Letterlyke en practikale verklaring over de propheetsien van Hosea / Beschreeven door M. Henry, Chr. Starke, en andere voortrefflyke Eng. en Hoogd. godgeleerden ; nevens verscheide oordeelk. textverklaaringen van de heeren E. Pococke, G. Hutchenson, J.D. Michaëlis, enz. : waar by koomen vertoogen van Edward Pococke, over de voorzegging van Hosea, hoofdst. VI:2.; van denzelfden heer Ed. Pococke, over Hosea, Cap. XII:4 5, 6, ; ook tot opheldering van de geschiedenis, Gen. XXXII:28.; en van het Engelsch Genootschap over Hosea, Cap. XII:10. in de Engelsche, vs. 11. in de Ned. overz. ; vooraf gaat, eene voorrede van Chr. Starcke, over de XII. kleine propheeten; over den propheet Hosea; een vertoog van J.D. Michaëlis over den propheet Hosea; in 't algemeen behelzende de geschiedenis der Israëliten; eene inleiding tot den propheet Hosea door George Hutchenson

Letterlyke en practikale verklaring over de propheetsien van Hosea / Beschreeven door M. Henry, Chr. Starke, en andere voortrefflyke Eng. en Hoogd. godgeleerden ; nevens verscheide oordeelk. textverklaaringen van de heeren E. Pococke, G. Hutchenson, J.D. Michaëlis, enz. : waar by koomen vertoogen van Edward Pococke, over de voorzegging van Hosea, hoofdst. VI:2.; van denzelfden heer Ed. Pococke, over Hosea, Cap. XII:4 5, 6, ; ook tot opheldering van de geschiedenis, Gen. XXXII:28.; en van het Engelsch Genootschap over Hosea, Cap. XII:10. in de Engelsche, vs. 11. in de Ned. overz. ; vooraf gaat, eene voorrede van Chr. Starcke, over de XII. kleine propheeten; over den propheet Hosea; een vertoog van J.D. Michaëlis over den propheet Hosea; in 't algemeen behelzende de geschiedenis der Israëliten; eene inleiding tot den propheet Hosea door George Hutchenson