Peter van Pels to Mauthausen
Peter van Pels to Mauthausen
type
about
description
On 18 January 1945, large columns of prisoners left Auschwitz from midnight until midday.[1] For Peter van Pels and about 5,700 others, the destination was camp Mauthausen in Austria.
The group covered the first 60-plus kilometres westward on foot.[2] It was a gruelling trek. Many of the prisoners were already severely weakened before they began the arduous march, and the SS guards shot and killed without mercy anyone who could not keep pace or tried to flee.
After five days on, 22 January 1945, they reached Loslau (now Wodzisław Śląsk on the Czech-Polish border).[2] There they were loaded per hundred prisoners into open coal or freight wagons that were full of snow and ice.[3] The train did not leave until the next morning. It was freezing twenty degrees and the prisoners were not given any food or drink. Many died during the journey from exhaustion and hypothermia. When the train stopped, the dead bodies were thrown outside.
After three days, they arrived at Mauthausen station. From there, the prisoners walked in a long file to the Mauthausen concentration camp.
Mauthausen was a camp of the toughest category.[4] The prisoners worked as forced labourers in the stone quarries of Mauthausen and Gusen. Due to the harsh regime and heavy work in the quarries, mortality rates were extremely high. It was a combination of labour and extermination. The prisoners literally worked themselves to death. The diet was calculated to have a life expectancy of three to four months.[5]
In Mauthausen's infamous quarry, the men of the penal commandos carried granite blocks on their backs along the steep stairs up in a wooden carrier. Medical care was poor. Jewish prisoners ended up as stone carriers in this punishment commando almost by default until 1944.
Footnotes
- ^ L. Landsberger, A. de Haas, K. Selowsky (red.), Auschwitz. Deel VI: De afvoertransporten uit Auschwitz en omgeving naar het noorden en het westen, en de grote evacuatietransporten, 's-Gravenhage: Hoofdbestuur van de Vereniging het Nederlandsche Roode Kruis, 1952, p. 3, 31, 85, en 227; NIOD Nederlands Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, 250d, inv.nr. 827, Verklaring C. Schimmer en A.F. van Velzen.
- a, b Zie bijv. kz-Gedenkstätte Mauthausen, amm oh/zp1/299, Interview Jakob Maestro, 17 juni 2002, 53. De beschrijving van de dodenmars hier is onder andere gebaseerd op de getuigenissen van Jakob Maestro, Job Jansen, Mari Sloot, Max Garcia, C. Schimmer, A.F. van Velzen.
- ^ Gebaseerd op de getuigenis van A.F. van Velzen.
- ^ Kampen werden ingedeeld naar Stufe I, II en III, waarbij Stufe iii het zwaarste regime was.
- ^ Ladislaus Szücs, Zählappell. Als Arzt im Konzentrationslager, Frankfurt am Main: Fischer Taschebuch, 1995, p. p. 34. Harald Hutterberger lichtte de berekening van calorieën mondeling toe.
Op 18 januari 1945 vertrokken vanaf middernacht tot in de middag grote colonnes gevangenen uit Auschwitz.[1] Voor Peter van Pels en ongeveer 5700 anderen was de bestemming kamp Mauthausen in Oostenrijk.
De eerste ruim zestig kilometer in westelijke richting legde de groep te voet af.[2] Het was een gruwelijke tocht. Veel van de gevangenen waren al ernstig verzwakt voordat ze aan de zware mars begonnen en de ss-bewakers schoten iedereen die het tempo niet kon bijbenen of probeerde te vluchten zonder pardon dood.
Na vijf dagen op, 22 januari 1945, bereikten ze Loslau (nu Wodzisław Śląsk aan de Tsjechisch-Poolse grens).[2] Daar werden ze per honderd gevangenen ingeladen in open kolen- of goederenwagons die vol sneeuw en ijs lagen.[3] De trein vertrok pas de volgende morgen. Het vroor twintig graden en de gevangenen kregen geen eten of drinken. Velen stierven tijdens de reis door uitputting en onderkoeling. Als de trein stilstond, werden de dode lichamen naar buiten gegooid.
Na drie dagen kwamen ze aan op het station van Mauthausen. Vandaar liepen de gevangenen in een lange colonne naar het concentratiekamp Mauthausen.
Mauthausen was een kamp van de zwaarste categorie.[4] De gevangenen werkten als dwangarbeiders in de steengroeven van Mauthausen en Gusen. Door het harde regime en het zware werk in de steengroeven waren de sterftecijfers extreem hoog. Het was een combinatie van arbeid en uitroeiing. De gevangenen werkten zich letterlijk dood. Het dieet was berekend op een levensverwachting van drie tot vier maanden.[5]
In de beruchte steengroeve van Mauthausen droegen de mannen van het strafcommando in een houten drager granietblokken op hun rug langs de steile trap naar boven. De medische verzorging was gebrekkig. Joodse gevangenen kwamen tot aan 1944 bijna standaard als stenendragers in dit strafcommando terecht.
Footnotes
- ^ L. Landsberger, A. de Haas, K. Selowsky (red.), Auschwitz. Deel VI: De afvoertransporten uit Auschwitz en omgeving naar het noorden en het westen, en de grote evacuatietransporten, 's-Gravenhage: Hoofdbestuur van de Vereniging het Nederlandsche Roode Kruis, 1952, p. 3, 31, 85, en 227; NIOD Nederlands Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, 250d, inv.nr. 827, Verklaring C. Schimmer en A.F. van Velzen.
- a, b Zie bijv. kz-Gedenkstätte Mauthausen, amm oh/zp1/299, Interview Jakob Maestro, 17 juni 2002, 53. De beschrijving van de dodenmars hier is onder andere gebaseerd op de getuigenissen van Jakob Maestro, Job Jansen, Mari Sloot, Max Garcia, C. Schimmer, A.F. van Velzen.
- ^ Gebaseerd op de getuigenis van A.F. van Velzen.
- ^ Kampen werden ingedeeld naar Stufe I, II en III, waarbij Stufe iii het zwaarste regime was.
- ^ Ladislaus Szücs, Zählappell. Als Arzt im Konzentrationslager, Frankfurt am Main: Fischer Taschebuch, 1995, p. p. 34. Harald Hutterberger lichtte de berekening van calorieën mondeling toe.