Bregu is een van de zeven zonen van Brahma (de sterren van de grote beer), wiens gemalinnen zichtbaar zijn in het zevengesternte (kartika). Op Bali wordt hij vereerd als de god van hanenkloppers, dat zijn de mensen die hun vechthanen laten strijden. Bij de hanenklopbaan vindt men meestal een offertafeltje of offerhuisje, waarop men kleine offers ter ere van Bregu legt daar deze zijn invloed doet gelden t.a.v. de eigenschappen die een haan het gevecht tegen zijn tegenstander doen laten winnen. Deze functie van beschermer van hanengevechten schijnt uit het beeld van Bregu niet te blijken: hij draagt een groen jasje, een helm die aan het hoofddeksel van een Sivapriester doet denken, en is getooid met enkelringen. In de rechterhand draagt hij een cecupu in de vorm van een klapperdop met deksel. De houding van zijn linkervoet doet denken aan een danshouding. Dikwijls stellen de beelden dansende Baliers (toneelspelers) voor waaruit af te leiden is dat de houtsnijders geinspireerd zijn door de toneelvoorstellingen. Dit beeld behoort tot een groep van 28 beelden (15-156 t/m 15-182b), gezamenlijk een pantheon van Balinese godheden vormend, dat getoond werd op de Nederlandse koloniale afdeling op de wereldtentoonstelling te Parijs in 1900. Speciaal voor deze tentoonstelling heeft C.M. Pleyte, conservator van 's Rijks Etnografisch Museum in Leiden, deze beelden op Bali laten vervaardigen. Met behulp van enkele priesters selecteerde hij de relevante beelden die vervolgens door Balinese houtsnijders werden nagemaakt.