Houten beeld van een godin

Sri of Lakshmi, godin van vruchtbaarheid en voorspoed. De in schoonheid stralende Sri verscheen uit de golven op een lotusblad, omringd door riviergodinnen. Zij wordt veelal afgebeeld met vier armen en een lotusbloem in de hand en wordt vooral op Java en Bali vereerd als Dewi Sri of Nji Sri, die het rijstgewas kan doen groeien en bij vereringen een voorspeodige oogst belooft. Volgens de Javaanse legende schoten uit haar stoffelijk overschot op het graf allerlei gewassen op, waaronder de rijst, die op natte velden wordt gekweekt. Vandaar dat aan deze beschermheilige van de landbouw offers worden aangeboden en haar zegen wordt afgesmeekt voor een goede oogst. Deze rijstgodin heet op Sumatra: Sawang Sari, op Sulawesi Sangriang Sarsi en op Bali Batari Sri. De Baliers maken vaak poppetjes van de godin Sri uit lotusbladeren met een gezichtje van beschilderd hout en bewijzen daaraan allerlei huldebetuigingen, omdat door bijna iedere Balier de landbouw en de schutpatrones daarvan in hoge ere wordt gehouden. Men spreekt haar in de mantra's met allerlei vleinamen aan: Sri Mula (oorsprong), Sri Kari (eeuwige), Sri Dadi (schepper), Sri Sajagal (alomtegenwoordige), Sri Akumpul (bewaarster), enz. Hier wordt zij voorgesteld met witte huidskleur en godinnengewaad, schouderbekleding, borstdoek, heupbedekking (songket) en gordel (sabuk), versieringen, bovenarmbanden, polsringen, vingerring en oorsiersels. Een kartelsnoer hangt van de rechterschouder tot op de middel af, een ander snoer is op de linkerknie zichtbaar. Dit beeld behoort tot een groep van 28 beelden (15-156 t/m 15-182b), gezamenlijk een pantheon van Balinese godheden vormend, dat getoond werd op de Nederlandse koloniale afdeling op de wereldtentoonstelling te Parijs in 1900. Speciaal voor deze tentoonstelling heeft C.M. Pleyte, conservator van 's Rijks Etnografisch Museum in Leiden, deze beelden op Bali laten vervaardigen. Met behulp van enkele priesters selecteerde hij de relevante beelden die vervolgens door Balinese houtsnijders werden nagemaakt.

Houten beeld van een godin

Sri of Lakshmi, godin van vruchtbaarheid en voorspoed. De in schoonheid stralende Sri verscheen uit de golven op een lotusblad, omringd door riviergodinnen. Zij wordt veelal afgebeeld met vier armen en een lotusbloem in de hand en wordt vooral op Java en Bali vereerd als Dewi Sri of Nji Sri, die het rijstgewas kan doen groeien en bij vereringen een voorspeodige oogst belooft. Volgens de Javaanse legende schoten uit haar stoffelijk overschot op het graf allerlei gewassen op, waaronder de rijst, die op natte velden wordt gekweekt. Vandaar dat aan deze beschermheilige van de landbouw offers worden aangeboden en haar zegen wordt afgesmeekt voor een goede oogst. Deze rijstgodin heet op Sumatra: Sawang Sari, op Sulawesi Sangriang Sarsi en op Bali Batari Sri. De Baliers maken vaak poppetjes van de godin Sri uit lotusbladeren met een gezichtje van beschilderd hout en bewijzen daaraan allerlei huldebetuigingen, omdat door bijna iedere Balier de landbouw en de schutpatrones daarvan in hoge ere wordt gehouden. Men spreekt haar in de mantra's met allerlei vleinamen aan: Sri Mula (oorsprong), Sri Kari (eeuwige), Sri Dadi (schepper), Sri Sajagal (alomtegenwoordige), Sri Akumpul (bewaarster), enz. Hier wordt zij voorgesteld met witte huidskleur en godinnengewaad, schouderbekleding, borstdoek, heupbedekking (songket) en gordel (sabuk), versieringen, bovenarmbanden, polsringen, vingerring en oorsiersels. Een kartelsnoer hangt van de rechterschouder tot op de middel af, een ander snoer is op de linkerknie zichtbaar. Dit beeld behoort tot een groep van 28 beelden (15-156 t/m 15-182b), gezamenlijk een pantheon van Balinese godheden vormend, dat getoond werd op de Nederlandse koloniale afdeling op de wereldtentoonstelling te Parijs in 1900. Speciaal voor deze tentoonstelling heeft C.M. Pleyte, conservator van 's Rijks Etnografisch Museum in Leiden, deze beelden op Bali laten vervaardigen. Met behulp van enkele priesters selecteerde hij de relevante beelden die vervolgens door Balinese houtsnijders werden nagemaakt.