Vouwwaaier, bestaande uit een enkel blad van dun leer waarop met gouache een Godenmaaltijd (?) omgeven door een rand met rode, blauwe en gouden chinoiseriemotiefjes, op een montuur van ivoor ajour en in reliëf gesneden

In een met veel waterpartijen aangelegde tuin zijn negen figuren rond een gedekte tafel verzameld. Een aantal van hen is aan hun attributen te herkennen: Hera (pauw), Ganymedes (schenker van de Goden:wijnglas), Artemis (maansikkel), Hermes (staf met vleugels), Apollo (lier en zonnestralen) en Zeus (scepter en adelaar op bliksemschichten). Het vrij centraal geplaatste paar zou gezien de wapenrusting van de man en het gedeeltelijk ontblote bovenlichaam van de vrouw, Aphrodite en Ares (Mars en Venus) kunnen voorstellen, die een buitenechtelijke relatie onderhielden. Deze identificatie wordt ondersteund door een van de meest opvallende onderdelen in deze voorstelling: een Amor, die met zijn rechterhand een masker vor zijn gezicht houdt. In de 'Amorvm Emblemata...' van Otto Vaenius uit 1608 is 'Gheveynstheyt Liefdes wijsheyt' het bijschrift bij een Amor, die zijn gezicht gedeeltelijk met een masker bedekt. In het bijbehorende vers wordt uitgelegd, dat een relatie in het belang van de (oneerlijke?) liefde beter geheim gehouden kan worden. (Antwerpen 1608, pp. 220-1: Gheveynstheyt Liefdes wijsheyt./ D te bedrieghen lief quam noyt in mijn ghepeynsen/ hoe wel ick ben vermomt/ en zijt doch niet vernaert/ 't Is om de nijders wil en tonghen valsch van aert./ Een minnaar wel bedacht moet voor de lieden veynsen./ Il faut se feindre./ Ie ne te veux tromper, ma Dame, n'ayes crainte,/ Encore que masqué, ie suis loyal & rond,/ Pour courrir nos amours ie disguise mon front,/ Et pour les rendre seurs de l'ennuieuse attainte.') Vgl. ook Caesar van Everdingen's schilderij 'Jupiter en Callisto' uitt 1655 [Stockholm, National Museum] waarop in de linker bovenhoek twee amoretti, waarvan de linker een masker vasthoudt. In de tent.cat. 'God en de Goden' (Amsterdam 1981, pp. 216-7) schrijft Albert Blankert hierover:'Het masker is een symbool van vermomming en ook van bedrog. De amoretti, en naar het lijkt ook Jupiter zelf, bekijken de nimf spotlachend. De linker amaretto, die het masker in zijn ene hand houdt, maakt met zijn andere een obsceen [ de duim tussen de wijs- en middelvinger] gebaar.' Door de ongebruikelijke samenstelling van het afgebeelde gezelschap gaat het hier waarschijnlijk niet om een mythologische voorstelling, maar om een allegorie op de liefde. Dit is ook terug te vinden in de versiering van het montuur, waar in het midden een vrouw en een putto samen twee brandende harten vasthouden.De benen hebben een rechte schouder, die omstreeks het midden van de 18de eeuw de ronde schouder had verdrongen. De uiteinden van de benen die achter het blad verdwijnen zijn niet van ivoor maar van dun hout, dat bij de montage à l'anglaise overschilderd is. Dit was een zeer gebruikelijke oplossing die meestal bij waaiers met een enkel blad werd toegepast. Op de achterkant van het blad is een zittende vrouw afgebeeld, die een hoorn des overvloeds met bloemen vasthoudt. De waaierring is een latere toevoeging; het werd namelijk pas in de 19de eeuw algemeen gebruik om een dergelijke ring van edel- of ander metaal aan een waaier te monteren.

Vouwwaaier, bestaande uit een enkel blad van dun leer waarop met gouache een Godenmaaltijd (?) omgeven door een rand met rode, blauwe en gouden chinoiseriemotiefjes, op een montuur van ivoor ajour en in reliëf gesneden

In een met veel waterpartijen aangelegde tuin zijn negen figuren rond een gedekte tafel verzameld. Een aantal van hen is aan hun attributen te herkennen: Hera (pauw), Ganymedes (schenker van de Goden:wijnglas), Artemis (maansikkel), Hermes (staf met vleugels), Apollo (lier en zonnestralen) en Zeus (scepter en adelaar op bliksemschichten). Het vrij centraal geplaatste paar zou gezien de wapenrusting van de man en het gedeeltelijk ontblote bovenlichaam van de vrouw, Aphrodite en Ares (Mars en Venus) kunnen voorstellen, die een buitenechtelijke relatie onderhielden. Deze identificatie wordt ondersteund door een van de meest opvallende onderdelen in deze voorstelling: een Amor, die met zijn rechterhand een masker vor zijn gezicht houdt. In de 'Amorvm Emblemata...' van Otto Vaenius uit 1608 is 'Gheveynstheyt Liefdes wijsheyt' het bijschrift bij een Amor, die zijn gezicht gedeeltelijk met een masker bedekt. In het bijbehorende vers wordt uitgelegd, dat een relatie in het belang van de (oneerlijke?) liefde beter geheim gehouden kan worden. (Antwerpen 1608, pp. 220-1: Gheveynstheyt Liefdes wijsheyt./ D te bedrieghen lief quam noyt in mijn ghepeynsen/ hoe wel ick ben vermomt/ en zijt doch niet vernaert/ 't Is om de nijders wil en tonghen valsch van aert./ Een minnaar wel bedacht moet voor de lieden veynsen./ Il faut se feindre./ Ie ne te veux tromper, ma Dame, n'ayes crainte,/ Encore que masqué, ie suis loyal & rond,/ Pour courrir nos amours ie disguise mon front,/ Et pour les rendre seurs de l'ennuieuse attainte.') Vgl. ook Caesar van Everdingen's schilderij 'Jupiter en Callisto' uitt 1655 [Stockholm, National Museum] waarop in de linker bovenhoek twee amoretti, waarvan de linker een masker vasthoudt. In de tent.cat. 'God en de Goden' (Amsterdam 1981, pp. 216-7) schrijft Albert Blankert hierover:'Het masker is een symbool van vermomming en ook van bedrog. De amoretti, en naar het lijkt ook Jupiter zelf, bekijken de nimf spotlachend. De linker amaretto, die het masker in zijn ene hand houdt, maakt met zijn andere een obsceen [ de duim tussen de wijs- en middelvinger] gebaar.' Door de ongebruikelijke samenstelling van het afgebeelde gezelschap gaat het hier waarschijnlijk niet om een mythologische voorstelling, maar om een allegorie op de liefde. Dit is ook terug te vinden in de versiering van het montuur, waar in het midden een vrouw en een putto samen twee brandende harten vasthouden.De benen hebben een rechte schouder, die omstreeks het midden van de 18de eeuw de ronde schouder had verdrongen. De uiteinden van de benen die achter het blad verdwijnen zijn niet van ivoor maar van dun hout, dat bij de montage à l'anglaise overschilderd is. Dit was een zeer gebruikelijke oplossing die meestal bij waaiers met een enkel blad werd toegepast. Op de achterkant van het blad is een zittende vrouw afgebeeld, die een hoorn des overvloeds met bloemen vasthoudt. De waaierring is een latere toevoeging; het werd namelijk pas in de 19de eeuw algemeen gebruik om een dergelijke ring van edel- of ander metaal aan een waaier te monteren.