het werk ter hand nam en iedereen een taak gaf. Liesbeth, lerares geschiedenis, zag zichzelf als iemand die en voorbeeldfunctie had. Zij had inzicht, overwicht, realiteitszin en leidinggevende capaciteiten gecombineerd met charme. Ze overlegde met de vrouwen met als resultaat dat ieder een taak kreeg naar vermogen. De vrouwen volbrachten die taken, hoewel soms zuchtend en mopperend. Liesbeth controleerde het werk en gaf het goede voorbeeld. Haar inzet werd door de vrouwen zeer gewaardeerd en dat wilden ze laten blijken, maar hoe? Uit een oud stuk beige stof, resten van een oude versleten stofdoek en wat borduurgaren, die nog samengeraapt konden worden, een naald en een grote dosis creativiteit werd een doek geborduurd. Dit geborduurde 'felicitatie- en dankzeggingsdoek' werd op haar verjaardag 24 februari 1945 aan haar overhandigd.

Schoonmaakploeg Kramat

Een grijswitte dik geweven katoenen zak zonder hengsel of sluiting. Op de zak zijn verschillende applicaties aangebracht met o.a. op één kant de volgende voorstellingen: schoonmaakmiddelen waaronder een emmer met daarop: "Bonkar"; een kopje met daaronder: "200 cc"; een wasteil met aan weerskanten een borstel(?) en een zeepklopper. Op de andere kant: een boekje met etiket: "Kasboek Koempoelan"; een pot met lepel en daaronder: “O, wat ben ik slecht bedeeld!; een fiets met op de bagagedrager een mand; een tros met drie bananen en een tomaat. Deze versierde zak kreeg Liesbeth Wiegel-Waszink van haar kampgenoten in het vrouwenkamp Kramat te Batavia. In het interneringskamp moesten de vrouwen voor zichzelf en voor hun kinderen opkomen. Sommige vrouwen brachten het niet op om vrijwillig voor de noodzakelijke hygiëne te zorgen. Kortom er moest iemand zijn die de organisatie van het werk ter hand nam en iedereen een taak gaf. Liesbeth, lerares geschiedenis, zag zichzelf als iemand die en voorbeeldfunctie had. Zij had inzicht, overwicht, realiteitszin en leidinggevende capaciteiten gecombineerd met charme. Ze overlegde met de vrouwen met als resultaat dat ieder een taak kreeg naar vermogen. De vrouwen volbrachten die taken, hoewel soms zuchtend en mopperend. Liesbeth controleerde het werk en gaf het goede voorbeeld. Haar inzet werd door de vrouwen zeer gewaardeerd en dat wilden ze laten blijken, maar hoe? Uit een oud stuk beige stof, resten van een oude versleten stofdoek en wat borduurgaren, die nog samengeraapt konden worden, een naald en een grote dosis creativiteit werd een doek geborduurd. Dit geborduurde 'felicitatie- en dankzeggingsdoek' werd op haar verjaardag 24 februari 1945 aan haar overhandigd.