Houten beeld van de god Ganesa

Ganesa, de god van de wijsheid, de patroon van schrijvers en publicisten. De joviale, welgezinde god met het slimme olifantenbrein, die over de scharen der mindere goden beveelt. Hij is de oudste zoon van Shiva en Parvati, de verpersoonlijking van de voorzichtige politiek en de maatschappelijke orde, berustende op wijsheid, die het bij de aanvang van belangrijke ondernemingen wenselijk maakt Ganesha aan te roepen. Allerlei verhalen omtrent zijn geboorte zijn in omloop. Sommigen komen hierop neer, dat afgunstige goden het hoofd van Shiva's zoon namen, waarna deze (of Vishnu) het hoofd verving door dat van een olifant. Volgens andere verhalen vormde Parvati van lichaamsonreinheid in het bad een beeldje van een mens, dat zij door besprenkelen met water het leven gaf en daarna de wacht liet houden zo lang zij baadde. Shiva, die zich de toegang verboden zag, sloeg de wachter het hoofd af, maar toen Parvati haar gemalin zei, dat het verbod van haar was uitgegaan, liet Shiva hem het eerste het beste hoofd brengen, dat een olifantenhoofd bleek te zijn en op de romp van de godenzoon werd geplaatst. Ganesa heeft meestal vier armen, bidsnoer, strijdbijl, een stuk van zijn tand (hij wordt ook wel de eentandige genoemd), een bakje met zoetigheden voor zijn slurf (de onverzadigbare dorst naar wijsheid). in veel Ganesabeelden komen doodshoofden voor die aan Shiva, de verdelger, herinneren, evenals de halve maan en het derde oog ook wel worden aangetroffen. Op Bali heeft Ganesa een zeldzaam voorkomende staande houding. De bruine huidskleur heeft hij met Waruna gemeen. Dit beeld behoort tot een groep van 28 beelden (15-156 t/m 15-182b), gezamenlijk een pantheon van Balinese godheden vormend, dat getoond werd op de Nederlandse koloniale afdeling op de wereldtentoonstelling te Parijs in 1900. Speciaal voor deze tentoonstelling heeft C.M. Pleyte, conservator van 's Rijks Etnografisch Museum in Leiden, deze beelden op Bali laten vervaardigen. Met behulp van enkele priesters selecteerde hij de relevante beelden die vervolgens door Balinese houtsnijders werden nagemaakt.

Houten beeld van de god Ganesa

Ganesa, de god van de wijsheid, de patroon van schrijvers en publicisten. De joviale, welgezinde god met het slimme olifantenbrein, die over de scharen der mindere goden beveelt. Hij is de oudste zoon van Shiva en Parvati, de verpersoonlijking van de voorzichtige politiek en de maatschappelijke orde, berustende op wijsheid, die het bij de aanvang van belangrijke ondernemingen wenselijk maakt Ganesha aan te roepen. Allerlei verhalen omtrent zijn geboorte zijn in omloop. Sommigen komen hierop neer, dat afgunstige goden het hoofd van Shiva's zoon namen, waarna deze (of Vishnu) het hoofd verving door dat van een olifant. Volgens andere verhalen vormde Parvati van lichaamsonreinheid in het bad een beeldje van een mens, dat zij door besprenkelen met water het leven gaf en daarna de wacht liet houden zo lang zij baadde. Shiva, die zich de toegang verboden zag, sloeg de wachter het hoofd af, maar toen Parvati haar gemalin zei, dat het verbod van haar was uitgegaan, liet Shiva hem het eerste het beste hoofd brengen, dat een olifantenhoofd bleek te zijn en op de romp van de godenzoon werd geplaatst. Ganesa heeft meestal vier armen, bidsnoer, strijdbijl, een stuk van zijn tand (hij wordt ook wel de eentandige genoemd), een bakje met zoetigheden voor zijn slurf (de onverzadigbare dorst naar wijsheid). in veel Ganesabeelden komen doodshoofden voor die aan Shiva, de verdelger, herinneren, evenals de halve maan en het derde oog ook wel worden aangetroffen. Op Bali heeft Ganesa een zeldzaam voorkomende staande houding. De bruine huidskleur heeft hij met Waruna gemeen. Dit beeld behoort tot een groep van 28 beelden (15-156 t/m 15-182b), gezamenlijk een pantheon van Balinese godheden vormend, dat getoond werd op de Nederlandse koloniale afdeling op de wereldtentoonstelling te Parijs in 1900. Speciaal voor deze tentoonstelling heeft C.M. Pleyte, conservator van 's Rijks Etnografisch Museum in Leiden, deze beelden op Bali laten vervaardigen. Met behulp van enkele priesters selecteerde hij de relevante beelden die vervolgens door Balinese houtsnijders werden nagemaakt.