Duodecim Specula Deum

Op de voorgrond een spiegel met een doodshoofd. Rond de spiegel vier slangen, symbool voor de erfzonde. Een gelovige zit onder de spiegel op een doodskist. Twee skeletten staan aan weerskanten van de spiegel en richten hun pijlen op de gelovige. In de achtergrond Mozes en het brandend braambos; Adam en Eva in het Aards Paradijs; de zegening van twee devote gelovigen door een priester; Rechtsachter wordt een jongen met een splinter in zijn oog berispt door een oudere man met een balk in zijn oog. De prent heeft een Latijns onderschrift: 'Huc ades: et quid fis, quid eris, fuerife, tuere. Huic specvlo titulus'. Onderaan een legende van de scènes die op de afbeelding alfabetisch genummerd zijn. De prent is deel van een twaalfdelige serie (VI uit XII prenten) met als onderwerp twaalf spiegels waarmee de mens God probeert te zien.

Duodecim Specula Deum

Op de voorgrond een spiegel met een doodshoofd. Rond de spiegel vier slangen, symbool voor de erfzonde. Een gelovige zit onder de spiegel op een doodskist. Twee skeletten staan aan weerskanten van de spiegel en richten hun pijlen op de gelovige. In de achtergrond Mozes en het brandend braambos; Adam en Eva in het Aards Paradijs; de zegening van twee devote gelovigen door een priester; Rechtsachter wordt een jongen met een splinter in zijn oog berispt door een oudere man met een balk in zijn oog. De prent heeft een Latijns onderschrift: 'Huc ades: et quid fis, quid eris, fuerife, tuere. Huic specvlo titulus'. Onderaan een legende van de scènes die op de afbeelding alfabetisch genummerd zijn. De prent is deel van een twaalfdelige serie (VI uit XII prenten) met als onderwerp twaalf spiegels waarmee de mens God probeert te zien.