Registration in Auschwitz-Birkenau: the men
Registration in Auschwitz-Birkenau: the men
type
description
Otto Frank, Fritz Pfeffer and Hermann and Peter van Pels were among the remaining 399 men and 249 women, a total of 648 men, women and children, who had to walk separately via Lagerstrasse to the Zentralsauna Sauna, where they had to wait until morning. Then they had to undress and hand in their last belongings. Alphabetically by first letter of surname, their personal details were recorded and they were given their Häftlingnummer on a piece of paper, which was then tattooed on their left forearm.
Auschwitz was the only camp where prisoner numbers were tattooed on the body for identification. Only in the case of Otto Frank do we know the exact number. Otto Frank's camp number was B 9174. The numbers Fritz Pfeffer and Hermann and Peter van Pels had tattooed on their left forearm at registration were between B 9276 and B 9294.[1]
Body hair was shaved off. After showering, they were issued with camp clothes, or random other clothing. The order of shaving, tattooing, etc. differed in the various testimonies and thus was not fixed.[2]
Then they had to go to the shower room in the Sauna building. Meanwhile, the Kanada Kommando searched the luggage and clothing they had brought with them for valuables. The clothes were disinfected in special steam facilities in another part of the Sauna building. After showering, prisoners came into the next room to dry (by air; there were no towels). There, they were given camp clothes or random other clothing.[3]
The men from this transport (including, therefore, Otto Frank, Fritz Pfeffer, Peter and Hermann van Pels) were then sent on foot to Auschwitz I, also called Stammlager, which was located about 3 kilometres from Auschwitz-Birkenau (Auschwitz II).[4]
Footnotes
- ^ Het Nederlandse Rode Kruis (NRK), Den Haag, inv.nr. 3281, Comité International de la Croix-Rouge, Häftlings-Nummerzuteilung, p. 26. Zie ook: Piper e.a. Auschwitz, 61.
- ^ Foto door Maria Austria uit 1954 van Otto Frank waarop hij zijn kampnummer laat zien:Anne Frank Stichting, Anne Frank Collectie, Foto, voorlopig nummer 013-081. v
- ^ Wacław Długoborski, Franciscek Piper (eds.), Auschwitz 1940-1945. Central issues in the history of the camp, Oświecim: Auschwitz-Birkenau State Museum, 2000, deel II, p. 58-60.
- ^ NRK, Collectie Westerbork en de reconstructie van de lotgevallen na WOII, 1939-2007: Verklaringen van o.a. Max Frankfort (inv.nr.1257), Abraham Hakker (inv.nr.1264) en Aron Leyden van Amstel (inv.nr.1277).
Otto Frank, Fritz Pfeffer en Hermann en Peter van Pels moesten met de andere 395 mannen van het transport uit Westerbork via de Lagerstrasse naar de zogenaamde Sauna lopen, het registratie- en desinfectieringsgebouw. Ze moesten er tot de ochtend wachten. Dan moesten ze zich uitkleden en hun laatste bezittingen inleveren. Alfabetisch op eerste letter van de achternaam werden hun persoonsgegevens geregistreerd en kregen ze op een papiertje hun Häftlingnummer dat vervolgens in de linker onderarm werd getatoeëerd.
Auschwitz was het enige kamp waar ter identificatie gevangenennummers op het lichaam werden getatoeëerd. Alleen van Otto Frank kennen we het precieze nummer. Het kampnummer van Otto Frank is B 9174. Het nummer dat Fritz Pfeffer en Hermann en Peter van Pels bij de registratie op hun linker onderarm kregen getatoeëerd, ligt tussen B 9276 en B 9294.[1]
Het lichaamshaar werd afgeschoren. De volgorde van scheren, tatoëeren etc. verschilde in de verschillende getuigenissen en staat dus niet vast.[2]
Daarna moesten ze naar de doucheruimte in het Saunagebouw. Na het douchen kwamen de gevangenen in het volgende vertrek om te drogen (aan de lucht; er zijn geen handdoeken). Daar kregen ze kampkleding of willekeurige andere kleding toegeworpen.[3]
Vervolgens gingen de mannen te voet naar Auschwitz I, ook wel Stammlager genaamd, dat zich op ongeveer 3 kilometer afstand van Auschwitz-Birkenau (Auschwitz II) bevond.[4]
Ondertussen doorzocht het zogenaamde Kanada-Kommando de meegebrachte bagage en kleding op kostbaarheden. De kleding werd in een ander gedeelte van het Saunagebouw in speciale stoominstallaties ontsmet.
Footnotes
- ^ Het Nederlandse Rode Kruis (NRK), Den Haag, inv.nr. 3281, Comité International de la Croix-Rouge, Häftlings-Nummerzuteilung, p. 26. Zie ook: Piper e.a. Auschwitz, 61.
- ^ Foto door Maria Austria uit 1954 van Otto Frank waarop hij zijn kampnummer laat zien:Anne Frank Stichting, Anne Frank Collectie, Foto, voorlopig nummer 013-081. v
- ^ Wacław Długoborski, Franciscek Piper (eds.), Auschwitz 1940-1945. Central issues in the history of the camp, Oświecim: Auschwitz-Birkenau State Museum, 2000, deel II, p. 58-60.
- ^ NRK, Collectie Westerbork en de reconstructie van de lotgevallen na WOII, 1939-2007: Verklaringen van o.a. Max Frankfort (inv.nr.1257), Abraham Hakker (inv.nr.1264) en Aron Leyden van Amstel (inv.nr.1277).