Evacuation of Auschwitz
Evacuation of Auschwitz
type
description
Approaching Soviet troops evacuated Auschwitz in mid-January 1945, with the exception of the infirmary huts. Otto Frank had been admitted to the infirmary hut from November 1944, where he was visited daily by Peter van Pels. In vain, Otto tried to convince Peter not to join the transport, but to hide in the infirmary hut.[1] According to Otto Frank, however, Peter was optimistic about his chances and wanted to join the evacuation transport together with the people he worked with.
Peter van Pels was eventually part of the group of prisoners who left Auschwitz on 18 January 1945 and ended up in the Mauthausen concentration camp in Austria. Samuel Meijer Kropveld (1885-1978), who worked as a doctor in the infirmary huts, also joined the 'healthy' prisoners on the transport and, like Peter, ended up in Mauthausen. Kropveld described in his camp report that he had seriously considered staying behind, but decided to go anyway when he heard that the sick might not be left alive.[2] Peter had probably heard similar rumours and possibly thought his chances of survival were better if he went with the rest.
Door de naderende Soviettroepen werd midden januari 1945 Auschwitz ontruimd, met uitzondering van de ziekenbarakken. Otto Frank was vanaf november 1944 opgenomen in de ziekenbarak en werd daar dagelijks bezocht door Peter van Pels. Tevergeefs probeerde Otto Peter te overtuigen om niet mee te gaan met het transport, maar zich te verstoppen in de ziekenbarak.[1] Volgens Otto Frank was Peter echter optimistisch over zijn kansen en wilde hij samen met de mensen met wie hij werkte mee met het evacuatietransport.
Peter van Pels maakte uiteindelijk deel uit van de groep gevangenen die op 18 januari 1945 uit Auschwitz vertrok en in het concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk terecht kwam. Ook Samuel Meijer Kropveld (1885-1978), die als arts in de ziekenbarakken werkte, ging met de ‘gezonde’ gevangenen mee op transport en kwam net als Peter in Mauthausen terecht. Kropveld beschreef in zijn kampverslag dat hij serieus had overwogen achter te blijven, maar besloot om toch mee te gaan toen hij hoorde dat de zieken mogelijk niet in leven gelaten werden.[2] Peter had waarschijnlijk soortgelijke geruchten gehoord en dacht mogelijk dat zijn overlevingskansen groter waren als hij meeging met de rest.