Het voorwerp bestaat uit voet, stam, doos en deksel, die merendeels uit stukken plaat zijn gemaakt. De gedeelten van de stam boven en onder de nodus, de verbindingsstukken van de stam met voet en doos, alsmede de horizontale randen langs doos en deksel zijn gegoten. De stam is met drie klinknagels op de voet bevestigd. In de bodem van de doos zijn in het midden zes klinknagels aangebracht en twaalflangs de kanten. Het deksel is scharnierend bevestigd aan de doos en heeft een pensluiting. De voet loopt uit in zes met bladornament versierde lobben. Zijn middendeel heeft in doorsnede een accoladeprofiel. Stam, nodus, doos en deksel zijn uit zes vlakken opgebouwd. De nodus is voorzien van zes met knoppen versierde facetten, zes gestileerde bladeren aan de bovenkant en zes aan de onderkant. De overgang van stam naar doos verbreedt zich naar boven toe en heeft een hoge versiering op de raaklijnen van de zes vlakken. Het deksel is voorzien van een opstaande rand van acanthusblad, en eindigt in een knop, waarvan het kruis is afgebroken.