Otto Frank recovers in camp infirmary
Otto Frank recovers in camp infirmary
type
about
description
After Otto Frank was liberated from Auschwitz on 27 January 1945, his long journey home and the search for his wife and children began. Otto was given a small notebook in which he wrote down events and names with short keywords. On 27 January, for example, the notebook reads: Ruski.[1] After the liberation of the camp, Otto spent a few weeks in an infirmary that the Russians had set up in the camp.[2]
Otto stayed in the camp until 5 March when his health had improved. He noted some events in his notebook, such as:
- February 12: film screening.
- February 16: First outdoor walk in freedom.
- 23 February: celebration Tag der Roten Armee.
On 23 February 1945, he also wrote a first letter to his mother Alice Frank, who had been living in neutral Switzerland since 1933:
'I hope these lines reach you, bringing you and all our loved ones the news that I have been rescued by the Russians, am healthy and in good spirits and well looked after in every respect. Where Edith and the children are, I do not know, we have been separated since 5 Sept '44. I only heard that they were transported to Germany. We must hope to see them back healthy. Will you please inform my brothers-in-law [Herbert and Julius] and my friends in Holland of my rescue. I long to see you all again and hope this will be possible soon. If only you are all healthy now too. When could I hear from you? Much love and the warmest greetings and kisses. Your son. Otto.'[3]
Repatriation
According to a report by the Dutch Ministry of Foreign Affairs, the repatriation of Dutch nationals located in Eastern Europe was complicated by several factors. For instance, there were many German deserters running around, especially in Poland. The Polish government and the Soviet army leadership therefore kept tight control of the repatriation of foreigners. Moreover, the French and Belgians were given preferential treatment, with at least six different organisations working side by side (and alongside) each other on behalf of repatriating the Dutch. The aforementioned preferential treatment of French citizens is also evident from Otto Frank's notebook.[4]
On 19 February 1945, Otto received a Polish-language document with his name, date of birth and tattooed camp number from the Oswiêcim Provisional Municipal Council. Every agency was requested to give him all possible assistance on his journey home.[5] On 5 March 1945, the Red Cross in the Slaski district of Katowice wrote a statement saying that Otto Frank intended to travel back to his hometown with one or two (this is not entirely clear) Dutchmen.[6] Another complication was that the Netherlands had not yet been fully liberated.
Footnotes
- ^ Dit duidt de aankomst van het Soviet leger aan. Anne Frank Stichting (AFS), Anne Frank Collectie (AFC), Otto Frank Archief (OFA), reg. code OFA_040: Notitieboekje 1945, 27 januari.
- ^ Bas von Benda Beckmann, Na het Achterhuis. Anne Frank en de andere onderduikers in de kampen, Amsterdam: Querido, 2020, p.304.
- ^ Origineel citaat: ‘Hoffentlich erreichen Dich diese Zeilen, die Dir und all den Lieben die Nachricht bringen, dass ich durch die Russen gerettet wurde, gesund voll guten Mutes bin und in jeder Beziehung gut versorgt. Wo Edith und die Kinder sich befinden weiss ich nicht, wir sind seit 5. Sept. 44 getrennt. Ich hörte nur, dass sie nach Deutschland transportiert wurden. Man muss hoffen, sie gesund zurück zu sehen. Bitte benachrichtige meine Schwäger und meine Freunde in Holland von meiner Rettung. Ich sehne mich danach Euch Alle wieder zu sehen und hoffe, dass dies bald möglich sein wird. Wenn auch Ihr nur Alle gesund seid. Wann werde ich wohl Nachricht von Euch erhalten können?’ AFS, AFC, OFA, inv.nr. 17, Otto Frank aan Alice Frank-Stern, 23 februari 1945.
- ^ AFS, AFC, reg. code OFA_040: Notitieboekje 1945.
- ^ AFS, AFC, reg. code OFA_058: "Zaœwiadzca" (vertaling door Aai Prins).
- ^ Zie noot 5. Overigens hadden anderen, zoals bijvoorbeeld Fritzi en Eva Geiringer, ook zulke documenten.
Nadat Otto Frank op 27 januari 1945 bevrijd was uit Auschwitz begon zijn lange reis naar huis en de zoektocht naar zijn vrouw en kinderen. Otto kreeg een klein notitieboekje in bezit waarin hij met korte steekwoorden gebeurtenissen en namen opschreef. Zo vermeldt het boekje op 27 januari: Ruski.[1] Na de bevrijding van het kamp verbleef Otto een paar weken in een ziekenzaal dat de Russen in het kamp hadden ingericht.[2]
Otto verbleef toen hij hersteld was nog tot 5 maart in het kamp. Hij noteerde enkele gebeurtenissen in zijn notitieboekje, zoals bijvoorbeeld:
- 12 februari: filmvoorstelling.
- 16 februari: eerste buitenwandeling in vrijheid.
- 23 februari: viering Tag der Roten Armee.
Op 23 februari 1945 schreef hij ook een eerste brief aan zijn moeder Alice Frank, die al sinds 1933 in het neutrale Zwitserland woonde:
'Ik hoop je te bereiken met deze regels die jou en al onze dierbaren het bericht brengen dat ik gered ben door de Russen, gezond ben en vol goede moed en in elk opzicht goed verzorgd. Waar Edith en de kinderen zich bevinden, weet ik niet, we zijn sedert 5 sept. ’44 gescheiden. Ik hoorde alleen dat ze naar Duitsland getransporteerd zijn. We moeten hopen dat we hen gezond terugzien. Wil je alsjeblieft mijn zwagers [Herbert en Julius] en mijn vrienden in Holland op de hoogte stellen van mijn redding. Ik verlang ernaar jullie allemaal weer te zien en hoop dat dit spoedig mogelijk zal zijn. Als jullie nu ook maar allemaal gezond zijn. Wanneer zou ik van jullie bericht kunnen krijgen? Veel liefs en de hartelijkste groeten en kussen. Je zoon. Otto.'[3]
Repatriëring
Volgens een rapport van Buitenlandse Zaken werd de repatriëring van de in Oost-Europa verblijvende Nederlanders bemoeilijkt door verschillende factoren. Zo liepen er, vooral in Polen, veel Duitse deserteurs rond. De Poolse regering en de Soviet legerleiding hielden daarom de repatriëring van vreemdelingen strak in eigen hand. Bovendien kregen de Fransen en Belgen een voorkeursbehandeling. Tenminste zes verschillende organisaties werkten er ten behoeve van repatriering van de Nederlanders naast (en langs) elkaar. De genoemde voorkeursbehandeling van Franse burgers blijkt ook uit Otto Franks notitieboekje.[4]
Op 19 februari 1945 kreeg Otto van de provisorische gemeenteraad van Oswiêcim een Poolstalig document met zijn naam, geboortedatum en getatoeëerde kampnummer. Iedere instantie werd verzocht hem bij zijn thuisreis alle mogelijke hulp te verlenen.[5] 5 maart 1945 schreef het Rode Kruis in het district Slaski in Katowice een verklaring dat Otto Frank van plan is met een of twee (niet helemaal duidelijk) Hollanders naar zijn woonplaats terug te reizen.[6] Een complicatie was dat Nederland nog niet volledig bevrijd was.
Footnotes
- ^ Dit duidt de aankomst van het Soviet leger aan. Anne Frank Stichting (AFS), Anne Frank Collectie (AFC), Otto Frank Archief (OFA), reg. code OFA_040: Notitieboekje 1945, 27 januari.
- ^ Bas von Benda Beckmann, Na het Achterhuis. Anne Frank en de andere onderduikers in de kampen, Amsterdam: Querido, 2020, p.304.
- ^ Origineel citaat: ‘Hoffentlich erreichen Dich diese Zeilen, die Dir und all den Lieben die Nachricht bringen, dass ich durch die Russen gerettet wurde, gesund voll guten Mutes bin und in jeder Beziehung gut versorgt. Wo Edith und die Kinder sich befinden weiss ich nicht, wir sind seit 5. Sept. 44 getrennt. Ich hörte nur, dass sie nach Deutschland transportiert wurden. Man muss hoffen, sie gesund zurück zu sehen. Bitte benachrichtige meine Schwäger und meine Freunde in Holland von meiner Rettung. Ich sehne mich danach Euch Alle wieder zu sehen und hoffe, dass dies bald möglich sein wird. Wenn auch Ihr nur Alle gesund seid. Wann werde ich wohl Nachricht von Euch erhalten können?’ AFS, AFC, OFA, inv.nr. 17, Otto Frank aan Alice Frank-Stern, 23 februari 1945.
- ^ AFS, AFC, reg. code OFA_040: Notitieboekje 1945.
- ^ AFS, AFC, reg. code OFA_058: "Zaœwiadzca" (vertaling door Aai Prins).
- ^ Zie noot 5. Overigens hadden anderen, zoals bijvoorbeeld Fritzi en Eva Geiringer, ook zulke documenten.