In het midden van de 17de eeuw, in Nederland de Gouden Eeuw, kwam de textielhandel met India in een stroomversnelling. In sits, of chintz, kwamen veel verschillende culturele invloeden samen. Ze werden gemaakt voor de westerse markt.<BR> <BR> Vervaardiging<BR> Gedeeltelijk met de hand vervaardigde sits. Sommige gedeelten zijn niet ingekleurd. Het is onduidelijk of er gebruikt gemaakt is van was. <BR> Procedure van chintz: Halfgebleekte katoen wordt gedrenkt in een oplossing van water, gemengd met vet en astringent. Met een stuk hout wordt het stuk stof soepel gemaakt. Het patroon wordt vervolgens aangebracht door middel van papier dat doorgeprikt wordt langs de contouren, Daarna wordt er met houtskool overheen gegaan. Vervolgens wordt er met een pen lijnen met beits nagetrokken. Nadat de lijnen getrokken zijn, wordt de doek in een rood verfbad van meekrap gedaan, om de lijnen roder te maken. De gehele doek, met uitzondering van de delen die blauw of groen moeten worden, wordt met bijenwas bedekt. Nu gaat de doek in een vat met indigo, en wordt de was verwijderd in kokend water. De lijnen die wit moeten worden in de rode gedeelten, worden met was behandeld. Na de was, wordt er beits aangebracht. Daarna volgt de tweede onderdompeling van de stof in meekrap. Nu wordt de kleur geel met een kwastje aangebracht; als groen verlangd wordt, gaat men over de blauwe gedeelten heen.