Een oud man in zijn kamer zittende, spreekt.

Een oude man zittend overpeinzend in zijn kamer, met het hoofd in de hand en met de andere hand op een schedel. Op tafel een walmende kaars en een zandloper. In een lade geldstukken en kostbare schalen op een kast. Allegorie op de ouderdom en vergankelijkheid, vanitas. Onder de voorstelling een vers in zes verzen.

Een oud man in zijn kamer zittende, spreekt.

Een oude man zittend overpeinzend in zijn kamer, met het hoofd in de hand en met de andere hand op een schedel. Op tafel een walmende kaars en een zandloper. In een lade geldstukken en kostbare schalen op een kast. Allegorie op de ouderdom en vergankelijkheid, vanitas. Onder de voorstelling een vers in zes verzen.