Sententie van het Hof van Holland in een proces tussen Johan graaf van Nassau [en Vianden, heer van de Lek en Breda] (1410-1475), als ambachtsheer van Rijswijk, en Huyge de Bloote, inzake het niet op tijd betalen van een tijns; Den Haag, 22 apr. 1448 / door Gosijn de Wilde (-1449), president, en de raden Willem broeder tEgmonde (-1451), heer van IJselsteyn, heer Arent van Gent (-na 1456), heer tot Gherssenburch, Gerrit van Zijl (ca. 1380-1453), ridders, Gillis van Wissekercke (-1453), Lodewijck vander Eycke (-na 1476), Dirck van Sweten (-1451) en Gerrit Potter vander Loo (ca. 1395-1454), meesters

Sententie van het Hof van Holland in een proces tussen Johan graaf van Nassau [en Vianden, heer van de Lek en Breda] (1410-1475), als ambachtsheer van Rijswijk, en Huyge de Bloote, inzake het niet op tijd betalen van een tijns; Den Haag, 22 apr. 1448 / door Gosijn de Wilde (-1449), president, en de raden Willem broeder tEgmonde (-1451), heer van IJselsteyn, heer Arent van Gent (-na 1456), heer tot Gherssenburch, Gerrit van Zijl (ca. 1380-1453), ridders, Gillis van Wissekercke (-1453), Lodewijck vander Eycke (-na 1476), Dirck van Sweten (-1451) en Gerrit Potter vander Loo (ca. 1395-1454), meesters