Houten beeld van een demon

Buta's zijn een soort van demonen en even gevreesd als Raksasa's. De onheilsbrengende invloeden van de Buta's trachten de Baliers dagelijks af te wenden door het plaatsen van offers op de erven of wegen, waar men de monsters tracht voorbij te gaan zonder dat zij leed veroorzaken. Op plaatsen die in een kwad reuk staan (bv verlaten erven) huizen de Buta's graag en veroorzaken ziekte en dood aan degenen die hen storen. De kwade invloeden van de omgeving worden door de Baliers toegeschreven aan in de lucht zwevende Buta's. Men onderscheid verschillende soorten. De verzoening met de Buta's maakt een groot deel uit van de religieuze cultus op Bali. Dit beeld behoort tot een groep van 28 beelden (15-156 t/m 15-182b), gezamenlijk een pantheon van Balinese godheden vormend, dat getoond werd op de Nederlandse koloniale afdeling op de wereldtentoonstelling te Parijs in 1900. Speciaal voor deze tentoonstelling heeft C.M. Pleyte, conservator van 's Rijks Etnografisch Museum in Leiden, deze beelden op Bali laten vervaardigen. Met behulp van enkele priesters selecteerde hij de relevante beelden die vervolgens door Balinese houtsnijders werden nagemaakt.

Houten beeld van een demon

Buta's zijn een soort van demonen en even gevreesd als Raksasa's. De onheilsbrengende invloeden van de Buta's trachten de Baliers dagelijks af te wenden door het plaatsen van offers op de erven of wegen, waar men de monsters tracht voorbij te gaan zonder dat zij leed veroorzaken. Op plaatsen die in een kwad reuk staan (bv verlaten erven) huizen de Buta's graag en veroorzaken ziekte en dood aan degenen die hen storen. De kwade invloeden van de omgeving worden door de Baliers toegeschreven aan in de lucht zwevende Buta's. Men onderscheid verschillende soorten. De verzoening met de Buta's maakt een groot deel uit van de religieuze cultus op Bali. Dit beeld behoort tot een groep van 28 beelden (15-156 t/m 15-182b), gezamenlijk een pantheon van Balinese godheden vormend, dat getoond werd op de Nederlandse koloniale afdeling op de wereldtentoonstelling te Parijs in 1900. Speciaal voor deze tentoonstelling heeft C.M. Pleyte, conservator van 's Rijks Etnografisch Museum in Leiden, deze beelden op Bali laten vervaardigen. Met behulp van enkele priesters selecteerde hij de relevante beelden die vervolgens door Balinese houtsnijders werden nagemaakt.