Aanmerkinge over de predicatie van den eerw. heer d°. Adrianus van Wesel. Des sondaghs morgens, den 25 November, gehouden in de Wester Kerk, over Matth. IV. vers 5, 6, 7. Discourswijse voorgestelt. : Wederleggende met eens, alle predicatien van sijn eerw. en andere, aangaande de versoekinge onses Salighmakers, reeds gedaan, en welke noch staan gedaan te worden, beweerende, de eygentlijkheydt van de selve. Hier neevens, eenige opening, hoe men d°. B. Bekker, in sijn XIX. hooftstuk, des II. boeks, rakende, 't gene sijn eerw. seght, van de verleydinge der eerste menschen, verstaan moer ... / Door S.W.S.F

Aanmerkinge over de predicatie van den eerw. heer d°. Adrianus van Wesel. Des sondaghs morgens, den 25 November, gehouden in de Wester Kerk, over Matth. IV. vers 5, 6, 7. Discourswijse voorgestelt. : Wederleggende met eens, alle predicatien van sijn eerw. en andere, aangaande de versoekinge onses Salighmakers, reeds gedaan, en welke noch staan gedaan te worden, beweerende, de eygentlijkheydt van de selve. Hier neevens, eenige opening, hoe men d°. B. Bekker, in sijn XIX. hooftstuk, des II. boeks, rakende, 't gene sijn eerw. seght, van de verleydinge der eerste menschen, verstaan moer ... / Door S.W.S.F