Bovenstuk van een processiestuk

Bovenstuk (sluitstuk) van een processiestuk dat wordt meegedragen in Shi'itische processies tijdens de feestdag Ashura. Op Ashura, die de 10e van de maand Muharram plaatsvindt, herdenken de Shi'ieten de slag bij Kerbela (680 na Chr.). Hussein, de zoon van imam Ali (d. 661) de stichter van de Shi'itische stroming binnen de islam, werd in deze slag gedood. Dergelijke processiestukken bestaan doorgaans uit een standaard, met staf en sluitstuk, één of meerdere vlaggen en versieringen. Het object is aan de voorkant gedecoreerd met Arabische lettertekens en motieven die twee minaretten en de schrijn van Hussein voorstellen. Ook de achterkant is gedecoreerd met Arabische lettertekens. De tekst op de voorkant luidt 'Oh Abbas, God zegene Mohammed.' Daarna volgen de namen van Fatima en de twaalf imams. Op de schrijn en de minaretten staan de namen van Hussein en Ali (tweemaal). Bovenaan heeft het object de vorm van een hand, het zg. panja symbool (panja = vijf). De vijf vingers staan voor de leden van de heilige familie: Mohammed, Ali, Fatima, Hussein en Hassan. Er wordt ook wel gezegd dat de hand op het processiestuk de hand van Abbas voorstelt. Abbas is de stiefbroer van Hussein en bekend om zijn moed in de verdediging van Hussein tijdens de slag bij Kerbela. Op de achterkant van het stuk staat het volgende: 'Oh Abbas' gevolgd door het Troonvers (Koran 2:255) 'God, er is geen god dan Hij, de levende, de standvastige. Sluimer noch slaap overmant Hem. Hem behoort wat in de hemelen en wat op aarde is. Wie is het die zonder Zijn toestemming bij Hem zou kunnen bemiddelen? Hij weet wat vóór hen is en wat achter hen is en zij bevatten niets van Zijn kennis, behalve dan wat Hij wil. Zijn troon strekt zich uit over de hemelen en de aarde en het valt Hem niet zwaar beide in stand te houden. Hij is de verhevene, de geweldige.' Daarna volgen de teksten 'hulp komt van God en de overwinning is nabij' (Koran 61:13) en 'Oh Allah'.

Bovenstuk van een processiestuk

Bovenstuk (sluitstuk) van een processiestuk dat wordt meegedragen in Shi'itische processies tijdens de feestdag Ashura. Op Ashura, die de 10e van de maand Muharram plaatsvindt, herdenken de Shi'ieten de slag bij Kerbela (680 na Chr.). Hussein, de zoon van imam Ali (d. 661) de stichter van de Shi'itische stroming binnen de islam, werd in deze slag gedood. Dergelijke processiestukken bestaan doorgaans uit een standaard, met staf en sluitstuk, één of meerdere vlaggen en versieringen. Het object is aan de voorkant gedecoreerd met Arabische lettertekens en motieven die twee minaretten en de schrijn van Hussein voorstellen. Ook de achterkant is gedecoreerd met Arabische lettertekens. De tekst op de voorkant luidt 'Oh Abbas, God zegene Mohammed.' Daarna volgen de namen van Fatima en de twaalf imams. Op de schrijn en de minaretten staan de namen van Hussein en Ali (tweemaal). Bovenaan heeft het object de vorm van een hand, het zg. panja symbool (panja = vijf). De vijf vingers staan voor de leden van de heilige familie: Mohammed, Ali, Fatima, Hussein en Hassan. Er wordt ook wel gezegd dat de hand op het processiestuk de hand van Abbas voorstelt. Abbas is de stiefbroer van Hussein en bekend om zijn moed in de verdediging van Hussein tijdens de slag bij Kerbela. Op de achterkant van het stuk staat het volgende: 'Oh Abbas' gevolgd door het Troonvers (Koran 2:255) 'God, er is geen god dan Hij, de levende, de standvastige. Sluimer noch slaap overmant Hem. Hem behoort wat in de hemelen en wat op aarde is. Wie is het die zonder Zijn toestemming bij Hem zou kunnen bemiddelen? Hij weet wat vóór hen is en wat achter hen is en zij bevatten niets van Zijn kennis, behalve dan wat Hij wil. Zijn troon strekt zich uit over de hemelen en de aarde en het valt Hem niet zwaar beide in stand te houden. Hij is de verhevene, de geweldige.' Daarna volgen de teksten 'hulp komt van God en de overwinning is nabij' (Koran 61:13) en 'Oh Allah'.