Houten beeld van de god Kala Rahu

Monsterkop van Kala Rahu, de god die zons- en maansverduisteringen veroorzaakt. hij is de onheilsbrenger, de zwarte man, die op een leeuw rijdt. Volgens de sage had Rahu van de goddelijke, levensverwekkende nektar geproefd, waarvoor Vishnu hem op bevel van Surya (zon) en Candra (maan) het hoofd afsloeg, dat echter door de godendrank onsterfelijk is geworden - de nektar bevond zich op dat moment nog in de keel dus de rest van het lichaam was niet onsterfelijk - en zich op zon en maan tracht te wreken. In de Indonesiche archipel komt de naam Rahu, min of meer gewijzigd (Lau, rao enz.) voor de zon en maanverduistering op verschillende eilanden voor. de Javanen en de Baliers hebben de naam Rahu bewaard. De Baliers beelden hem af als een bruine demonenkop met uitpuilende ogen en slagtanden, terwijl ook op de wangen tanden uitsteken. De opstaande haren verwijzen naar het vliegen. Dit beeld behoort tot een groep van 28 beelden (15-156 t/m 15-182b), gezamenlijk een pantheon van Balinese godheden vormend, dat getoond werd op de Nederlandse koloniale afdeling op de wereldtentoonstelling te Parijs in 1900. Speciaal voor deze tentoonstelling heeft C.M. Pleyte, conservator van 's Rijks Etnografisch Museum in Leiden, deze beelden op Bali laten vervaardigen. Met behulp van enkele priesters selecteerde hij de relevante beelden die vervolgens door Balinese houtsnijders werden nagemaakt.

Houten beeld van de god Kala Rahu

Monsterkop van Kala Rahu, de god die zons- en maansverduisteringen veroorzaakt. hij is de onheilsbrenger, de zwarte man, die op een leeuw rijdt. Volgens de sage had Rahu van de goddelijke, levensverwekkende nektar geproefd, waarvoor Vishnu hem op bevel van Surya (zon) en Candra (maan) het hoofd afsloeg, dat echter door de godendrank onsterfelijk is geworden - de nektar bevond zich op dat moment nog in de keel dus de rest van het lichaam was niet onsterfelijk - en zich op zon en maan tracht te wreken. In de Indonesiche archipel komt de naam Rahu, min of meer gewijzigd (Lau, rao enz.) voor de zon en maanverduistering op verschillende eilanden voor. de Javanen en de Baliers hebben de naam Rahu bewaard. De Baliers beelden hem af als een bruine demonenkop met uitpuilende ogen en slagtanden, terwijl ook op de wangen tanden uitsteken. De opstaande haren verwijzen naar het vliegen. Dit beeld behoort tot een groep van 28 beelden (15-156 t/m 15-182b), gezamenlijk een pantheon van Balinese godheden vormend, dat getoond werd op de Nederlandse koloniale afdeling op de wereldtentoonstelling te Parijs in 1900. Speciaal voor deze tentoonstelling heeft C.M. Pleyte, conservator van 's Rijks Etnografisch Museum in Leiden, deze beelden op Bali laten vervaardigen. Met behulp van enkele priesters selecteerde hij de relevante beelden die vervolgens door Balinese houtsnijders werden nagemaakt.