Prediking van Johannes de Doper

Voor een rotsachtig, begroeid landschap staat Johannes met beide armen geleund op een balustrade, gevormd uit een horizontaal liggende stam, tussen twee bomen geplaatst. Zijn blik gaat naar links in de richting van een aan zijn voeten zittende, naar het midden toegekeerde vrouw. Deze houdt met haar linkerhand een naakt knaapje op haar knie, terwijl zij met de rechter de borst reikt. Achter het kind een frontaal zittende man (de kop ontbreekt). Het knaapje heeft zijn rechterhand op zijn moeders borst gelegd, doch ziet om naar de hem toegewende, zittende koning, die in de rechterhand zijn scepter omlaag houdt en de linker laat rusten op zijn rechterarm. Achter deze staat een jongeman met de blik op het kind gericht. De linkerhand steekt uit de los over de schouders geslagen jas, die de arm geheel bedekt; de rechterhand steunt op het gevest van een degen. Johannes draagt een kleed met gerafelde mouwen en een losse, op één schouder vastgeknoopte mantel. De in profiel zittende vrouw met hoofddoek is gekleed in een renaissancistisch gewaad, dat om het middel en nogmaals daaronder, is opgeschort. De van haar linkerschouder afhangende mantel hangt in een grote bocht omlaag en licht over het rechterbovenbeen en de linkerknie. De koning, met kroon, draagt over een gewaad een mantel met brede kraag, waaraan belletjes hangen, en hoge laarzen; de arm steekt door het elleboogsplit van de lange mouw. De rechts van hem staande figuur draagt een door een band onder de kin vastgehouden baret met veer en over een geplooid hemd een paltrok, waaronder een kniebroek in wafelpatroon, afgezet met splitversiering; de afhangende mouw van de jas vertoont op ellebooghoogte een split. Het gewaad van de zittende man heeft een vierkante halsuitsnijding, waarlangs een regelmatig ingesneden randje. De voorstelling is gevat in een ronde omlijsting en maakt deel uit van een vierkant paneel, waarvan elke hoek wordt gevuld door een decoratief gevormde putto, die beide handen op een uit een bloemmotief voortkomende dierenkop legt. Bij beide bovenste putti verbindt een sleufband het onderlijf met een bladornament.

Prediking van Johannes de Doper

Voor een rotsachtig, begroeid landschap staat Johannes met beide armen geleund op een balustrade, gevormd uit een horizontaal liggende stam, tussen twee bomen geplaatst. Zijn blik gaat naar links in de richting van een aan zijn voeten zittende, naar het midden toegekeerde vrouw. Deze houdt met haar linkerhand een naakt knaapje op haar knie, terwijl zij met de rechter de borst reikt. Achter het kind een frontaal zittende man (de kop ontbreekt). Het knaapje heeft zijn rechterhand op zijn moeders borst gelegd, doch ziet om naar de hem toegewende, zittende koning, die in de rechterhand zijn scepter omlaag houdt en de linker laat rusten op zijn rechterarm. Achter deze staat een jongeman met de blik op het kind gericht. De linkerhand steekt uit de los over de schouders geslagen jas, die de arm geheel bedekt; de rechterhand steunt op het gevest van een degen. Johannes draagt een kleed met gerafelde mouwen en een losse, op één schouder vastgeknoopte mantel. De in profiel zittende vrouw met hoofddoek is gekleed in een renaissancistisch gewaad, dat om het middel en nogmaals daaronder, is opgeschort. De van haar linkerschouder afhangende mantel hangt in een grote bocht omlaag en licht over het rechterbovenbeen en de linkerknie. De koning, met kroon, draagt over een gewaad een mantel met brede kraag, waaraan belletjes hangen, en hoge laarzen; de arm steekt door het elleboogsplit van de lange mouw. De rechts van hem staande figuur draagt een door een band onder de kin vastgehouden baret met veer en over een geplooid hemd een paltrok, waaronder een kniebroek in wafelpatroon, afgezet met splitversiering; de afhangende mouw van de jas vertoont op ellebooghoogte een split. Het gewaad van de zittende man heeft een vierkante halsuitsnijding, waarlangs een regelmatig ingesneden randje. De voorstelling is gevat in een ronde omlijsting en maakt deel uit van een vierkant paneel, waarvan elke hoek wordt gevuld door een decoratief gevormde putto, die beide handen op een uit een bloemmotief voortkomende dierenkop legt. Bij beide bovenste putti verbindt een sleufband het onderlijf met een bladornament.