Wedding-day of Otto Frank and Fritzi Markovits
Wedding-day of Otto Frank and Fritzi Markovits
type
about
description
On 10 November 1953, Otto Frank and Elfriede Edith ('Fritizi') Markovits got married in Amsterdam. It was the second marriage for both of them. The witnesses were Jo Kleiman and Miep Gies.[1] Like Otto, Fritzi had lost her partner in a concentration camp.
On the day of the wedding, they had a prenuptial agreement drawn up with notary Jaap van Hasselt. Both also made a will with him.[2]
Although Fritzi lived with her family opposite the Frank family on Merwedeplein from the beginning of 1940, she and Otto only got to know each other during the return journey from Auschwitz. According to Fritzi's daughter, Eva Geiringer-Schloss, she introduced her mother and Otto to one another during the train journey from Auschwitz to Odessa, somewhere near Czernowitz.[3] According to Fritzi herself, she met Otto during a layover near Lvov when Eva recognised Otto Frank as the father of Anne, with whom she had played on Merwedeplein.[4] Later, Fritzi recounted in her essay Mein Leben mit Otto Frank that Otto had already caught her eye at a 'commemoration of the revolution' organised by the Russians in newly liberated Auschwitz.[5] According to Otto's 1945 notebook, this could then have been 23/II (1945) Tag der roten armee.[6] Back in Amsterdam, Otto went to see Fritzi because her name was on a survivors' list. He hoped she knew something about Margot and Anne. He did not remember the meeting next to the train.[3]
Correspondence between Otto and Fritzi in the autumn of 1952, when Otto spent extended time in the United States in connection with the stage adaptation of the diary, shows that their marriage was imminent.[7]
Footnotes
- ^ Gemeente Amsterdam, afdeling Burgerlijke Stand: huwelijksakte 149, 10 november 1953.
- ^ De voorwaarden en de testamenten van resp. Fritzi en Otto staan in Van Hasselts repertorium over 1953, onder de nummers 393, 394 en 395. Telefonische mededeling van K.-J. van der Zijden, waarnemend notaris, aan Gertjan Broek (Anne Frank Stichting), 17 juni 2021.
- a, b Eva Schloss, Herinneringen van een Joods meisje. 1938-1945, Heruitg., Breda: de Geus, 2005, p. 179.
- ^ AFS, AFC, Otto Frank Archief (OFA), reg.code OFA_211: Interview met Otto Frank, afgenomen door Arthur Unger (1978) (transcriptie p. 110; in de transcriptie staat foutief 'Limburg' voor 'Lemberg' (Lvov)).
- ^ Familiearchief Anne Frank-Fonds (AFF), Bazel, Fritzi Frank, AFF_FrF_pdoc_002: 'Mein Leben mit Otto Frank', p. 1.
- ^ AFS, AFC, reg. code OFA_040.
- ^ AFF, Otto Frank, AFF_OtF_corr_005. Otto Frank schrijft Fritzi op 17 oktober 1952 uit New York: "Dass ich nach meine Rückkehr zu dir ziehe, stand fest." AFS, AFC, reg. code OFA_074.
Op 10 november 1953 trouwden Otto Frank en Elfriede Edith (Fritizi) Markovits in Amsterdam. Het was voor allebei hun tweede huwelijk. De getuigen waren Jo Kleiman en Miep Gies.[1] Net als Otto had Fritzi haar partner verloren in een concentratiekamp.
Op de dag van het huwelijk lieten zij bij notaris Jaap van Hasselt een akte van huwelijkse voorwaarden opstellen. Ook maakten allebei bij hem een testament op.[2]
Hoewel Fritzi vanaf begin 1940 met haar gezin tegenover de familie Frank op Merwedeplein woonde, leerden zij en Otto elkaar pas kennen tijdens de terugreis uit Auschwitz. Volgens de dochter van Fritzi, Eva Geiringer-Schloss, bracht zij haar moeder en Otto tijdens de treinreis van Auschwitz naar Odessa in de buurt van Czernowitz met elkaar in contact.[3] Volgens Fritzi zelf ontmoette zij Otto tijdens een oponthoud vlakbij Lvov toen Eva Otto Frank bij de trein herkende als de vader van Anne met wie ze op het Merwedeplein had gespeeld.[4] Later vertelde Fritzi in haar opstel Mein Leben mit Otto Frank dat Otto haar al was opgevallen bij een door de Russen georganiseerde 'herdenking van de revolutie' in het net bevrijde Auschwitz.[5] Volgens Otto's notitieboekje uit 1945 zou dit dan 23/II (1945) Tag der roten armee kunnen zijn geweest.[6] Terug in Amsterdam ging Otto bij Fritzi langs omdat haar naam op een overlevendenlijst stond. Hij hoopte dat zij iets over Margot en Anne wist. Hij herinnerde zich de ontmoeting bij de trein niet.[3]
Uit de briefwisseling tussen Otto en Fritzi in het najaar van 1952, toen Otto in verband met de toneelbewerking van het dagboek langere tijd in de Verenigde Staten verbleef, blijkt dat hun huwelijk aanstaande was.[7]
Footnotes
- ^ Gemeente Amsterdam, afdeling Burgerlijke Stand: huwelijksakte 149, 10 november 1953.
- ^ De voorwaarden en de testamenten van resp. Fritzi en Otto staan in Van Hasselts repertorium over 1953, onder de nummers 393, 394 en 395. Telefonische mededeling van K.-J. van der Zijden, waarnemend notaris, aan Gertjan Broek (Anne Frank Stichting), 17 juni 2021.
- a, b Eva Schloss, Herinneringen van een Joods meisje. 1938-1945, Heruitg., Breda: de Geus, 2005, p. 179.
- ^ AFS, AFC, Otto Frank Archief (OFA), reg.code OFA_211: Interview met Otto Frank, afgenomen door Arthur Unger (1978) (transcriptie p. 110; in de transcriptie staat foutief 'Limburg' voor 'Lemberg' (Lvov)).
- ^ Familiearchief Anne Frank-Fonds (AFF), Bazel, Fritzi Frank, AFF_FrF_pdoc_002: 'Mein Leben mit Otto Frank', p. 1.
- ^ AFS, AFC, reg. code OFA_040.
- ^ AFF, Otto Frank, AFF_OtF_corr_005. Otto Frank schrijft Fritzi op 17 oktober 1952 uit New York: "Dass ich nach meine Rückkehr zu dir ziehe, stand fest." AFS, AFC, reg. code OFA_074.